‘Stop niet met over ons schrijven. Dingen zijn veranderd door ebola, maar er is nog zoveel om te vertellen.’
Dit WhatsAppje kreeg ik afgelopen herfst toen ik van werk naar huis reed. Het einde van de ebolacrisis was in zicht, maar de lokale journalist Amjata Bayoh vroeg of ik hem en zijn landgenoten niet wilde vergeten.
De rest van die avond had ik contact met hem over de manieren waarop de crisis het dagelijks leven in Sierra Leone beïnvloed had:
- het collectieve trauma van de gemeenschappen die het zwaarst getroffen waren;
- de aanhoudende economische gevolgen van het sluiten van markten en grenzen;
- de angst voor besmetting en het wantrouwen die het land hadden lamgelegd.
Gedurende de crisis werden meer dan een jaar lang alle vormen van publiek samenzijn verboden. Geen school, geen universiteit, geen sportwedstrijden, geen nachtclubs, geen markten. Mensen waren vanwege infectiegevaar bang om elkaar de hand te schudden en om elkaar vast te pakken. Er gold een avondklok, openbare bijeenkomsten konden alleen plaatsvinden onder strenge voorwaarden.
Wat was er over van het leven in Sierra Leone?

Deze journalisten zien wat voor ons verborgen blijft
Ik leerde Bayoh kennen toen ik in het land was voor de organisatie On Our Radar, die mensen in afgelegen en onderontwikkelde gebieden helpt om verslag te doen van de wereld om hen heen. Bayoh is een van die mensen die de afgelopen jaren met zijn telefoon - via sms, WhatsApp en met filmpjes - zulk werk verrichtte. Zijn bericht op die herfstavond vormde namelijk de aanleiding voor een nieuw project: After Ebola.
Wat voor effect heeft zo’n epidemie op een van de armste landen ter wereld?
Met behulp van twaalf andere lokale journalisten verspreid over het land probeerde ik erachter te komen hoe hun leven door ebola veranderde en of dat weer normaal kon worden. De journalisten deden verslag van de gebeurtenissen vanuit plaatsen waar reguliere journalisten niet konden komen. Plaatsen die achter gesloten grenzen en wegen lagen, in regio’s die in quarantaine waren geplaatst en plaatsen die op het hoogtepunt van de crisis simpelweg te riskant waren te bezoeken.
Want wat voor effect heeft zo’n epidemie op een van de armste landen ter wereld? Een land dat bovendien nog herstellende was van de burgeroorlog die er tussen 1991 en 2002 woedde?
Cijfers van de Wereldbank schetsen een beeld van de verwoestende effecten. Vanaf het einde van de oorlog in 2002 beleefde het land een constante jaarlijkse groei, maar tijdens de ebolacrisis raakte de economie flink in een dip.

In 2016 lijkt de economie langzaam op te krabbelen en de Wereldbank voorspelt voor Sierra Leone tussen nu en 2018 een stabiele groei van 5 tot 7 procent per jaar. Dat is goed nieuws, maar de groei is dus een stuk minder groot dan vóór de ebolacrisis.
Bovendien had deze epidemie natuurlijk niet alleen gevolgen voor de economie. Met After Ebola wilde ik erachter komen hoe de crisis veranderde hoe mensen in het leven stonden. Of ze hun plannen voor de toekomst bijstelden. Of ze anders met elkaar omgingen.
In de onderstaande video’s geven de journalisten verrassende antwoorden op die vragen.
Minidocu 1: Op zoek naar dierbaren
De ebolacrisis mag dan voorbij zijn, de zoektocht naar de doden is nog volop aan de gang.
Want mensen die besmet waren, werden vaak razendsnel afgevoerd naar medische centra, vaak ver van huis. Honderden families van overledenen weten nog altijd niet waar hun dierbaren zijn begraven.
Veel nabestaanden struinen daarom begraafplaatsen af, op zoek naar hun laatste rustplaats. Ze moeten haast maken, want de nummers op de slecht gemarkeerde graven beginnen al te vervagen.
Mariama B. Jalloh verloor haar vader tijdens de uitbraak. In deze film vertelt ze over haar zoektocht naar zijn graf, achttien maanden nadat hij stierf.

Minidocu 2: Waarom de markt van Koindu nog steeds gesloten is
Veel mensen zijn sinds het einde van de crisis weer aan het werk gegaan. Veel, maar lang niet iedereen. Vooral markten werden zwaar getroffen door het landelijke verbod op openbare bijeenkomsten. En ondanks de protesten is het verbod op de zondagmarkten nog steeds niet opgeheven.
Welke problemen dat oplevert, zagen we in Koindu, een marktstadje in Oost-Sierra Leone. De beroemde zondagmarkt aldaar trok voor de ebolauitbraak bijna drieduizend bezoekers per keer, maar is nu nog steeds gesloten.
Theresa Jusu, voorzitter van de plaatselijke marktvrouwenvereniging, vraagt zich af wanneer zij en haar vriendinnen hun winkels weer mogen openen.

Minidocu 3: Gangleden waren helden en staan nu weer op straat
In tijden van crisis worden gemeenschappen hechter, en voor sommigen in Sierra Leone was de epidemie een kans om te laten zien wat ze waard waren.
De Tripoli Boys bijvoorbeeld, een gang uit de sloppenwijken. De leden daarvan stonden voorheen bekend als ‘bad boys,’ maar toonden zich tijdens de epidemie helden.
Sloppenwijk Moa Wharf in Freetown is een vierkante kilometer groot en biedt onderdak aan 8.000 mensen. Zij leven er opeengepakt in hutjes en halen hun water uit open reservoirs vol slib en afval. Toen het eerste geval van ebola hier in april 2015 werd gemeld, rekenden experts op een regelrechte ramp.
Die bleef uit met dank aan de Tripoli Boys, die er een ebolabewustzijnscampagne op touw wisten te zetten.
Maar wat doen zij nu?

Minidocu 4: Voetballen op eigen gras, het kan weer
Ondanks het collectieve trauma en de economische problemen breekt voor een groot deel van de Sierra Leoners een nieuwe periode aan. Dorpen en steden komen langzaam tot leven.
Dat merk je ook in het landelijke voetbalstadion. Tijdens de crisis moest dat zijn deuren sluiten, met als gevolg dat het team enkel nog uitwedstrijden kon spelen. Maar op 22 maart gingen de deuren weer open voor een vriendschappelijke wedstrijd tegen Malawi.
Vrienden en familie stroomden met duizenden toe voor de eerste wedstrijd in bijna twee jaar op eigen grond. De bezoekers waren uitgelaten. Voor veel Sierra Leoners was het een teken dat na twee lange jaren het leven eindelijk weer normaal begon te worden.

Voor het project After Ebola reisde ik met Hazel Healy en Laurence Ivil naar Sierra Leone. De reis was onderdeel van een samenwerking tussen New Internationalist en On Our Radar, een stichting die zich inzet voor burgerjournalistiek. Dit project is deels gefinancierd met hulp van het Innovation in Development Reporting Grant Programme van het European Journalism Centre.
Deze productie kwam tot stand door bemiddeling van International Editor Maaike Goslinga. De vertaling uit het Engels is van Laura Weeda.
Lees ook:

Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!