Hoe Computer Boy scout kon worden bij PSV
Een nieuwe generatie voetbalscouts en -analisten staat op. Ze hebben geen verleden als profvoetballer, maar desondanks veel voetbalkennis, opgedaan op internet. Ik profileer ze in een korte serie. Deel 1: Thomas Schaling, Computer Boy van PSV.
Het leek Thomas Schaling een onhaalbare jongensdroom om voetbalscout te worden. Totdat hij ergens in 2006 op een voetbalforum een interessante post las.
Iemand had een scoutingrapport gepost - een echt scoutingrapport, kennelijk - met daarin gedetailleerde beschrijvingen van diverse spelers. Waarom iemand dat gelekt had, was onduidelijk, maar Schaling – voetbalgekke vwo-scholier op Aruba – maakte dat weinig uit.
Wat hem wel uitmaakte, en hem verraste, was dat hij het rapport volstrekt kon volgen. Scouts en technisch directeurs bleken niet veel anders te denken over voetbal dan hij. Misschien was het naïef, maar ergens had hij verwacht - of zelfs gehoopt - dat het allemaal iets mysterieuzer zou zijn, onaanraakbaarder.
Niet dus.
Een prettige gedachte nestelde zich in zijn hoofd: dit betekent dat ik ook scout kan worden.
Geïnspireerd begon Schaling nog meer voetbal te kijken en te downloaden via sites als Roja Directa. Alle Zuid- en Midden-Amerikaanse wedstrijden die te vinden waren, bekeek hij. Kenmerken van zoveel mogelijk jonge spelers zette hij in een database. Na een jaar had hij genoeg interessante namen om clubs te benaderen.
Maar hoe het voetbal in te komen, als volstrekte outsider? De mailtjes die hij naar algemene adressen van clubs stuurde, waarin hij onder meer een jonge Thiago Silva beschreef, leidden tot niks.
Tot hij in de zomer van 2008 op een bruiloft Toon Gerbrands zag, destijds algemeen directeur van AZ. Dit was zijn kans. Schaling introduceerde zichzelf en begon te ratelen over spelers die hij had gezien op een stream van de Copa São Paulo, een toernooi voor Braziliaanse jeugdspelers.
‘Mail die rapporten maar,’ zei Gerbrands. Dat deed hij. Een paar dagen later mailde AZ-scout Max Huiberts hem. Of hij misschien wilde langskomen om kennis te maken?
‘Toen stond ik wel even te springen op de bank, ja,’ zegt Schaling.
Computer Boy tussen de ex-profs
Spoel acht jaar vooruit, en Schaling (28) is fulltime internationaal scout. Met dank aan Marcel Brands , die hem bij AZ zijn eerste opdrachten gaf en hem in 2010 naar PSV haalde.
Schaling is een opvallende verschijning in de scoutingwereld. Weinigen zullen bijvoorbeeld naast hun laptop Between The World And Me van Ta-Nehisi Coates hebben liggen. Minder nog zullen twee weken vrij nemen om in Athene Syrische vluchtelingen te helpen, zoals hij in februari met zijn vriendin deed voor Stichting Bootvluchteling. En ook als niet-ex-prof-voetballer is hij een exoot.
Maar de vraag is hoe lang nog. Een nieuwe generatie scouts dient zich aan. Die generatie heeft niet zelf profvoetbal gespeeld. Maar dankzij het internet doet dat er niet meer toe.
Een nieuwe generatie scouts dient zich immers aan. Die generatie heeft niet zelf profvoetbal heeft gespeeld
Elke wedstrijd van een zeker niveau wordt immers wel ergens uitgezonden en elke uitzending wordt wel weer door iemand illegaal gestreamd (en opgeslagen). Wie wil, wie handig is met een computer, en wie geobsedeerd is door voetbal kan zo’n beetje elke profwedstrijd op de aardbol kijken.
Toen Schaling bij AZ begon te werken, had hij zodoende maar één wedstrijd gezien in een stadion: Boca Juniors-Huracán. (Een feit dat hij zorgvuldig verborgen hield voor de ex-profs bij AZ.) Desondanks waren zijn rapporten amper van die van traditionele scouts te onderscheiden – behalve dat ze beter waren geschreven.
‘Ik kan echt niet geloven hoe jij dat voor elkaar krijgt,’ zei AZ’s toenmalige scout Peter Arntz een keer tegen hem. ‘Via die beeldschermpjes.’
Voor Schaling was het logisch. Hij wist niet beter. ‘Als je scout wilt worden, móet je ook veel kijken,’ zegt Schaling. ‘Alleen dan kun je goed worden in het herkennen van spelers.’
En ben je eenmaal scout, dan is video ook onontbeerlijk. Hij vergroot je reikwijdte. ‘Als je alleen in het stadion kijkt, kun je simpelweg niet genoeg spelers bekijken. En met video kun je spelers die je interessant vindt, veel vaker bekijken.’
Het mag logisch klinken. Maar Schaling is nog steeds een curiositeit in het voetbal. Zijn naam snelde hem vooruit in het wereldje, merkte hij toen hij een paar jaar geleden werd voorgesteld aan een oudere scout van Manchester United.
‘Ah,’ zei de scout, ‘so you’re the Computer Boy.’
Scouten vanaf de bank
En in zekere zin is hij dat nu nog, Computer Boy.
De scouts van PSV hebben een abonnement op Wyscout, een online dienst met beeldmateriaal van zo’n beetje alle voetbalwedstrijden ter wereld. Alle PSV-scouts gebruiken het, maar Schaling veruit het meest.
Zoals op deze woensdagmiddag, in kleermakerszit op de blauwe bank van zijn appartement in de Amsterdamse Jordaan. Met een sojacappuccino in de aanslag zoekt hij een scène van een niet nader te noemen jonge spits. Even scrollen door het filmpje leidt tot het moment dat hij nog eens wilde zien.
