Quizvraag: waar ligt dit vluchtelingenkamp?
A) De Derde Wereld B) Ver van mijn bed C) Timboektoe D) In onze achtertuin
De geur is die van rook. Rook om van te hoesten, vol kleine stukjes as. Tussen de rijen legergroene tenten waait het je tegemoet. Het is koud, zelfs op een strakblauwe dag als deze. Een meisje in een roze trui veegt het stukje grond voor haar tent schoon met een bosje twijgen. Naast haar houdt een kind dat net kan lopen zich wankel staande op twee gescheurde schoentjes. Hij kauwt gretig op een stukje hout. Even verder wappert een moeder de strontvliegen bij haar baby vandaan.
In dit vluchtelingenkamp is helemaal niets. Geen eten, geen schoon drinkwater, geen schone kleding. Geen medicijnen ook, geen dokter of advocaat. Voor het hele kamp zijn zes koude douches beschikbaar, en evenveel toiletten, die volledig onder de stront zitten en steeds overstromen. ’s Nachts breken gevechten uit om brandhout, of een beetje brood.
In dit vluchtelingenkamp is helemaal niets. Geen eten, geen schoon drinkwater, geen schone kleding. Geen medicijnen ook, geen dokter of advocaat
Oh help, denk je nu, niet wéér een stuk over vluchtelingen. We kennen het riedeltje inmiddels wel. Een moeilijk te begrijpen conflict doet miljoenen op de vlucht slaan. Ze kijken radeloos in elke camera en beklagen zich luidkeels over hun lot. Wij zappen verder. Want vluchtelingenstromen staan voor een andere wereld dan de onze. De ‘derde wereld’ is dáár, niet hier.
Maar dan de quizvraag van vandaag: waar bevindt zich bovenstaand kamp? Jordanië misschien? Pakistan? Turkije?
Nee. Dit kamp ligt op ons eigen continent. Bij een grens die bewaakt wordt door Nederlandse politiemensen. Niet vanwege één of andere VN-missie, maar omdat het ónze grens is.
Horrorkamp Harmanli
Dit vluchtelingenkamp ligt in Bulgarije, oftewel: de Europese Unie. Sinds enkele maanden steken dagelijks zo’n veertig tot zeventig asielzoekers de Turks-Bulgaarse grens over. Het zijn voornamelijk Syriërs, maar ook Afghanen, Iraniërs en een enkele Malinees. Op paarden of achterin trucks trokken ze vanuit hun thuisland naar Turkije. Sommigen betaalden duizenden euro’s voor de tocht. Het laatste deel van hun reis ging te voet, door de bossen de grens over. De één vindt de weg in drie uur, de ander in drie dagen. Maar dan zijn ze er. Eindelijk in Europa. Eindelijk veilig.
Eenmaal in Bulgarije lopen ze naar Golyam Dervent, of één van de andere grensgehuchten. Ze krijgen er wat water, en de dorpsbewoners bellen de politie. Dan worden ze naar een van de “ontvangst-centra” gebracht. In Pastrogar, Banya, of zoals hier, in het stadje Harmanli, waar zo’n 1.100 mensen – waaronder 300 kinderen - met elkaar zitten opgesloten. De ijzeren poort gaat alleen open voor wie een bewaker weet om te kopen.
Het is hier net Guantanamo Bay! Alhoewel? Daar krijg je tenminste nog te eten
De asielzoekers weten niet wat ze overkomt. Ze zijn nu toch in Europa, daar doen ze toch aan mensenrechten? ‘We worden hier niet behandeld als mensen, maar als beesten,’ zeggen ze.‘Het is hier net Guantanamo Bay. Alhoewel? Daar krijg je tenminste nog te eten.’
Een aangekondigde ramp
Toch zit de tragiek niet alleen in de kou en de honger die deze mensen te verduren krijgen. De echte tragiek zit in het feit dat dit drama ver van tevoren werd voorzien. Zoals het hier gaat, gaat het namelijk altijd en overal: als ergens een grens wordt “verzegeld”, zoals dat heet in grensbewakingsjargon, opent even verder een nieuwe route naar Europa. De asielzoekers trekken naar Bulgarije, omdat de Europese Unie één grens verder - in Griekenland - succesvol haar poorten heeft gesloten.
Maar Bulgarije, het armste land van de EU, is helemaal niet uitgerust om die mensen te ontvangen. En zo zijn de erbarmelijke omstandigheden in het ontvangst-centrum in Harmanli het logische gevolg van beleid dat eerder dit jaar nog als hét Europese succesverhaal gold.
Hoe heeft dat precies kunnen gebeuren?
