Waarom zijn vrouwen vaker ziek dan mannen? Een reactie op jullie vragen

Lisa Peters
Journalist, gespecialiseerd in gender
Beeld: Hollandse Hoogte

(Waarom) zijn vrouwen vaker ziek? Twee weken geleden plaatste ik een oproep. Hier een overzicht van de inzichtgevendste vragen én antwoorden.

Twee weken geleden vroeg ik jullie mee te denken over de oorsprong van vermeende gezondheidsverschillen tussen mannen en vrouwen.

‘Grappig,’ merkte een van jullie op, ‘dat in een samenleving waarin man en vrouw gelijkwaardig (zouden moeten) zijn, we de twee in de zorg juist niet over één kam moeten scheren.’

Vrouwen slikken meer medicijnen dan mannen. Uit dat ze ook meer bijwerkingen ervaren. En ze gaan vaker naar de

Wordt het mannenlichaam in de gezondheidszorg als norm genomen? Of spelen andere factoren een rol in dit onderscheid? Zoals het gemak waarmee hulp wordt gezocht, de verschillen in de ervaring van pijn, de levensverwachting en een eventuele zwangerschap?

Wat zeggen de cijfers?

Kijk eens naar deze grafiek. Ook mee te tellen, nemen vrouwen meer medicijnen dan mannen.

Vooral in de leeftijd van 14 tot 75 is het verschil tussen mannen en vrouwen groot. Tot het tiende en na het tachtigste levensjaar nemen mannen juist iets meer medicijnen.

Over welke geneesmiddelen gaat het dan, vraagt een aantal van jullie zich af. Met boog ik me over de cijfers. Bij welke geneesmiddelen zien we de grootste verschillen tussen mannen en vrouwen?

Het verschil in geslikte medicijnen komt overeen met het ziektebeeld van Nederlanders. Vrouwen zijn gemiddeld vaker hebben vaker last van een en dan mannen. Op al die gebieden nemen ze ook meer medicijnen.

Wel opvallend is dat vrouwen in vergelijking met mannen meer slikken. Wil dat zeggen dat vrouwen vaker last hebben van een infectie? Voor een is dit zeker het geval. Dat vrouwen gemiddeld ouder worden zou een andere verklaring kunnen zijn. Hier ga ik zeker nog naar kijken.

De medicijnen die mannen vaker op recept krijgen, wekken de schijn dat ze vaker last hebben van een te hoog en van Waarom geldt dat niet voor vrouwen? Opmerkelijk is dat in 2012 méér vrouwen aan hart- en vaatziekten Een mogelijke verklaring is dat er gewoonweg meer vrouwen overleden. Ook hier wil ik verder in duiken.

Een lid, trombosedeskundige, wijst er onder mijn stuk op dat zijn collega’s vaak meer aandacht hebben voor de vrouw. De anticonceptiepil zou een hebben op het ontwikkelen van Opmerkelijk is dat juist mannen die al eens aan deze vorm van trombose leden een lopen op de terugkeer ervan. Dit geldt overigens niet voor álle hart- en vaatziekten. Zo is vrouw-zijn een risicofactor bij een hartritmestoornis.

Nog iets: wordt bij mannen sneller ‘gezien,’ terwijl vrouwen eerder de diagnose krijgen. Veel lezers willen graag meer weten over de diagnosticering van depressie en autisme. Het eerste wordt bij vrouwen vaker vastgesteld en het tweede komt bij mannen meer voor. Welke verklaringen bestaan hiervoor?

Of zijn er nog sociale verklaringen?

Alle pillen, crèmes of middelen die hierboven zijn genoemd, zijn bij de apotheek verkrijgbaar. De grafieken gaan over de medicijnen die door de basisverzekering worden vergoed. Maar gebruiken mensen deze medicijnen ook? Nee dus. Bijna 40 procent van de Nederlandse medicijngebruikers neemt daadwerkelijk het voorgeschreven geneesmiddel, zo blijkt uit een enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit 2009.

Is het slikken van medicijnen door vrouwen wellicht sociaal geaccepteerder dan het voor de buis wegtikken van een sixpack?

