Acht pijnlijke vragen over gender die je niet durfde te stellen
Wat is het verschil tussen sekse en gender? Is er geen ander woord voor ‘gender’? En zijn mensen die niet man en niet vrouw zijn niet gewoon een beetje raar? Hier de antwoorden op acht pijnlijke vragen over gender die je niet durfde te stellen.
Het bepaalt hoe we pijn voelen, maar óók hoe dokters onze pijn inschatten: gender. Dat vertelt de Portugese pijnprofessor Sónia F. Bernardes vandaag in een interview op dit medium. Door gendernormen kunnen masculiene mannen beter tegen pijn dan feminiene vrouwen.
Maar wat ís gender eigenlijk en hoe verschilt het van sekse?
Bernardes ziet gender als behang: het is er altijd, maar soms zien we het niet meer. De invloed ervan is meestal onbewust. Toch is onze samenleving ermee doordrenkt: van het speelgoed dat we onze kinderen geven, tot de vakjes die we aankruisen op formulieren en de wc’s die we geacht worden te gebruiken. De hokjesmogelijkheden zijn vaak beperkt: iemand is óf man, óf vrouw. En dat doet de werkelijkheid tekort, want er bestaan veel meer genders dan deze twee.
Hoeveel genders er wél zijn, lees je hier. Plus de antwoorden op nog zeven pijnlijke vragen over gender.
1. Wat is het verschil tussen gender en sekse?
Simpel gezegd: sekse zit tussen je benen en gender tussen je oren.
‘Sekse’ verwijst naar een biologisch onderscheid in lichamen. Zo hebben de meeste mannen in élke cel van hun lichaam XY-chromosomen en de meeste vrouwen XX-chromosomen. Dit kleine chromosoomverschil zorgt voor een groot lichamelijk onderscheid tussen mannen en vrouwen - piemels en vulva’s!
Hoe masculiniteit en femininiteit in Nederland worden gezien is anders dan bijvoorbeeld in Rusland
‘Gender’ is de culturele betekenis van deze lichamelijke verschillen. Zie het als een script, met rollen en regels. Dit script varieert tussen culturen: hoe masculiniteit en femininiteit in Nederland worden gezien is anders dan bijvoorbeeld in Rusland. Neem Poetin, die met ontbloot bovenlijf in de wildernis aan het vissen is. Nogal overdreven, zullen wij Nederlanders geneigd zijn te denken. Maar voor veel Russen vertoont Vladimir de ultieme vorm van masculiniteit. Gendernormen veranderen ook door de tijd heen: vóór 1955 werd elke Nederlandse vrouw de dag na haar huwelijk ontslagen als ze een overheidsfunctie bekleedde. Zo’n verplicht ontslag is tegenwoordig ondenkbaar.
2. Hoeveel genders zijn er dan?
Een duizelingwekkend aantal.
Zo is er in Zuid-Azië officieel een derde gender, waaronder de zogenoemde hijra’s vallen. Hijra’s hebben een feminiene verschijning - ze dragen jurken, nagellak, veel sieraden en make-up - maar worden veelal beschreven als biologische mannen of personen met een intersekse-conditie. Al sinds de dertiende eeuw nemen hijra’s een belangrijke rol in bij het zegenen van pasgeboren baby’s en als dansers op bruiloften en feesten.
Zuid-Azië is niet het enige gebied dat meerdere genders kent. Feminiene mannen en masculiene vrouwen hebben in bepaalde inheemse Amerikaanse volken een bijzondere positie als geestelijk leider of leraar. Zij zijn two-spirit-personen: gezegend met zowel de geest van de man als de geest van de vrouw.
Genderdiversiteit is niet slechts voorbehouden aan ándere culturen. Ook dichter bij huis bestaan er vele genders. Bijvoorbeeld transgender, cisgender en genderfluïde, termen die ik bij vraag vijf onder de loep neem. Het totaal aantal genders in de wereld is lastig te tellen. Facebook doet een moedige poging door zijn gebruikers de keuze te geven uit zo’n vijftig genders. Maar ‘hijra’ staat daar dan weer niet tussen.
3. Wat bepaalt iemands gender?
In plaats van een paar hokjes - óf man, óf vrouw óf derde gender - is gender in de praktijk een spectrum met vele tussenvormen. Gender is opgebouwd uit een aantal ingrediënten: genderidentiteit, genderexpressie en sekse.
