Vluchtelingen hervestigen? Dit succesverhaal bewijst dat het kan
De hervestiging van Bhutaanse vluchtelingen verliep volgens een buitengewoon grootschalig en succesvol hervestigingsprogramma. Zou dit succes te kopiëren zijn naar de huidige situatie in Europa?
Gori Maya Tamang (51) werd, na bijna drie decennia in een vluchtelingenkamp te hebben gewoond, vorig jaar hervestigd in Amerika. Van de ongeveer 120.000 vluchtelingen die in de jaren negentig vanuit Bhutan naar Nepal vluchtten voor de politiek van hun eigen regering, zijn inmiddels ruim 101.000 mensen ergens anders ondergebracht. Hoewel Tamang ertegen opzag te wonen in een land waarvan ze de taal en de cultuur niet kende, was ze hoopvol gestemd. Want, zei ze, haar land is waar haar familie is.
Anders dan bij de stromen vluchtelingen die momenteel naar Europa trekken, werd door westerse media aan mensen als Tamang vrijwel geen aandacht besteed. De groep Bhutanen van Nepalese afkomst waar zij toe behoort, werd vijfentwintig jaar geleden uit Bhutan verjaagd en verbleef daarna lange tijd in kampen in Oost-Nepal. Waarna in 2007 het omvangrijkste hervestigingsprogramma ooit startte en de vluchtelingen geleidelijk opgenomen werden in gastlanden verspreid over de hele wereld. Een succesvolle opname die voorafging door het aanleren van vaardigheden die de culturele en economische integratie sterk bevorderden.
En zo werd in november 2015 de honderdduizendste Bhutaanse vluchteling hervestigd, een mijlpaal voor de Verenigde Naties, die het programma coördineerden. Veel vluchtelingen zijn inmiddels goed op weg een nieuw leven op te bouwen in de landen waar ze terechtkwamen. Wat verklaart het succes van het programma?
Naar Bhutan en weer terug
De geschiedenis van Bhutan wordt gekenmerkt door de slechte behandeling van diens etnisch Nepalese inwoners. Etnische inwoners die in de negentiende eeuw naar Bhutan kwamen toen een aanzienlijke groep zich in het zuiden van het land vestigde. Vanaf dat moment bleef hun aantal gestaag stijgen, waardoor ze in de jaren zeventig zo’n 20 procent van de populatie van Bhutan uitmaakten. Maar omdat ze hun eigen taal, gewoonten en religie behielden, ging de Bhutaanse regering de groep steeds meer beschouwen als een bedreiging voor de nationale cultuur van het land.
We hadden koeien, ossen, land, maar dat hebben we allemaal achter moeten laten. We droegen alleen onze kinderen en onze kleren op onze rug
Vanaf eind jaren tachtig voerde Bhutan een één-natie-één-volk-politiek, die door veel oorspronkelijk Nepalezen werd gezien als een directe aanval op hun gemeenschap. Een reeks ‘Bhutaniseringsmaatregelen,’ bedoeld om alle burgers één gezamenlijke identiteit op te leggen, resulteerden uiteindelijk in massale demonstraties en onrust in het zuiden van het land.
De Bhutaanse politie reageerde hierop door huizen binnen te vallen, dissidenten op te pakken en te martelen en scholen en ziekenhuizen in de regio te sluiten. Eind jaren negentig werden de eerste oorspronkelijk Nepalezen gedwongen Bhutan te verlaten en binnen een paar jaar vluchtten meer dan honderdduizend van hen het land uit. Ze werden opgevangen in kampen in Oost-Nepal.
‘We zijn alles kwijtgeraakt,’ vertelt Duku Maya Dhakal, die begin jaren negentig haar huis ontvluchtte. ‘We hadden koeien, ossen, land, maar dat hebben we allemaal achter moeten laten. We droegen alleen onze kinderen en onze kleren op onze rug.’ Ze reisde drie dagen te voet tot aan de grens met India, waarvandaan ze naar Nepal werd gebracht.
De internationale reactie
In eerste instantie probeerden de Verenigde Naties en de Nepalese autoriteiten met Bhutan te onderhandelen over terugname van de vluchtelingen, maar dat liep nergens op uit. Nepal, waar de noodkampen werden ingericht, heeft vanaf het begin verklaard dat het land te arm is om de vluchtelingen permanent te kunnen huisvesten.
Vanaf 2006 begonnen plannen om de vluchtelingen elders onder te brengen vorm aan te nemen. Acht landen besloten om de vluchtelingen te hervestigen via een programma van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) en de International Organization for Migration (IOM).
Dit begon met interviews in de noodkampen, waarbij VN-organisatie UNHCR vluchtelingen ondervroeg en hen vervolgens advies gaf over welke van de acht landen het geschiktst zou zijn voor hervestiging. Indien het land in kwestie goedkeuring gaf, nam de IOM het stokje over. De organisatie voerde gezondheidstesten uit, organiseerde cultuurlessen en de reis naar de nieuwe thuisbasis.
Eind 2007 arriveerden de eerste vluchtelingen in het kader van dit programma in de Verenigde Staten. Al snel volgden hervestigingen in Canada, Noorwegen, Groot-Brittannië, Nederland, Denemarken, Australië en Nieuw-Zeeland. In deze landen werd vervolgens – voornamelijk door lokale stichtingen – geassisteerd bij integratie, zoals taallessen en het vinden van een huis, een school of een baan.
Aanvankelijk werd er veel kritiek op het programma geuit, met name door vluchtelingen die de hoop op terugkeer naar Bhutan niet wilden opgeven. Maar tegenwoordig lijkt die hoop voor de meesten sowieso vervlogen. ‘Er is geen andere optie dan Amerikaan te worden. Het Bhutaanse volk weigert ons terug te nemen,’ zegt Dhakal, die inmiddels zestig is. ‘Iedereen wil terug naar zijn thuisland, iedereen wil terug naar de plek waar hij geboren is. Maar als het leven in Amerika zo goed is, waarom zouden we dan nog naar Bhutan willen?’
