Over ons verblijf op kan ik een boek volschrijven, maar dan kost mijn verhaal wel erg veel tijd. Daarom zal ik het inkorten en je vertellen dat ons verblijf daar een ervaring was – voor mij tenminste – over wat het betekent voor de omgeving als asielzoekers ergens wonen. Ik zal je vertellen dat ons verblijf niet makkelijk was voor de boerderij, noch voor de familie Bouma, noch voor hun hond Rico, noch voor de vogels en andere dieren rond de boerderij.

Toen de asielzoekers ontdekten dat meneer Bouma een lief mens was, geen vlieg kwaad zou doen en niet voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst of het Centraal Orgaan opvang asielzoekers werkte, gingen ze hun eigen gang. Ze veroorzaakten problemen die een begin hadden, maar geen einde. Het eerste slachtoffer was de hond van de Bouma’s. Rico was groot en vrij eng, maar het was, zoals mevrouw Bouma altijd herhaalde, een lieve hond met een gouden hart. Mevrouw Bouma vertelde mij dat hij een oude hond was, tien jaar oud, wat in mensenjaren neerkwam op 77 jaar. Ze zei dat hij geboren was op 3 september 1988.

Illustratie: Cliff van Thillo

‘Waar heb je die hond vandaan?’ vroeg ik haar.

‘Rico, bedoel je?’ zei ze op zo’n manier dat ik begreep dat het beter was als ik hem bij zijn naam noemde. Ze gaf geen antwoord, zodat ik wist dat ik de vraag het beste nog eens kon herhalen met de naam Rico en niet met het woord hond.

‘Waar heb je Rico vandaan?’

‘We hebben 550 gulden voor hem betaald. Hij is een rashond, geen asielhond.’

‘Asielhond? Wat betekent dat?’

‘In Nederland heb je ook asielen voor dieren. Meestal honden en katten.’

‘Zijn de honden en katten daar ook zo duur?’

‘Eigenlijk niet. Meestal zijn ze oud, te onstuimig of hebben ze psychische problemen.’

‘Honden met psychische problemen?’

‘En katten ook. Een vriendin van mij had eens een asielhond. Na zes maanden kon ze hem niet meer houden, ze werd er gek van en bracht hem terug naar het asiel. Hij was veel te wild. Ze dacht dat hij een soort honden-ADHD had.’

Twee dingen die Rico had en waarvan ik het niet erg vond ze niet te hebben, waren zijn riem en zijn castratie. Voor de rest was hij helemaal prachtig

Mevrouw Bouma vertelde me dingen waarvan ik op dat moment niet wist of ik ze moest geloven, maar er later achter kwam dat ze klopten. Toen ze me vertelde dat Rico ook papieren had, vroeg ik haar beleefd of ik die mocht zien. Zo kreeg ik een idee over hoe rijk Nederland is, in vergelijking met mij, want Rico was altijd erkend geweest als hond. Zijn verjaardag, zelfs de minuut en het uur waarop hij geboren was, waren bekend. Van mij niet. Vanaf het moment dat Rico in de buik van zijn moeder zat, had hij een adres en na zijn geboorte had hij een verzekering. Twee dingen die Rico had en waarvan ik het niet erg vond ze niet te hebben, waren zijn riem en zijn castratie. Voor de rest was hij helemaal prachtig.

Rico was een luie hond en ik denk niet dat hij van lezen hield of televisie keek. Daarom wist hij niet veel van het leven buiten de Boumaboerderij. Hij wist bijvoorbeeld niet wat ‘asielzoeker’ betekent. Voor wij daar kwamen, had hij alle vrijheid. Hij maakte dagelijks een rondje en sliep waar en wanneer hij wilde. Deze hond wist niet dat moslims honden niet aanraken. En als ze hem aangeraakt hebben, moeten ze hun handen wassen en als een hond hun spullen aanraakt, moeten die spullen gewassen worden.

Illustratie: Cliff van Thillo

Op een dag kwam Rico onze slaapzaal binnen en begon aan alle bedden te snuffelen. Een asielzoeker uit Jemen die Yasser heette, pakte zijn schoen en gooide die naar Rico. Hij schreeuwde in het Arabisch dat hij naar buiten moest. Rico, die geen Arabisch sprak en ook niet de taal van schoenen die naar hem vlogen, bleef stilstaan en keek beleefd naar Yasser, die zijn andere schoen pakte en die deze keer hard smeet richting Rico’s snuit. De hond sprong op en rende pijnlijk jankend naar buiten. Later vlogen ook in andere slaapzalen schoenen en sandalen richting Rico.

Op een dag was een van de schoenen hard op hem terechtgekomen en had hij dagenlang een rood oog.

‘Misschien krijgt hij vandaag ook schoenen,’ zei ik, toen meneer Bouma mij vroeg wat er met hem gebeurd was. Meneer Bouma keek mij vragend aan.

‘Schoenen?’

‘Sommige asielzoekers willen niet dat Rico naar de slaapzalen komt.’

‘Waarom heb je dat niet eerder gezegd?’ zei hij. Zijn stem klonk alsof hij, als hij een minder lieve man was geweest, nu boos was geworden in plaats van teleurgesteld.

‘Had het mij toch gezegd, dan had ik het aan Rico verteld en dan was hij nooit meer in de slaapzalen gekomen.’

Ik geloofde niet dat meneer Bouma zoiets aan een hond kon vertellen, maar vanaf die dag kwam Rico niet meer in de slaapzalen en ook niet in de keuken of de woonruimte. Rico, die tien jaar oud was in 1998, is nu zeker in de hemel. Als ze hem vragen wat het woord hel betekent, weet ik zeker dat hij zal antwoorden: ‘Schoenen.’ Of

Meer lezen?

Van Irak naar Nederland met een vals paspoort, deze roman neemt je mee In mijn nieuwe roman Hoe ik talent voor het leven kreeg raakt de Iraakse civiel ingenieur Semmier Kariem gevangen in de Nederlandse asielprocedure. In fragment een: zijn aankomst met vals paspoort op Schiphol. Lees het fragment hier terug Waarom alle oudere Irakezen op twee dagen geboren zijn In mijn nieuwe roman Hoe ik talent voor het leven kreeg raakt de Iraakse civiel ingenieur Semmier Kariem gevangen in de Nederlandse asielprocedure. In fragment twee: zijn zesenhalf uur durende verhoor. Lees het fragment hier terug Het tegenwicht voor de IND en het COA? De achtjarige docent Sanne In mijn nieuwe roman Hoe ik talent voor het leven kreeg raakt de Iraakse civiel ingenieur Semmier Kariem gevangen in de Nederlandse asielprocedure. In fragment drie: Nederlandse les van de achtjarige Sanne. Lees het fragment hier terug Zo ziet een asielzoekerscentrum er van binnen uit In mijn nieuwe roman Hoe ik talent voor het leven kreeg raakt de Iraakse civiel ingenieur Semmier Kariem gevangen in de Nederlandse asielprocedure. In fragment vijf: negen jaar wachten in een asielzoekerscentrum. Lees hier het fragment terug


Meer lezen? Hoe ik talent voor het leven kreeg verschijnt 14 januari bij Uitgeverij Jurgen Maas. Hier lees je er meer over Waarom De Correspondent voorpubliceert uit de roman Hoe ik talent voor het leven kreeg Zeven fragmenten uit de roman Hoe ik talent voor het leven kreeg verschijnen deze weken op De Correspondent. Waarom? Lees daar hier meer over