Dat wordt duidelijk op de Grieks-Turkse grens. Bijna de hele grens wordt gevormd door een brede rivier. De Grieken noemen deze rivier de Evros, de Turken de Maritsa. Bij de grensovergang tussen het Griekse Kastanies en het Turkse Edirne, loopt de grens zo’n 10 kilometer over land. Dit is de plek die tot voor kort door veel migranten werd gekozen voor de oversteek naar Europa. Tot de Grieken er met hulp van de Europese Unie vorig jaar een hek neerzetten. (Kosten: 3 miljoen euro.)
Voor de wachtpost op de grensovergang staan twee Griekse jongens in uniform op wacht. Ze dragen een groot geweer, dat met ducttape bij elkaar gehouden wordt. ‘Het is een stuk rustiger sinds dat hek er staat,’ zegt een van de jongens. ‘Sinds de komst van Frontex zijn er steeds minder mensen die Griekenland illegaal proberen in te komen.’
De cijfers onderstrepen zijn observaties: sinds december 2012, toen het hek werd voltooid, is het aantal migranten dat de grens over probeerde te komen gedaald. In de Evrosregio werden in juli 2012 nog 6.500 migranten gearresteerd door de Griekse grenspolitie. In augustus 2013 waren dit er 1.800, in september 71, in oktober 26 en in november geen.
Toch weerhoudt zelfs een gemilitariseerde grenszone en kilometers prikkeldraad enkelen er niet van het tóch te proberen. De grenswacht is zichtbaar aangedaan als hij erover vertelt. ‘Deze week waren het er vier. We troffen hen aan, met vreselijke verwondingen. Ze hadden geprobeerd over het prikkeldraad te klimmen.’ Artsen Zonder Grenzen schat het totale aantal ‘irreguliere’ migranten dat bij de grens staande wordt gehouden op 10 á 15 per maand.
Een daling van 95 procent in één jaar tijd. Griekenland zit potdicht .
Terug de zee op
Maar waar een wil is, is een weg. Een hek lost het probleem niet op, maar verplaatst het. Naar de zeegrenzen bijvoorbeeld, waar migranten alsnog het land proberen binnen te komen. Wanneer je de cijfers van gearresteerde migranten voor en na de bouw van het hek vergelijkt, is de verschuiving naar de zee overduidelijk. In de eerste negen maanden van 2012 werden 1.329 mensen gearresteerd in de Aegeïsche zee, na de bouw van het hek, in de eerste negen maanden van 2013, waren dat er 8.052.
Op zee kun je geen hekken bouwen, en dus worden daar andere middelen gebruikt om de stroom asielzoekers in te dammen
Op zee kun je geen hekken bouwen, en dus worden daar andere middelen gebruikt om de stroom asielzoekers in te dammen. De Duitse ngo Pro Asyl spreekt in een recent rapport over zo’n 2.000 asielzoekers, die door Griekenland in de afgelopen maanden met geweld en intimidatie werden ‘teruggeduwd’ richting Turkije. Een 26-jarige Syriër vertelde de organisatie hoe dat precies in zijn werk gaat: ‘Onze boot was gescheurd en de Griekse kustwacht had de boot vastgebonden met een touw. Ze brachten ons [in hun boot] terug naar de Grieks-Turkse wateren en gooiden ons daar één voor één terug in onze boot. Toen sneden ze het touw door. Er was geen motor, geen benzine, en er waren geen roeiriemen.’ Op volle zee moesten ze maar hopen dat de Turkse politie hen zou vinden.
Zulke “push-backs” zijn in strijd met de Conventie van Genève, die bepaalt dat iedereen het recht heeft om zijn of haar asielrelaas individueel onder de aandacht te brengen bij zijn of haar gastland. Een groep asielzoekers mag dus niet zomaar, zonder registratie en zonder individuele asielprocedure, terug de grens over geplaatst worden. Hoewel de Griekse regering deze "pushback"-operaties vooralsnog ontkent, zijn er inmiddels ook bij Amnesty en UNHCR vele getuigenissen over binnengekomen.
Op naar Bulgarije
Even recapitulerend: bij de Griekse-Turkse landsgrens staat een hek, de rivier is levensgevaarlijk en op zee duwen gemaskerde mannen brakke boten terug de Turkse territoriale wateren in.
Dus zoeken asielzoekers hun heil tegenwoordig een grens verder, in Bulgarije. Een land dat nog niet zo heel lang geleden zélf een land was om uit te vluchten. Bulgarije heeft naar eigen zeggen de capaciteit om 5.000 asielzoekers op te vangen, maar heeft er sinds het begin van 2013 al 8.700 binnengekregen. Dat aantal zal naar schatting oplopen tot 11.000 voor het eind van het jaar.
