Toeval bestaat: kijk maar naar de nummer 1 van de Premier League
Een bescheiden club met een kleine begroting staat bovenaan in de rijkste voetbalcompetitie ter wereld. Daar kunnen andere clubs van leren. Of niet? Met coauteur Sander IJtsma analyseerde ik de prestaties van Leicester City.
Als een zwakke ploeg na drie of vier speelronden aan kop van de ranglijst staat, kijkt niemand daarvan op – dat is toeval.
Als een zwakke ploeg na drie of vier maanden nog steeds hoog staat, zijn er verklaringen nodig. Meestal heet het dat de spits in vorm is of dat de coach een meesterbrein is. Een of twee weken later begint de ploeg weer met verliezen en gelden de verklaringen niet meer.
Maar als een zwakke ploeg na 33 wedstrijden nog steeds bovenaan staat, in de zwaarste en rijkste voetbalcompetitie van de wereld, met een ruime voorsprong op de nummer twee, dan verandert de zaak. Daar moeten structurele verklaringen voor zijn, zou je zeggen.
Kan dat nog toeval zijn?
De ploeg in kwestie is Leicester City, een kleine, relatief arme club, die met een voorsprong van zeven punten aan kop staat van de Engelse Premier League.
Theoretisch is ‘Leicester’ nagenoeg onmogelijk. Het verband tussen geld en voetbalsucces is slaapverwekkend sterk. Als de rijkste club niet kampioen wordt, dan is het wel de een-na-rijkste club. En als de een-na-rijkste club niet kampioen wordt, dan wel de een-na-een-na-rijkste club - zo gaat het al decennia.
Tot dit seizoen.
Nu lijkt het erop dat de een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na- rijkste club kampioen wordt. Een geweldig verhaal! En dus regent het verklaringen en lessen. Het zijn (soms) heerlijk geschreven, (vaak) goed uitgezochte, en (vrijwel altijd) erg overtuigend klinkende analyses .
En ze zijn waarschijnlijk fout. Want hoe we de prestaties van Leicester ook bekeken, het is lastig om lessen te ontwaren in wat de ploeg heeft gedaan.
Misschien is dat de les wel: soms is er geen les.
Een omgekeerde versie van Borussia Dortmund 2014/2015
Laten we wat preciezer kijken naar Leicesters prestaties. Heeft de club misschien wat geluk gehad?
Dat is theoretisch mogelijk. Voetbal is een sport waarin zwakkere ploegen geregeld winnen van sterkere. Soms kunnen zwakke ploegen zelfs een hele serie wedstrijden winnen. Andersom kan ook: Borussia Dortmund, een consistent sterke ploeg, stond na de eerste helft van het seizoen 2014/2015 gedeeld laatste in de Bundesliga.
Een ploeg die consistent meer kansen creëert dan zijn tegenstanders, zal op termijn hoog eindigen
Maar sommige analisten voorspelden toen al dat Dortmund zich zou herstellen. Dat was mogelijk door naar de ‘onderliggende’ kwaliteit van de ploeg te kijken – de doelkansen die een ploeg voor en tegen krijgt, uitgedrukt in Expected Goals, een manier om de kwaliteit van de kansen te beoordelen. Een ploeg die consistent meer kansen creëert dan zijn tegenstanders, zal op termijn hoog eindigen. Dortmund was zo bezien ‘eigenlijk’ vierde – en niet gedeeld achttiende. Het had ze simpelweg tegen gezeten.
En inderdaad: de ploeg klom na de winterstop razendsnel op en werd uiteindelijk zevende .
Is Leicester 2015/2016 een omgekeerde versie van Dortmund 2014/2015?
Arsenal, kampioen van de grote getallen
Zie hieronder de daadwerkelijke ranglijst van de Premier League en de onderliggende ranglijst met Expected Goals (vanaf hier: xG).
In het xG-model van Sander IJtsma staat Leicester op de vierde plaats. In een alternatief model dat hij gebruikt, dat behalve schoten ook onder andere kijkt naar kansen op schoten, staat Leicester zelfs nog lager, op de achtste plaats. Vergelijkbare modellen van andere voetbalanalisten komen op ruwweg hetzelfde uit.
Kortom: als Leicester kampioen wordt, is het een onwaarschijnlijke kampioen. De kampioenen van de afgelopen jaren waren immers zonder uitzondering eerste of tweede in de Expected Goals-modellen.
Wie dan wel de beste ploeg van dit seizoen in Engeland is, volgens die modellen? Arsenal. ‘Als het seizoen 1.000 keer gespeeld zou worden,’ zegt prestatieanalist Omar Chaudhuri van voetbaldata-consultancy 21st Club, ‘zou Arsenal meestal kampioen zijn.’
En Leicester als vierde of vijfde ploeg dus niet.
Zijn Leicesters kansen beter dan de data doen denken?