Ten eerste genderidentiteit. Het is het gender waarmee iemand zich identificeert; het genderhokje waarin iemand zich thuis voelt. De genderidentiteit is niet altijd zichtbaar aan de buitenkant, maar vormt een intern proces. Stel je twee schaalverdelingen voor, eentje met man-zijn en een tweede met vrouw-zijn. Een persoon neemt op beide schalen een positie in en kan zich heel erg vrouw voelen en nauwelijks man, of een beetje meer man dan vrouw, of niet man en niet vrouw.
Genderexpressie, daarentegen, is wél vaak zichtbaar van buitenaf. Het is het gender dat iemand uitdraagt naar de buitenwereld. Denk aan de keuze voor bepaalde kleding of de manier van lopen en praten. Presenteert iemand zich als meer feminien of juist meer masculien?
Stel je wederom twee schalen voor, eentje met masculiniteit en eentje met femininiteit. Als typisch masculiene eigenschappen worden in westerse culturen vaak dominantie, kracht en agressie aangewezen, maar ook het hebben van een baard en een lage stem. Femininiteit associëren we meer met empathie en gevoeligheid, of met het dragen van make-up, lang haar en een jurk. Iemand die hoog scoort op de masculiniteitsschaal en laag op femininiteit noemen we ‘hypermasculien’. Iemand die evenveel masculien als feminien overkomt, is androgien.
En dan is er nog sekse, dat is ook genderbepalend.
4. Er zijn maar twee seksen, toch?
‘Is het een jongetje of een meisje?’ Afgaande op de eerste vraag die we stellen als er een baby’tje is geboren, zou je inderdaad denken dat er twee opties zijn. Maar niets is minder waar.
Dertig jaar geleden werd een klein, donkerharig meisje geboren. Althans, men dácht dat Jennifer Pagonis een meisje was. Maar toen ze één jaar was, ontdekten dokters dat er ‘iets’ met haar vagina aan de hand was. Het bleken ingedaalde testikels te zijn, die operatief werden verwijderd. Op driejarige leeftijd haalden de dokters ook haar clitoris weg, want die was te groot voor een ‘normaal’ meisje. En op elfjarige leeftijd onderging Pagonis operaties om haar vagina te vergroten, zodat ze later ‘gewoon’ seks kon hebben met ‘haar toekomstige man.’
Pagonis heeft een intersekselichaam, ontdekken ze op achttienjarige leeftijd. Pagonis heeft XY-chromosomen, mannelijke genen dus, maar een lichaam dat eruitziet als dat van een vrouw.
Op driejarige leeftijd haalden de dokters ook haar clitoris weg, want die was te groot voor een ‘normaal’ meisje
Vanaf de jaren vijftig werd voor duizenden dergelijke baby’s een geslacht gekózen. Zo maakten de dokters af wat de natuur bedoeld had, was de gedachte. Maar voor velen pakte dit traumatisch uit. ‘Ik vind het geweldig om interseks te zijn, maar ik wou dat ze mijn lichaam niet zo verneukt hadden,’ zegt Pagonis in de documentaire Intersexion.
Want de natuur laat zich niet zomaar in m/v opdelen. Bioloog Anne Fausto-Sterling schrijft al in 1993: er zijn niet twee maar vijf geslachten. Naast man en vrouw zijn er, volgens Fausto-Sterling, nog drie interseksegeslachten, waarbij de genitalia en seksekenmerken - zoals beharing, borsten en stemhoogte - niet overeenkomen met de seksechromosomen. Zo kan een persoon met XX-chromosomen, eierstokken en een baarmoeder óók een piemel hebben.
Tegenwoordig zijn ook die vijf geslachten niet langer toereikend. De Intersex Society of North America schat dat één op de honderd baby’s afwijkt van het standaard mannelijk of vrouwelijk lichaam.
Net als genderidentiteit en genderexpressie bestaat ook sekse uit twee schalen. Een lichaam kan dus in meerdere of mindere mate mannelijk én vrouwelijk zijn. Behalve de seksechromosomen vallen onder sekse ook het hormoonstelstel, de genitalia, en de seksekenmerken zoals beharing en borsten.
5. Transgender, cisgender, genderfluïde - wat betekent het allemaal?
Als we toch bezig zijn: kent u skolioseksueel al? Dat is een persoon die zich aangetrokken voelt tot transgender personen.
Transgender is een parapluterm voor mensen die zich niet of slechts deels identificeren met het gender dat ze bij hun geboorte toegewezen hebben gekregen. Sommige transgender personen ondergaan een operatie zodat hun lichaam beter bij hun identiteit past, zoals Caitlyn Jenner. Anderen nemen uitsluitend hormonen. Ook zijn er transpersonen die alleen kleding dragen die beter past bij hun identiteit.