Overigens zijn dit niet de enige pillen die worden geslikt. Bijna 40 procent van de vrouwen tegenover 28,7 procent van de mannen neemt in 2013 niet-voorgeschreven medicatie. Het medicijnkastje in de badkamer - of de handtas van een vrouw, zoals een lezer opmerkt - wordt veelvuldig gebruikt voor zelfmedicatie. Maar wat zijn de gevolgen van het nemen van zo’n medicijncocktail op het effect en de bijwerkingen van een geneesmiddel?

‘Is het slikken van medicijnen door vrouwen wellicht sociaal geaccepteerder dan het voor de buis wegtikken van een sixpack?’ vraagt een van jullie. Met andere woorden: nemen vrouwen sneller een pil waar een man eerder naar de fles zou grijpen? Ik wil die vraag proberen te beantwoorden.

Dus: aanstellers of uitstellers?

De grootste discussie ontstond rondom de vraag: stellen vrouwen zich aan of stellen mannen een doktersbezoek te vaak uit? Dat vrouwen vaker naar de dokter gaan, zou volgens veel van jullie te maken hebben met een lagere drempel voor vrouwen om over hun klachten en gevoelens te praten. Dat werd overigens net zo vaak weersproken. Ik ontving een aanzienlijk aantal berichten van vrouwen die kampen met heftige menstruatie- en overgangsklachten en zich vaak niet serieus genomen voelen.

Er ontstond een gesprek over het ervaren van pijn. Dat ging van ‘ik heb altijd begrepen dat mannen een lagere pijngrens hebben’ tot ‘de gemiddelde man heeft juist een hógere pijngrens.’ Ik hoop op deze vraag de komende maanden meer duidelijkheid te krijgen.

Bovendien worden vraagtekens geplaatst bij medicijnonderzoek. Volgens een onderzoeker worden kinderen, ouderen en mensen met verschillende etnische achtergronden ondervertegenwoordigd. Op vrouwen worden volgens hem de meeste geneesmiddelen in ieder geval in de laatste fase van het onderzoek óók getest. Een bioloog vraagt zich hierop af of ‘de data van mannen en vrouwen los geanalyseerd en met elkaar vergeleken worden of op één hoop worden gegooid?’ Hierop hoop ik meer duidelijkheid te bieden.

Dan nog een paar van jullie interessantste vragen op een rij:

  1. Welke bijwerkingen ervaren vrouwen wel en mannen in mindere mate bij bepaalde medicatie? Hoe komt dit?
  2. Als blijkt dat vrouwen minder vaak deelnemen aan geneesmiddelenonderzoek, wat staat hun deelname dan in de weg?
  3. Hoe zit dit bij dierproeven?
  4. Stellen mannelijke artsen op andere wijze diagnoses dan hun vrouwelijke collega’s?
  5. Wat is het effect van hormonen op de gezondheid?
  6. Wat is het verschil tussen sekse en gender?
  7. Hoe zit het met genderverschillen in de gezondheidszorg in andere landen?
  8. Wat gaat er eigenlijk al wel goed wat betreft gender in de zorg?

Ten slotte merken een paar leden op dat mijn oproep vooringenomen was. Ik wist volgens hen al wat de uitkomst van het onderzoek zou zijn. Hierop kan ik zeggen dat mijn achtergrond (genderstudies) vormend is voor mijn blik. Mijn hypothese is dat gender een rol speelt in onze gezondheidszorg. Door dit bloot te leggen denk ik te kunnen ontdekken welke onbewuste aannames erachter schuilgaan én wat de mogelijk onbedoelde gevolgen hiervan zijn. Maar misschien speelt gender helemaal géén rol en zijn de verklaringen heel anders. Voor die mogelijkheid sta ik uiteraard ook open.

Ik verwacht overigens niet dat dit alleen effect heeft op vrouwen, maar ook van invloed kan zijn op de zorg voor mannen. Onderweg waardeer ik jullie kritische oog, nieuwsgierige vragen en behulpzame tips ten zeerste.

En nu?

Behalve (huis)artsen namen psychiaters, een onderzoeker van Oxford University en een medewerker uit de farmaceutische industrie contact met me op. Met hen zal ik in gesprek gaan.

In mijn eerstvolgende stuk wil ik een kijkje nemen in de wereld van dierproeven. Hoe worden testen op deze proefkonijnen uitgevoerd? Zeggen de resultaten iets over de werking van medicijnen bij mensen? En natuurlijk: welke rol spelen sekse en gender bij dierproeven?

Meer lezen?