Hoe Nederland opzettelijk belastingontwijking gemakkelijker maakte
Nederland is geen belastingparadijs, beweerden opeenvolgende bewindslieden van Financiën. Maar de geschiedenis laat zien hoe Nederland welbewust een gat in de wet schreef waardoor bedrijven hier belasting kunnen ontwijken.
De OESO, de club van rijke landen, denkt dat landen er miljarden aan belastingen door zijn misgelopen: mismatches met hybride leningen.
Als dat saaier klinkt dan een telefoonboek - dat is het ook. Mismatches met hybride leningen zijn echt stomvervelend.
Maar ze zijn ook verdomd belangrijk. Want het zijn belastinglekken als deze die Nederland zo’n gewilde vestigingslocatie maken voor belastingschuwe bedrijven.
En al beweerden opeenvolgende staatssecretarissen en ministers van Financiën dat Nederland geen belastingparadijs is, de geschiedenis van de hybride mismatch laat zien hoe Nederland belastingontwijking mogelijk maakte.
Dit is hoe de Nederlandse regering een gat in haar wet schreef, om vervolgens elke poging uit Europa om dit gat te dichten te frustreren.
Het konijneendvormige gat in de Nederlandse wet
Een korte cursus belasting ontwijken met hybride leningen. Wat je moet weten: de hybride lening is eigenlijk de konijneend onder de financiële instrumenten. De ene belastingdienst ziet het als een lening, de ander als kapitaal. De ene belastingdienst kwalificeert betalingen als rente, de ander als winstuitkeringen.
Dat levert problemen (of mogelijkheden, mocht je een fiscalist zijn) op. Want stel: een Nederlands bedrijf verstrekt zo’n konijneendlening aan een Frans bedrijf. Dat Franse bedrijf betaalt volgens de Franse belastingdienst rente over een lening, een kostenpost die je kunt aftrekken van de winstbelasting. Het Nederlandse bedrijf op zijn plaats noemt het bedrag geen ‘rente’ maar winstuitkeringen uit kapitaal, inkomsten die je in Nederland niet hoeft mee te tellen voor je winstbelasting.
Eindresultaat: je betaalt in beide landen geen cent aan de belastingdienst.
Precies om die reden adviseerde een Nederlandse commissie van belastingexperts in 2001 om ‘onwenselijk gebruik’ van hybride leningen tegen te gaan. Kabinet-Paars II volgde dat advies en schreef een antimisbruikbepaling om ‘te voorkomen dat belastingplichtigen welbewust inspelen op [internationale] kwalificatieverschillen.’
‘Gestroomlijnd’ terwijl iedereen sliep
Het viel niemand echt op - de meeste Nederlanders (en journalisten zijn geen uitzondering) bingewatchen nog liever het tv-testbeeld dan dat ze een debat over de vennootschapsbelasting volgen - maar vijf jaar later besloot het kabinet-Balkenende II plotseling de maatregel terug te draaien. In de Wet werken aan winst werd onder het kopje ‘stroomlijning antimisbruikbepalingen’ het belastinglek heropend. Stroomlijnen betekende hier: afschaffen.
Geen Kamerlid vroeg of dit wenselijk was. Het debat ging vooral over de hoofdlijnen van de wet, niet over de exotische passage op pagina 56 van de memorie van toelichting, waarin minister Gerrit Zalm (VVD) en staatssecretaris Joop Wijn (CDA) van Financiën aangaven de antimisbruikbepaling van vijf jaar geleden te schrappen.
Fiscalisten waren wél wakker. De hybride lening werd een fiscaal modeartikel populairder dan de neonlegging in de eighties. In glossy brochures adviseerden gerespecteerde belastingadviesbureaus (Baker McKenzie, Atlas Fiscalisten, Kennedy van der Laan) voor ‘fiscale arbitrage’ (dat is een net woord voor belastingontwijking) met hybride leningen. De Netherlands Foreign Investment Agency, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, noemde het belastinglek ‘een reden om in Nederland te investeren.’
Hoe Europa dat gat wilde dichten
Terwijl in Nederland het belastinglek officieel werd heropend, begon in Europa de discussie over het dichten van dit soort belastinglekken.
Voor het uitbannen van onzalige belastingpraktijken was in 1998 een officieel overlegorgaan opgericht - de Primarologroep - waarin belastingambtenaren uit alle Europese lidstaten samenkwamen. In dat gremium vonden lange discussies plaats over stomvervelende onderwerpen als Luxemburgse 1929 holdings, inbound profit transfers en CFC-regels.
Maar ook: de konijneendlening.
Uit vorige maand openbaar gemaakte notulen blijkt zelfs dat al in april 2006 gesproken werd over dit onderwerp. De commissie constateerde dat ‘in sommige gevallen lidstaten welbewust wetgeving introduceren die belastingconstructies [met hybride leningen] mogelijk maken.’ Daar moesten die lidstaten wat aan doen, stelde de groep.
Nederland had hier lak aan: het jaar daarop schrapte het de antimisbruikbepaling en maakte dit soort belastingconstructies weer mogelijk.
Intussen wilde de Primarologroep hybride leningen op zijn agenda zetten. Het enige land dat hier fundamenteel op tegen was? Nederland.
Toen het onderwerp toch op de agenda kwam, werkte Nederland een oplossing tegen. Met Luxemburg, dat de konijneendlening ook had toegevoegd aan zijn toch al indrukwekkende belastingmijdende repertoire. Het overlegorgaan had volgens Nederland niet het recht lidstaten te vertellen of het een konijn of een eend was. Als er geen belasting werd betaald, dan was dat ‘beleid’ en niet ‘schadelijke belastingconcurrentie.’
In 2013 schrijft staatssecretaris van Financiën Frans Weekers aan de Tweede Kamer precies het omgekeerde. Fiscale spielerei met hybride leningen was ‘geen specifiek Nederlands onderwerp,’ maar ‘vergt een internationale aanpak met multilaterale maatregelen.’ Op dat moment frustreerde Nederland al vijf jaar een Europese oplossing.
Het is alsof je een schare roestige fietsen bij je buurman over de schutting gooit, vervolgens de Rijdende Rechter vergiftigt en als de buurman het met jou over die roestige fietsen wil hebben, je constateert dat dit duidelijk een buurmanoverstijgend probleem is, dat alleen op te lossen is door die vriendelijke jurist van dat KRO-NCRV-programma.
Uiteindelijk legt Nederland het toch af. In 2014 komt er een wijziging van de Europese richtlijnen: lidstaten moeten verplicht een antimisbruikbepaling in hun wet opnemen (eigenlijk zoals Nederland die in 2002 al eens had). Daarmee is dit lek - in ieder geval binnen Europa - gedicht.
Vuile handen
Wat deze geschiedenis laat zien: Nederland heeft geen schone handen. Hoe vaak ministers en staatssecretarissen ook mogen beweren dat we geen belastingparadijs zijn.
Als je welbewust een gat schrijft in je belastingwet, je eigen ministerie van Economische Zaken dolenthousiast ‘investeerders’ probeert aan te trekken met dit gat, je in de Tweede Kamer pleit voor een Europese oplossing, maar je vervolgens jarenlang verzet tegen een Europese oplossing - dan heb je geen schone handen.
Dan ben je een belastingparadijs.