Nu zijn modellen per definitie niet perfect. Misschien missen ze iets aan het speltype van Leicester. Leicester speelt ‘countervoetbal’: het gunt de tegenstander de bal, trekt zich terug op eigen helft, en racet na balverovering als een roedel wilde honden naar voren.
Sommige schoten die hieruit voortkomen zijn anders - beter - dan schoten die voortkomen uit geduldig balbezitspel. Dat komt doordat er minder tegenstanders in de buurt zijn van de schutter. Die stonden immers nog op de helft van Leicester. De modellen missen dit, gedeeltelijk, omdat de data over de positie van de spelers niet beschikbaar zijn. De xG-ranglijst onderschat Leicester misschien dus .
En wie weet missen we nog meer aan Leicester. Voetbal is immers een complexe sport. Zoals Ted Knutson, een vooraanstaande analist, vorige week blogde: ‘I don’t know everything. Hell, I barely know anything. As a whole, we [data-analisten, MdH] know the tiniest bit about how football works.’ (Noot: vechtlust, mentaliteit, en een positieve sfeer in de ploeg missen de modellen waarschijnlijk niet. )
We missen met ons model zeker dingen. Maar dan nog denk ik niet dat Leicester de beste ploeg is.
Maar met de informatie die wel beschikbaar is, lijkt het erop dat Leicester flink wat geluk heeft gehad. ‘We missen met ons model zeker dingen,’ zegt Chaudhuri. ‘Maar dan nog denk ik niet dat Leicester daadwerkelijk de beste ploeg van Engeland is.’
Een serie van 38 wedstrijden is dus niet lang genoeg om de beste ploeg te laten bovendrijven.
Opmerkelijk? Zeker.
Maar opmerkelijker, veel opmerkelijker, is dat Leicester - de een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-een-na-rijkste club - überhaupt zo goed presteert.
Het suggereert dat Leicester niet sterk, maar slim is. Dat het iets weet over voetbal wat andere ploegen niet weten.
Hoe is die prestatie anders te verklaren?
Hoe kun je met een selectie nobody’s zo goed presteren?
Nou, met nog wat meer geluk. De xG-modellen rekenen namelijk niet met alle toevalligheden af.
Een van die toevalligheden: strafschoppen. Soms krijg je ze wel, soms niet. Maar als je ze krijgt, dan is het een mooi cadeau. De kans waaruit de strafschop ontstond is vrijwel altijd veel kleiner dan de strafschop zelf. En terecht gegeven of niet, Leicester heeft veel cadeaus gekregen: tien.
Nu is een strafschop vaak ook een verdienste. En misschien lokt Leicesters spel wel strafschoppen uit. Maar dan nog is het verschil met andere ploegen enorm. Leicester kreeg tien strafschoppen voor en twee strafschoppen tegen: een saldo van plus acht. Vier meer dan de volgende op deze ranglijst. En vergelijk het ook met Arsenal: dat kreeg maar twee strafschoppen.
Hoe belangrijk dit is? Het kan aantikken. In de laatste twee wedstrijden kregen Leicesters tegenstanders bij een 0-0-stand geen strafschop, waar dat zomaar anders had gekund. Southampton had zelfs twee keer een strafschop kunnen krijgen.
Sommigen zien hierin een toevallig patroon. Zoals voetbalblogger Michael Caley ironisch tweette, na een handsbal van een Leicesterverdediger tegen Sunderland: ‘(...) Premier League referees have determined Leicester players may now defend with their hands.’
Leicester City 1 - Tegenstander 0
Leicester heeft veertien van zijn twintig winstpartijen gewonnen met een doelpunt verschil
Een tweede toevalligheid: Leicester heeft veel wedstrijden gewonnen met minimaal verschil.
Om precies te zijn: vijftien van zijn twintig winstpartijen won het met één doelpunt verschil. Dat is veel. Analist Mark Taylor becijferde dat ploegen met het doelsaldo van Leicester in het verleden gemiddeld negen wedstrijden wonnen met een doelpunt verschil. Dat zijn dus tien bonuspunten voor Leicester.
Steeds met 1-0 of 2-1 winnen kan een kwaliteit zijn, maar het is moeilijk in te zien hoe.
Als Leicester voorstaat trekt het zich vaak terug op eigen helft, maar dat doen ze niet per se om de 1-0 te verdedigen. Dat doen ze omdat ze de tegenstander willen verleiden om risico te nemen, en daarvan te profiteren met een counter - de grote kwaliteit van de ploeg. Je zou dus juist méér goals verwachten. Maar die scoorde Leicester niet.
Of falen de grote ploegen gewoon?
Een derde toevalligheid is de belangrijkste: het collectieve falen van de grote ploegen. De rijkste ploegen van Engeland presteren collectief veel minder dan verwacht.
Chelsea? De huidige kampioen en aan het begin van het seizoen de grote favoriet van de bookmakers. Chelsea’s totale ineenstorting is even groot als Leicesters succes. Zelden zal een kampioen zo zijn geïmplodeerd.
