Deze Eredivisiespeler stopte deze week vrijwillig met voetballen
Veel amateurspelers en voetballiefhebbers zouden een misdaad plegen om een seizoen in de Eredivisie te kunnen spelen. Niet Daan Bovenberg (27), rechtsback van Excelsior. Hij stopte met voetballen omdat hij iets beters te doen had.
Daan Bovenberg maakte gisteren een opmerkelijk besluit wereldkundig: hij stopt met voetballen.
De rechtsback van Excelsior is niet geblesseerd, presteert prima bij Excelsior en hij is niet minder goed gaan voetballen - sterker, op zijn 27ste is hij op de toppen van zijn kunnen. En toch stopt hij. Omdat hij zich buiten het voetbal ‘beter kan ontwikkelen.’
Daarmee schendt Bovenberg een onuitgesproken regel in het professionele voetbal: dat het een doel is en geen middel.
Al was het maar even, vrijwel elke liefhebber zou op het hoogste niveau willen spelen. En eenmaal daar aangekomen, doet vrijwel niemand er vrijwillig afstand van.
Zo niet Bovenberg.
‘Voetbal is voor mij geen doel op zich,’ zegt Bovenberg telefonisch. ‘Het is een manier van leven die me heel veel heeft gebracht, die me hielp mezelf te ontwikkelen. Maar nu niet meer.’
Moedig, noemden sommigen zijn besluit om te stoppen. Hij vindt het vooral ‘ logisch .’
Het gemis van een intellectuele uitdaging
Het is niet dat Bovenberg er geen lol aan heeft, zoals de Kameroenese linksback Benoît Assou-Ekotto. Die verklaarde in 2010 als speler van Tottenham Hotspur tegen The Guardian dat profvoetbal hem geen plezier geeft; hij voetbalde voor het geld. Bovenberg heeft er wél plezier in, maar op dit moment in zijn carrière ‘zal ik niets meer meemaken dat ik niet al heb meegemaakt.’
Geen intellectuele uitdaging ernaast te hebben, dat miste ik. En omdat ik dat miste, werd ik ook geen betere voetballer
Eén jaar was voetbal het enige in zijn leven waar hij energie in stopte. Dat was na zijn eindexamen aan het gymnasium, toen hij als jeugdspeler de selectie van Excelsior haalde. Hij besloot helemaal te gaan voor een carrière als profvoetballer. Maar al snel kwam hij daarop terug.
Bovenberg: ‘’s Ochtends trainen, lunchen, en dan ’s middags om twee uur vrij zijn, niks te hoeven doen, dat is het leven van een profvoetballer. Dat vond ik niks. Geen intellectuele uitdaging ernaast te hebben, dat miste ik. En omdat ik dat miste, werd ik ook geen betere voetballer.’
Daarom begon hij een studie bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit, vlak naast de accommodatie van Excelsior. De studie maakte het leven als voetballer interessant genoeg - totdat zijn carrière als speler stokte.
De gemiste afslag naar de top
Hogerop komen als voetballer had zijn loopbaan kunnen verlengen. Dat had dan moeten gebeuren in zijn tijd bij FC Utrecht (2011-13) en NEC (2013-14). Maar mede door blessures werd het bij beide clubs geen succes.
‘Had ik het gekund? Ik denk het wel. Carrières kunnen snel omlaag gaan, maar ook snel omhoog. Maar bij NEC heb ik een afslag gemist. Het ging niet goed, ik speelde weinig, verloor mijn plezier in voetbal.’
En dus ging hij terug naar Rotterdam om zijn masterstudie Strategisch Management te doen, en om weer bij Excelsior te spelen. Wel was duidelijk dat het einde van zijn voetbalcarrière in zicht was.
‘Als je een stap terugzet [zoals hij deed van NEC naar Excelsior, MdH], sla je niet makkelijk weer de weg naar boven in. Ook omdat er een beeld over je bestaat waar je niet snel vanaf komt. [Het beeld dat hij van het niveau-Excelsior en niet hoger is, MdH] Hogerop komen zou dus niet meer lukken. Dus besloot ik om te blijven voetballen totdat ik was afgestudeerd.’
Dat gebeurde oktober vorig jaar. Als eerste profvoetballer in Nederland, voor zover hij weet, rondde hij tijdens zijn loopbaan een masteropleiding af. Het seizoen maakte hij af, daarna was het klaar.
Twijfels had hij niet meer. ‘Weer een seizoen als rechtsback van Excelsior zag ik niet zitten. Dat had ik al vaker meegemaakt. Als er geen nieuwe ervaringen te behalen zijn, wil ik verder kijken.’ Wat hij precies gaat doen houdt hij voorlopig voor zich.
Hoe ploeggenoten reageerden? ‘Sommigen die me kenden, snapten het wel. Al waren ze ook verrast. Voor de meeste spelers, alle spelers die ik ken tenminste, is voetbal toch hun eerste keus als carrière.’
‘Voor mij was voetbal een optie, maar niet de enige optie. Ik leer makkelijk, haal daar een hele hoop inspiratie uit. Er is in de wereld meer dan voetbal alleen. Ik weet dat veel anderen een moord zouden doen voor een kans als profvoetballer. Maar ik dus niet.’
Over enkele maanden spreek ik Bovenberg wat langer.