Cisgenders zijn, in tegenstelling tot transgenders, personen wiens genderidentiteit wél overeenkomt met hun lichamelijke sekse. Cismannen en cisvrouwen worden vaak als de norm gezien.
Voor genderfluïde gaan we langs Judith Butler, de ‘queen of queer.’ Volgens Butler is gender niet iets wat je bent of hebt, maar wat je doet. En omdat iemand zijn gedrag en uiterlijk kan veranderen, kan ook het gender een andere vorm aannemen. Het is dus fluïde, zoals de fotoserie ‘Gender as a Performance’ bij dit artikel laat zien.
6. Is er geen ander woord voor ‘gender’?
Helaas niet. Het woord is in de jaren vijftig geïntroduceerd in de medische wetenschap door de psycholoog John Money. Moneys theorie: met de juiste opvoeding kan elk kind - ongeacht geslacht - een jongen of een meisje worden. Dat bleek in de praktijk iets ingewikkelder.
Google Translate vertaalt ‘gender’ trouwens als ‘geslacht.’ Maar met deze vertaling gaan de sociaal-culturele én identiteitsaspecten van ‘gender’ verloren, alsof gender slechts zou worden bepaald door sekse. Een tijdje is geprobeerd om het woord ‘genus’ te introduceren, maar dat sloeg niet aan. In het Frans waren ze wel succesvol met een eigen woord voor gender: ‘genre.’
7. Zijn mensen die niet man of vrouw zijn, niet gewoon een beetje raar?
Nee hoor. Soms denken we dat onze ideeën over gender zó normaal zijn, dat we vergeten dat gender cultureel is. Zo kennen we aan biologische mannen automatisch masculiene eigenschappen toe en aan biologische vrouwen feminiene. We hebben daarvoor allerlei verklaringen, zoals: vrouwen waren vroeger verzamelaars en mannen jagers. Of: bij mensapen zien we dezelfde verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes. Ons brein zou zó geprogrammeerd zijn dat het typisch mannen- en vrouwengedrag veroorzaakt.
Soms denken we dat onze ideeën over gender zó normaal zijn, dat we vergeten dat gender cultureel is
Asha ten Broeke bestrijdt dit idee in haar boek Het idee m/v. Ze spreekt over de ‘Mars en Venus-paradox’: dé man en dé vrouw bestaan niet, maar toch spelen ze in onze maatschappij een enorme rol. We zijn zo op zoek naar bevestiging van genderstereotypen, dat we ze zelf in stand houden.
Maar mensen die niet man of vrouw zijn, zijn eigenlijk net zo ‘cultureel’ en dus ‘normaal’ als mensen die wel man of vrouw zijn.
8. Is het niet gewoon allemaal academisch geleuter?
Soms kan het taalgebruik inderdaad wat academisch zijn. Toch is gender meer dan dat: namelijk een basisindeling van de mensheid. Voor mensen die niet in genderhokjes passen, is dit het voelbaarst. Van alle haatmisdrijven die in 2014 in de Verenigde Staten zijn geregistreerd, vond 21 procent plaats wegens de seksualiteit of genderidentiteit van het slachtoffer.
Dat een samenleving niet altijd een veilige plek is voor personen die gendernormen links laten liggen, laat ook dit voorbeeld zien:
‘Met grote stappen liep ik de damestoiletten binnen. Kort nadat ik het wc-hokje in was gegaan, klopte er iemand op deur: ‘Opendoen, beveiliging hier!’ Ik begreep meteen wat er was gebeurd. Ik was, alwéér, aangezien voor een man of jongen, en een vrouw had de beveiliging geroepen. Zodra ik iets zei, realiseerden de beveiligers dat ze een fout hadden gemaakt. Ze mompelden een excuses en gingen weer weg. [...] Het betwisten van iemands gender in het damestoilet gebeurt regelmatig bij androgyne of masculiene vrouwen; het gebeurt zelfs zó vaak dat je je kan afvragen of de categorie ‘vrouw’ die gebruikt wordt om deze publieke plekken aan te wijzen niet volledig verouderd is.’
Dit fragment komt uit het boekFemale Masculinities, geschreven in 1998 door Judith Halberstam. Bijna twintig jaar later is dit fragment nog steeds actueel. Eind maart werd er in de Amerikaanse staat North Carolina een wet aangenomen die het mensen verplicht naar een wc te gaan die overeenkomt met het geslacht op hun geboortecertificaat. Voor veel genders die niet man of vrouw zijn is de toilettentest - ook in Nederland - nog altijd een reden om publieke wc’s te mijden.