De spits, spelend voor een bescheiden Europese club, staat op het punt een diagonale sprint te trekken tussen twee centrale verdedigers door. Schaling speelt de scène af, maakt een geluid van bewondering, spoelt terug, speelt hem nog eens af, en maakt weer dat geluid. Kennelijk doet spits X iets goed, maar een ongetraind oog ziet niets opvallends. Wat er zo goed is? De timing, zegt Schaling. ‘Hij zet precies aan op het moment dat ze hem beiden niet of nauwelijks kunnen zien.’
En ook een andere actie valt op. ‘Zie je hoe makkelijk hij wegloopt? Zijn hoge bewegingsritme? Opvallend, voor zijn postuur. Moet je kijken, hij begint helemaal hier, ver op zijn eigen helft. Dan sprint hij zestig, zeventig meter zonder bal en neemt hij de bal per-fect aan, op volle snelheid. Dat is zeldzaam.’
Zo zeldzaam, dat het zomaar zou kunnen dat hij binnenkort op PSV’s schaduwlijst terechtkomt, de lijst van spelers die PSV wil kopen als een huidige basisspeler wordt verkocht.
Verliefd worden is verboden
‘Maar,’ zegt hij nog geen halve seconde later, ‘zo enthousiast moet ik dus helemaal niet zijn. Ik heb pas een paar wedstrijden van hem gezien. Je moet altijd oppassen dat je niet verliefd wordt op je ontdekking.’
Dat is het voetbal namelijk nogal eigen, zegt Schaling later. Spelers die je al kent, gelden algauw als matig - de speler zal je niet meer verrassen. Nieuwe spelers zijn opwindend - de potentiële oplossing voor tal van problemen.
Je moet niet scouten om te scoren
Voor supporters is dat oké, die mogen manisch zijn. Maar scouts moeten ervoor waken. Hij moet ervoor waken. Zo’n loopactie van zo’n spits is geweldig. Maar doet hij het de volgende wedstrijd weer? En ziet Schaling dat omdat hij het wil zien? Omdat hij denkt - nee, wéét - dat deze jongen bijzonder is?
De werkwijze van de scouting van PSV is er volgens Schaling op ingericht zulke valkuilen te voorkomen. Schaling laat de speler nu een paar weken met rust – hij kijkt niet meer naar hem. Eerst moet een andere scout dat doen. En als die ook positief is, dan is het tijd om de speler live te gaan bekijken.
En als die speler het dan toch niet is? Dan is dat niet erg. Een target heeft hij niet. ‘Je moet niet scouten om te scoren. We zien talloze wedstrijden waar geen interessante spelers te zien zijn, denken wij tenminste. Het is wat dat betreft heel belangrijk je ego opzij te zetten.’
De aanvoerdersband als marketingtruc
Vandaar dat het ook geen zin heeft om Schaling naar spelers te vragen die dankzij hem voor PSV spelen. Hij zegt er niks over.
Liever praat hij over zijn missers. Een paar seizoenen geleden was hij gaan kijken bij 1860 München, waar toen middenvelder Julian Weigl speelde. Weigl is nu basisspeler van Borussia Dortmund, een van de sterkste ploegen van Europa. Schaling is een bewonderaar.
Maar in die ene wedstrijd viel hij hem niet op. ‘Hij passte heel voorzichtig, leek niet over veel loopvermogen te beschikken. Ik schreef toen: ‘Weigl, aardig maar niet bijzonder.’ Daar baal ik nog wel van. Het is mijn werk om door een prestatie heen te kijken .’
Zeker live, vindt hij. Sinds hij als scout werkt, is hem het verschil tussen video en live duidelijk geworden. Op video ogen spelers vaak sterker en groter dan ze zijn. Live zie je positionering, loopvermogen en vooral snelheid veel beter.
En een andere les: hij laat zich minder snel imponeren. Een paar maanden geleden keek hij naar een verdediger die op jonge leeftijd aanvoerder van een club was geworden. Maar hij coachte zijn ploeggenoten nauwelijks. Integendeel, hij werd gecoacht door een ervaren partner in de verdediging.
Een paar dagen later ging een lampje branden: de aanvoerdersband was een marketingtool van de club. ‘Ik weet het niet zeker, natuurlijk. Maar het trekt wel de aandacht, als een jonge speler aanvoerder wordt.’
Lange krullen scoren niet
En ook door andere uiterlijkheden of oppervlakkigheden prikte hij heen, toen hij eenmaal van outsider insider was geworden. Linksbenige spelers als creatief zien, bijvoorbeeld - hij hoort het op tv nog vaak, maar in het voetbal weet iedereen dat het onzin is.
Je zou als club dom zijn als je daar niet uit zou putten
Toch, al met al viel het Schaling nogal mee wat hij niet wist. Zijn jaren als tienerscout zijn behoorlijk instructief geweest. ‘Ik heb natuurlijk ontzettend veel uren in het voetbal gestoken, tijdens mijn middelbareschooltijd en tijdens mijn studie. In zekere zin, zo bedacht ik me later, was ik erg goed voorbereid op dat gesprek met Toon Gerbrands destijds.’
Het kan haast niet anders of er komen meer scouts zoals hij in het profvoetbal. Hij is nog van de tijd dat zijn internetgebruik de telefoonlijn van zijn ouders bezet hield. Nu is het online aanbod veel groter.
‘Er zijn zoveel mensen buiten het voetbal die gek zijn van voetbal en er veel van afweten. Ik krijg nu soms al rapporten toegestuurd van jonge jongens, die zijn geweldig. Je zou als club dom zijn als je daar niet uit zou putten.’