99% van het nieuws gaat over 29% van de aarde. Tijd voor een duik in het water
Het is dé bron van leven, van acuut gevaar en toekomstig conflict: water. Allesbepalend, allesbeheersend, alledaags, en toch – hoeveel krijgen we nou mee van die waterwereld? Help mee het water te verkennen.
‘Als God het perfectste wezen naar zijn evenbeeld schiep, dan is God een kwal!’
Na een twee uur durend relaas via Skype ontploft kwalonderzoeker Ferdinando Boero van enthousiasme. Eerder al had de Italiaan een nieuwe kwalsoort vernoemd naar Frank Zappa, de Phialella zappai, waarna prompt een vriendschap tussen rockster en wetenschapper ontstond. Nu leek het erop dat Boero in een beter blaadje trachtte te komen bij God.
Vanwaar die liefde? Kwallen verstoppen de koelsystemen van energiecentrales, jagen badgasten weg bij stranden en veranderen viskwekerijen in massagraven. Ze nemen in rap tempo de wereldzeeën over en vormen zo een steeds groter probleem.
Waar veel andere soorten die immer veranderende omstandigheden op aarde zat worden, gaat de kwal, die er al ruim 200 miljoen jaar vóór de eerste dino was, door. Zo bezien is het niet verwonderlijk dat de kwal lijkt in te springen op alle gaten die de mens de afgelopen decennia sloeg in ecosystemen onder water.
En o wat maakten we er een potje van. In vijftig jaar tijd aten we rond de 80 procent van het zwemmende leven op, stierf de helft van alle koraalriffen af, ging het ruime sop van één naar meer dan vijfhonderd dode zones en dumpten we er tonnen plastic in.
Water. Het fascineert ons mateloos wanneer het zich elders in de kosmos manifesteert, maar thuis halen we onze neus ervoor op. Hier zijn de zeeën en oceanen, volgens filosoof René ten Bos, niets meer dan een grondstoffenbron voor het kapitalisme om ongelimiteerd te plunderen en te bevuilen. Of ze vormen een hindernis, tussen jou en die andere kostbare bron elders in de wereld. Slechts 1 procent van de zeeën is beschermd.
Waarom gedragen we ons zo koel naar het water? De waterigheid der wateren maakt ons ongemakkelijk, meent Ten Bos. We zijn al millennia bezig het water weg te denken uit ons bestaan. Het is onherbergzaam terrein vol haaien die ons willen eten. Geef ons maar vaste grond onder de voeten.
Een typisch geval van uit het oog uit het hart. We beseffen überhaupt pas krap anderhalve eeuw dat in die oceanen, die gemiddeld vier kilometer diep zijn, met een maximale diepte van elf kilometer, zoveel leeft. Voor die tijd dachten we dat onder 550 meter diepte geen leven mogelijk was in zeeën en meren. HMS Challenger-expedities tussen 1872 en 1877 maakten definitief een einde aan dat idee. De Duitse filosoof en zoöloog Ernst Haeckel was erbij en tekende honderden kwallen, siphonophora en radiolaria op uit de diepzee. We danken er menige prent uit zijn roemruchte Kunstformen der Natur aan.
Haeckel waande zich destijds de ontdekker van een nieuwe planeet. Nog altijd is er heel veel aan de zee te ontdekken.
Waarom is water zo interessant?
Dat wil ik graag in een reeks verhalen met jullie bekijken. Ik ben een sciencefictionnerd en rondde een studie kunstgeschiedenis af waarin ik vrijwel uitsluitend keek naar de verhoudingen tussen mens en cyborg – denk onwerkelijke schepsels uit stukjes mens, dier en/of machine – in biokunst, sciencefictionfilm en Japanse anime.
Tot mijn groot genoegen leken op een gegeven moment de eerste echte cyborgs onder ons te zijn. Robotici lieten elektrodes en chips vergroeien met motjes en kevers, om ze vervolgens op afstand te kunnen besturen. Ik schreef er een stuk over voor NRC Handelsblad. Lezers wilden weten: mag dit überhaupt wel? Deze grove schending van de insectenautonomie?
Ik zocht het uit en ja, met insecten kun je alles doen wat je wilt. Trek ze uit elkaar, maak er cybugs van; insecten worden niet geacht een relevante vorm van pijn te ervaren, in juridische zin. Wat me écht verbaasde, was dat deze aanname niet alleen gold voor insecten, maar voor maar liefst 98 procent van alle diersoorten op aarde, zijnde alle ongewervelde diersoorten.
Die ontkenning van pijn bij al die diersoorten bleek wetenschappelijk gezien niet houdbaar. Het minieme beetje onderzoek dat gedaan is naar pijnervaring bij kreeften, krabben en octopussen, leek uit te wijzen dat ze eerder meer ervaren dan we denken, dan minder. Ik klom weer in de pen.
De Koreanen zetten in op robotische kwalversnipperaars, de Duitsers denken aan hormoonkuren. Maar wie of wat is die kwal precies?
Het resulterende stuk over pijnbeleving bij ongewervelde diersoorten werd opgepikt door de Britse NewScientist en van daaruit door The Washington Post. Nadien vond ik het terug op tientallen sites van kranten en bladen, vertaald in het Deens, Arabisch en Chinees. Dit vertel ik niet om op te scheppen: het simpele gegeven dat je eigenlijk helemaal niet kunt stellen dat 98 procent van alle diersoorten op aarde geen pijn voelt, was wereldnieuws.
Sindsdien ben ik gefascineerd door dingen die we makkelijk vergeten te zien of totaal niet begrijpen.