Manchester City? De rijkste club van Engeland met een dito collectie aanvallend talent. Maar sinds de jaarwisseling is de ploeg in verval, waarschijnlijk door de vele blessures.
Arsenal? Doelkansen volop (al waren het zonder blessure-epidemie nog meer geweest). Maar dit seizoen missen de aanvallers een onbegrijpelijk aantal goede kansen.
En dan zijn er nog Liverpool, Manchester United, en Everton. Geen topfavorieten voor de titel, maar wel dusdanig rijk dat ze het veel beter zouden moeten doen dan Leicester.
Kortom: als topclubs niet presteren als topclubs, kan een gewone club bovenaan eindigen. ‘In Spanje of Duitsland ,’ zegt Chaudhuri van 21st Club, ‘zou Leicester zeker geen kampioen zijn geworden.’
Doet Leicester zelf ook nog wat goed?
Misschien is dit het moment om te zeggen dat Leicester ook wat goed doet. Bij dezen:
‘Leicester doet ook wat goed.’
Het probleem is dat het niet duidelijk is wat Leiceister goed doet
Maar wát dan? Aan theorieën geen gebrek. De meeste ‘verklaringen’ richten zich op de afwijkende tactiek van Leicester.
Dat het heel anders speelt dan de grote ploegen klopt. De statistieken zijn er helder over. Balbezit: slechts in vier wedstrijden dit seizoen had Leicester meer balbezit dan de tegenstander. Passzuiverheid: laagste van de hele competitie. Aantal passes: een-na-laagste van de hele competitie.
Een klassieke Davidstrategie kortom, daarin zou de les schuilen. Klinkt goed - want als Leicester hetzelfde zou proberen als de grote clubs, maar dan met mindere spelers, dan zou het kansloos zijn. Het probleem is alleen dat Leicester verre van de enige ploeg is die deze tactiek hanteert. En die leidde nooit tot zulk succes.
Vorig seizoen was er bijvoorbeeld een ploeg in de Premier League die vrijwel dezelfde speelwijze hanteerde, met een zeer vergelijkbare spelersgroep, en toch slechts ternauwernood degradatie voorkwam. Welke ploeg dat was?
Leicester City.
Heeft Leicester niet simpelweg erg goede spelers?
Een andere veelgenoemde verklaring voor Leicesters succes? De spelers.
Spits Jamie Vardy, flankspeler Riyad Mahrez, en middenvelders N’Golo Kanté en Danny Drinkwater gelden als de ontdekkingen van het seizoen. De eerste drie zijn genomineerd voor de prijs van voetballer van het jaar.
Een aantrekkelijke theorie, maar ook een problematische. Want Vardy, Mahrez en Drinkwater speelden vorig jaar ook al bij Leicester. En zoals gezegd was dat een nogal onderweldigende ploeg. Het is niet aannemelijk dat ze opeens veel beter zijn geworden.
Wat dan wel? Mogelijk komen hun kwaliteiten beter uit de verf door de nieuwe spelers van de club. Kanté lijkt zonder meer een ontdekking te zijn. Ook verdediger Robert Huth en aanvaller Shinji Okazaki zijn direct basisspeler geworden. Wat ook helpt is dat de ploeg al meerdere seizoenen een heldere counterstijl heeft. Een competente scout weet dan precies wie hij moet zoeken. En spelers hoeven niet te wennen aan een nieuwe manier van spelen.
Wat dit seizoen verder anders maakt dan vorig seizoen is het gebrek aan blessures . Dat gaf Leicesters spelers de gelegenheid om op elkaar ingespeeld te raken. Negen spelers speelden 31 (van de 33) wedstrijden - een uitzonderlijk hoog aantal. Arsenal, Manchester City en Manchester United hebben juist veel spelers vaak moeten missen. Dit kan elkaar allemaal hebben versterkt.
En de nieuwe trainer, Claudio Ranieri? Die is in elk geval geen sta-in-de-weg geweest. Hij heeft de ploeg amper lastiggevallen met tactiek, vertelde hij aan de Italiaanse Corriere della Sera. Dat is niet per se slecht, maar het maakt het ook lastig hem te zien als de verklaring voor het succes.
Leicester en de need for closure
Op ons komt Leicesters succes over als een optelsom van toevalligheden omlijst door goed, maar onopvallend werk. De juiste spelers, de juiste speelwijze, in het juiste seizoen - een perfecte storm voor een sensationeel resultaat.
Nu is toeval nogal frustrerend als verklaring. Evenals een serie kleine deelverklaringen. Op de korte termijn is dat acceptabel, op de lange termijn niet. ‘De menselijke geest,’ schrijft natuurkundige Leonard Mlodinow in zijn boek The Drunkard’s Walk, ‘is gebouwd om voor elke gebeurtenis een duidelijke oorzaak te vinden.’ Psychologen spreken over N.F.C., the need for closure, een geestelijke noodzaak voor een heldere verklaring.
Voor Leicester is die verklaring er ook. Heel helder is die alleen niet.
Dit artikel schreef ik met Sander IJtsma.