De achterblijvers
Momenteel verblijven er nog iets minder dan 17.000 mensen in de Nepalese kampen. Tegen de tijd dat de laatste vluchtelingen voor hervestiging uit Nepal zullen vertrekken, in 2017, zullen dat er nog zo’n 10- tot 12.000 zijn.
Sommigen blijven omdat ze niet naar het buitenland willen. De 58-jarige Jan Chub bijvoorbeeld: ‘We behoren vrij te zijn. Op een dag zal de koning [van Bhutan] zich dat realiseren. Ik heb hier in Nepal geleerd om samen te leven met anderen, om te geloven waar we in willen geloven en ik ben ervan overtuigd dat we binnenkort kunnen terugkeren naar ons land.’
De achtergebleven bevolking brengt veel moeilijkheden met zich mee en we zijn onze programma’s aan het bijstellen om die in goede banen te leiden
‘De achtergebleven bevolking brengt veel moeilijkheden met zich mee. Daarom zijn we onze programma’s aan het bijstellen om die in goede banen te leiden,’ reageert Craig Sanders, de lokale vertegenwoordiger van de UNHCR. ‘We hebben in de kampen te maken met drugsgebruik, zelfmoordpogingen en gendergerelateerd geweld. Nu de bevolking flink is uitgedund en de gemeenschap geïmplodeerd, zijn dit de gevallen die achterblijven.’
Maar de toekomst van deze achterblijvers staat op losse schroeven. De Nepalese autoriteiten houden vol dat een permanent verblijf in hun land geen optie is, de UNHCR op zijn beurt is vastbesloten de vluchtelingenkampen niet voor altijd voort te laten bestaan, omdat dat zou betekenen dat de vluchtelingen die er wonen – evenals de in de kampen geboren kinderen – geheel afhankelijk zouden blijven van de steun van buitenaf. Sanders: ‘We moeten op zoek naar nieuwe manieren om deze bevolkingsgroep verder te helpen, onder andere door ervoor te zorgen dat ze op den duur de middelen hebben om zichzelf te onderhouden.’
Een succesverhaal
Ondanks deze problemen wordt het hervestigingsprogramma voor de Bhutaanse vluchtelingen als een succes gezien. Sanders: ‘Dit is zonder enige twijfel een succesverhaal. Er zijn een paar mislukkingen geweest, en daar zullen er ongetwijfeld nog meer van volgen. Maar daartegenover staan veel meer geslaagde gevallen.’
Ook degenen die de Bhutaanse vluchtelingen begeleiden nadat ze in hun adoptieland zijn gearriveerd, bevestigen dit. ‘Het vergt van de vluchtelingen niet alleen aanpassingsvermogen om na zo’n lange periode van leefomgeving te veranderen, ook moeten ze zien te wennen aan de Amerikaanse cultuur en manier van leven. Onze bevinding is dat veel Bhutaanse vluchtelingen daar ruimschoots in slagen,’ zegt Kelly Anchrum van Catholic Charities Southwestern Ohio, een organisatie die hulp biedt bij de hervestiging van vluchtelingen in Cincinnati en omstreken.
Bhutaanse vluchtelingen worden vaak als harde werkers en vindingrijk gezien en vormen ook in het buitenland een hechte gemeenschap. In de Verenigde Staten, waar verschillende groepen Bhutaanse vluchtelingen soms duizenden kilometers uit elkaar wonen, houden ze contact via telefoon en sociale media en steunen elkaar waar nodig.
Maar het is niet alleen dankzij hun eigen doorzettingsvermogen en hechte cultuur dat de Bhutanen zich zo goed aan hun nieuwe woonplek weten aan te passen. In de kampen kregen ze de kans belangrijke vaardigheden te ontwikkelen die ze concreet op weg hielpen bij het integreren. Zo konden ze taallessen volgen en leerden ze tijdens hun laatste dagen in Nepal allerlei praktische toepassingen – van hoe het toilet in het vliegtuig werkt tot hoe ze in het land van aankomst moeten solliciteren.
Chandra Rai, achttien jaar, is blij om in de Verenigde Staten te gaan wonen. ‘Je kan er een eigen bestaan opbouwen. Hier [in de kampen] word je in alle opzichten door anderen onderhouden. In de Verenigde Staten kan je zelf studeren, zelf werken, voor jezelf zorgen.’
Misschien zou de wereld, en vooral Europa, in de zoektocht naar oplossingen voor het huidige ‘vluchtelingenprobleem,’ eens moeten zoeken in Nepal en binnen de Bhutaanse vluchtelingenpopulatie. Die situatie leert dat de integratie van grote groepen vluchtelingen niet onmogelijk is. Het indrukwekkende aantal Bhutaanse vluchtelingen dat succesvol hervestigd is, laat zien dat zij, ondanks het gegeven dat ze hun thuisland hebben moeten ontvluchten en decennia in kampen hebben gewoond, er toch in slaagden productief deel te nemen aan een maatschappij die hen verwelkomt.
Zoals VN-vluchtelingencommissaris António Guterres zei ter gelegenheid van de hervestiging van de honderdduizendste Bhutaanse vluchteling afgelopen november: ‘Nepal toont ons dat oplossingen voorhanden zijn wanneer er sprake is van internationale solidariteit en grootschalige samenwerking.’
Dit verhaal is vertaald uit het Engels door Laura Weeda en kwam tot stand door bemiddeling van International Editor Maaike Goslinga.