Deze podcast fluistert je grote verhalen over kleine mensen in het oor
Het zijn gouden jaren voor de podcast. Maar hoe vind je de pareltjes? Deze week bevelen collega’s en ik de beste luisterverhalen aan. Vandaag: de schitterende Nederlandse podcastserie Toendra, bewonderenswaardig om zijn intimiteit en montage.
Elke aflevering van de Nederlandse podcastserie Toendra is een kleinood. De serie, die uit dertig afleveringen van ongeveer twaalf minuten bestaat en afgelopen december werd afgerond, is gemaakt met de liefde die ambachtslui drijft. En ambachtelijkheid vraagt tijd, zorgvuldigheid, gevoel voor schoonheid. Dat hoor je eraan af.
Het mooie is bovendien dat de podcasts gaan over mensen die zelden of nooit aan het woord komen. Mensen waar je aan voorbijgaat, want wat zouden die nou te vertellen kunnen hebben? Volgens de eindredacteuren draait elke episode om ‘de meest pijnlijke, bijzondere en bizarre periodes uit hun leven. Hoewel de verhalen klinken als ontspoorde sprookjes of een tragikomische film, is (bijna) niets gespeeld of verzonnen.’ Kleine mensen, grote gebeurtenissen.
Neem de laatste aflevering - ‘Conan, the barbarian’ - gemaakt door verslaggever Emmie Kollau. Aan het woord is draaideurcrimineel Nick. Hij draait nu mee in een programma waarbij een gedetineerde aan een asielhond wordt gekoppeld. Die weten immers allebei wat het is om opgesloten te zitten. En Nick weet dat als zij het goed doen samen, de hond niet terug hoeft naar het asiel.
Meer wordt er niet verteld. Toch krijgt het vleugels, al binnen een paar minuten, en raak je ontroerd omdat het verhaal raakt aan wezenlijke aspecten van een mensenleven: zorg, liefde, gevangenschap, eenzaamheid.
De podcast komt dichtbij
Hoe dat kan? Dat komt door de ogenschijnlijke eenvoud en - dat vooral - de nabijheid. Radio is voor mij altijd het medium geweest van de intimiteit. Zoals wanneer iemand een geheim in je oor fluistert.
De makers van Toendra buiten die intimiteit optimaal uit. Hier wordt niet van de daken geschreeuwd, maar juist zacht gesproken. Radiogefluister dat onder je huid kruipt.
Luister bijvoorbeeld naar de tweede aflevering, over de zwaar gehandicapte baby Bel, of naar de elfde episode, over de man die niet meer verliefd wordt en zijn heil zoekt bij tantrayoga en datingsites. Een kwestie van klein houden, de impact wordt er des te groter door.
De podcast is razend knap gemonteerd
En zo makkelijk is dat niet. In mijn eigen podcasts gun ik mijzelf veel ruimte. Ze duren gemiddeld veertig minuten. Dat is lang. Maar hoe ik ook mijn best doe, het lukt zelden of nooit ze verder in te korten.
Dat de makers van Toendra in staat zijn tot een verregaande reductie van hun uren aan materiaal tot een minuut of tien dwingt mijn diepe respect af. Ik kan oprecht genieten van hun montagetechniek.
De podcast is ritmisch
Bovendien zit in Toendra heel veel ritme en muzikaliteit. Elke aflevering is tot op de millimeter nauwkeurig getimed. Dat voel je; daardoor word je meegesleept.
Uit het gesprek dat ik bij het begin van Toendra had met een van de eindredacteuren, Jair Stein, blijkt dat hij van huis uit drummer is. Het ritme is de motor van het verhaal, zei hij toen.
Deze aanbeveling is zodoende tegelijk een gelegenheid om nog eens te wijzen op dat interview. Als ik zo onbeschaamd mag zijn.
Want daarin legt hij nog eens uit wat de aantrekkingskracht is van een goede podcast. Terwijl er optimale beheersing spreekt uit de wijze waarop de verhalen geconstrueerd zijn, moeten ze klinken alsof ze met een zekere achteloosheid uit de mouw geschud worden. Vanzelfsprekend. En alleen voor jou.