En de waterwereld is een dankbare leverancier van precies dit soort zaken. Neem de kwalproblematiek. Wereldwijd werkt men aan sterk uiteenlopende ‘oplossingen’ voor zogenoemde jellyfish blooms. De Koreanen zetten in op robotische kwalversnipperaars, de Duitsers denken aan hormoonkuren.
Maar wie of wat is die kwal precies? Waar komen babykwalletjes vandaan? Italiaan Boero meent dat de kwalpopulatie wel weer slinkt als de vispopulatie herstelt. De Noren zinken nu kwallen af in fjorden, vastgeketend aan betonnen rasters, om te kijken of iets ze überhaupt opeet. Vervullen ze niet één of andere cruciale rol in onderwaterecosystemen? We weten het niet.
Jammer van de vis, maar waarom is water ‘ons’ probleem?
Wat we wel weten: het dagelijks leven is sterk waterafhankelijk. Onze belangrijkste infrastructuren lopen via water, water bepaalt waar we kunnen wonen, en water is de hoofdreden van ons bestaan.
Alle data die we internationaal op elkaar afvuren, lopen niet via satellieten, maar via een extreem uitgebreid netwerk aan trans-Atlantische onderzeekabels van honderdduizenden kilometers lang. Wil je de westerse economie echt een klap toebrengen, boor dan geen vliegtuig in een zakentoren, maar snij wat kabels door.
En veruit de meeste fysieke handelswaar – zo’n 90 procent – wordt vervoerd over zee. Containerschepen worden almaar groter. Eigenlijk heeft dat alleen maar voordelen voor China. Voor Nederland is het vooral een belasting van de staatskas. Havens moeten steeds dieper baggeren om de massale schepen doorgang te bieden, maar slechts een klein percentage baggerkosten wordt doorberekend in de havengelden. In Amerika vertikken ze dat. Daar kunnen die allergrootste containerschepen, klasse Emma Maersk en groter, nergens aanmeren.
Dan die stijgende zeespiegel. De eerste officiële ‘watervluchtelingen’ zijn al een feit in een land als Bangladesh. Niet oorlog, maar water zal steeds meer mensen uit hun woonplaats drijven. Een vreemde tegenstelling doet zich daarbij voor. Je kunt onder water staan en tegelijkertijd juist last hebben van een groot watertekort: een tekort aan drinkwater.
Van al het water op aard is slechts 2,6 procent drinkbaar - met name oppervlaktewater en grondwater - waarbij vooral landbouw een grootgebruiker is. Waarom geen drinkwater uit zout water halen? Dat kost veel te veel energie. Er zijn twee methodes: destillatie, veel te duur, en omgekeerde osmose, dat is iets beter maar heeft ook allerlei nadelen. Daar komt bijvoorbeeld ontzettend veel zout bij vrij en dat loost men dan doorgaans weer in zee. Toch zet een land als Israël al fors in op deze technologie.
Toch is veel drinkwater hebben ook niet altijd handig. In Jakarta heb je diep in de grond rijke wateraders: aquifers. Bedrijven als Coca-Cola en Heineken bouwden hun fabrieken erbovenop. Zij pompen samen zoveel water omhoog, dat ze de stad zelf letterlijk de grond in pompen. Het land verzakt.
Als je benieuwd bent naar hoe het kan dat watervoorraden privately owned raken door bedrijven als Coca-Cola, moet je de documentaire Blue Gold: World Water Wars (2008) maar eens kijken. Saillant detail: de familie Bush, van oudsher in de olie, begon deze eeuw met het grootschalig opkopen van honderdduizenden hectares land in Paraguay waaronder zich één van de grootste aquifers in de wereld bevindt. Dit gebied wordt al het Midden-Oosten van het water genoemd.
Wat ga ik daarmee doen?
Een verzakkend Jakarta loopt op den duur onder water. Waar moeten alle inwoners dan heen? Gelukkig heeft Indonesië een goede vriend aan Nederland, die graag zijn trouwe baggeraars eropuit stuurt om nieuw woonterrein te realiseren. Weldra start bagger-Nederland met de aanleg van een eilandenrijk in de vorm van de grote mythische vogel Garuda, voor de kust van Jakarta.
Het is een gek idee dat wanneer de oceaan eenmaal verwordt tot een doods ondrinkbaar waterbassin, het er aan de oppervlakte nog steeds hetzelfde uitziet
Daarmee bouwen Nederlandse baggeraars waarschijnlijk vooral een ontzettend milieuprobleem, want we weten inmiddels dat lukraak eilanden neerplempen slecht valt bij de natuur. Zo zijn Dubai’s artificiële palmboomeilanden enorm vervuild geraakt omdat de zaak amper doorstroomt. In het proces ging ook een hoop koraalrif in de Perzische golf ter ziele en het is onduidelijk in hoeverre er al sprake is van het beloofde koraalrifherstel.
Overigens waren het miljoenen jaren lang vooral diezelfde koraalriffen die aan eilandenbouw deden. Nu ze in rap tempo het bijltje erbij neergooien, ga je je afvragen hoe erg dat is. Waarom brullen milieuorganisaties altijd dat we de koraalriffen moeten redden, en: hoe doe je dat dan? Weten we al wat een koraal precies is? Of wat het van het leven wil? Misschien zijn ze wel gebaat bij meer plastic in zee in plaats van minder.
Het is een gek idee dat wanneer de oceaan eenmaal verwordt tot een doods ondrinkbaar waterbassin, het er aan de oppervlakte nog steeds exact hetzelfde uitziet. Misschien is dat wel het probleem van water. Daarom verkies ik ter invulling van dit broodnodige correspondentschap Waterwereld – waarbinnen ik hoop interacties tussen mens en water te doorgronden – de dieptes boven de vergezichten. Alle hulp is welkom. Duikt u mee?