De Bulgaren beginnen in allerijl dus het Griekse voorbeeld te volgen. Sinds begin deze maand zijn 1.200 extra Bulgaarse politiemannen naar de grens gestuurd. En ook Frontex doet mee: er werken nu twintig man - uit Nederland, Roemenië, Polen en Spanje - ter ondersteuning van de Bulgaarse grenspolitie. Vijftig extra Frontexagenten zijn onderweg. De regio wordt overspoeld met militair personeel. Er is geen hotel meer te vinden in de buurt, want alle kamers zitten vol met grensbewakers.
Wat ze doen als ze een groep migranten zien aankomen? ‘Dan proberen we ze te overreden terug naar Turkije te gaan,’ zegt een lange Bulgaarse grenswacht, hand op zijn gummyknuppel. ‘Als ze niet uit eigen beweging teruggaan, houden we ze vast tot onze Turkse collega’s hen komen ophalen.’ In februari 2014 moet bovendien een hek van 30 kilometer de landgrens afsluiten.
De asielzoekers mogen Europa dan bereikt hebben, voor ze het weten zitten ze weer in Turkije. Om dat in perspectief te plaatsen: Turkije heeft naar schatting al zo’n 500.000 Syrische vluchtelingen binnen haar grenzen. Dat is bijna twee keer de 280.000 asielzoekers die de gehele EU in 2012 te verwerken kreeg. Toch blijven EU-ministers, ook de Nederlandse, hameren op ‘opvang in de regio.’
So what?
Nu zeg je misschien: wat is precies het probleem? Een land, of een Unie, mag toch gewoon haar grens bewaken?
Ja, dat is natuurlijk zo. Maar de situatie in Bulgarije laat zien dat ons huidige beleid vol paradoxen zit.
De eerste paradox is dat wij in Europa een prachtig asielsysteem hebben opgetuigd, vol rechtvaardig bedoelde procedures om te beoordelen of iemand terecht asiel aanvraagt, maar tegelijkertijd is het onmogelijk om legaal in dat asielsysteem terecht te komen. Je moet als asielzoeker dan eerst naar Europa komen en daarvoor moet je tegen de regels een Europese grens over.
De tweede paradox is daardoor dat de meeste asielzoekers, om ons continent te bereiken, aangewezen zijn op mensensmokkelaars die we tegelijkertijd met hand en tand bestrijden. Want veel EU-politici vinden: de migranten vallen ‘ten prooi’ aan de smokkelaars, en wat nodig is, is een ‘crack down on this disgusting business.’ Dat de smokkelbranche in de kaart wordt gespeeld door het ontbreken van legale manieren om aanspraak te maken op Europa’s asielsysteem, wordt achterwege gelaten.
En zo komen we uit bij de derde paradox, die schuilt in de term ‘gezamenlijk asielbeleid’. Sinds deze zomer is er het Common European Asylum System (CEAS), om in alle lidstaten dezelfde hoge asielstandaarden te introduceren. Maar dat het sluiten van een grens in Griekenland een humanitaire ramp in het naburige Bulgarije teweeg brengt: daar wordt geen rekening mee gehouden. Zo komen asielzoekers terecht in landen die niet klaar zijn hen op te vangen.
‘Waren we maar nooit gekomen’
Bulgarije is het armste land van de Europese Unie. De nieuwe migrantenstroom, door de sluiting van de Turks-Griekse grens, wordt door de bevolking beschouwd als de zoveelste last. Deze zomer dreigde een Bulgaar zichzelf in brand te steken als in zijn dorp een asielzoekerscentrum gebouwd zou worden. De overheid lijkt toe te geven aan dit sentiment: op 13 november presenteerde de Bulgaarse regering in het parlement een wet om alle open asielzoekerscentra tot gesloten centra, zoals in Harmanli, te maken.
En dat verdient geen mens. Malalai (25) uit Afghanistan, die samen met haar vader, moeder en vijf broers en zussen al tien dagen opgesloten zit in het centrum in Harmanli, heeft net als de meeste mensen in het kamp, nog geen asiel aangevraagd in Bulgarije. Daarvoor is namelijk de hulp van een advocaat nodig, en die moet betaald worden: 120 euro. Om het kamp uit te komen moet bovendien een Bulgaar voor de asielzoeker garant staan. Nog eens honderden euro’s.
‘In Afghanistan kenden wij geen honger,’ zegt Malalai. Ze staart naar de grond. In de grauwe as van het koude vuur voor haar tent staat een metalen blik met zeven koude aardappels. ‘Elke dag aardappelen. Het is het enige wat we kunnen kopen. Ik wou dat we hier nooit waren gekomen.’
Deze reis hebben wij op eigen initiatief ondernomen. Een deel van de kosten werd vergoed door het Postcodeloterijfonds voor Journalisten van Free Press Unlimited. Er werden aan deze bijdrage geen voorwaarden verbonden.