Luisteren: Deze antropologe leefde in een giftige en stinkende rivier
Roanne van Voorst (1983) woonde een jaar lang in een sloppenwijk in Jakarta. Te midden van het vuilnis en de stank en het gevaar: de wijk ligt in de bedding van een rivier en wordt constant overstroomd. Van Voorst ontdekte niet alleen hoe de allerarmsten daarmee omgaan, maar ook ontmoette ze bijzondere, kleurrijke mensen. Ze verzamelde hun verhalen in De beste plek ter wereld.
Er zijn vijf redenen om te luisteren naar het verhaal van Roanne van Voorst:
1. Ze is een zeer gedreven antropologe die onderzoek deed naar overstromingsgevaar in de sloppenwijken van Jakarta. Ze wilde per se wonen in haar onderwerp, zich volledig engageren. Hoe is het om te wonen in een stinkende en giftige rivier die je leven bedreigt? Wat ervaren de allerarmsten, hoe gaan ze ermee om? Een jaar lang maakte Van Voorst deel uit van de gemeenschap. Dat is bijzonder, want normaal duldt die geen buitenstaanders.
2. Van Voorst promoveerde cum laude op haar onderzoek, maar kon in haar dissertatie niet alle verhalen kwijt. Ze kon niet anders dan nog een boek schrijven: De beste plek ter wereld. Daarin schetst ze portretten van mensen wier stem je zelden of nooit hoort. Zoals Tikus, de 17-jarige razend inventieve straatmuzikant; Aki, de hoer die moedert over Roanne; Pinter, de ongeschoolde bankier. Voor hen trekt Van Voorst een klein monument op, en daarmee brengt ze een wereld in beeld die op het punt staat om te verdwijnen.
3. Waarom gaan mensen in hemelsnaam in een rivier wonen? Omdat het de enige plek is die hun gegund is, en die ze zich kunnen veroorloven. Ze wegen risico’s af: economische tegenover ecologische. Hun wijkje is in economisch opzicht strategisch gekozen. Het ligt tegen een drukke markt, waar de meeste bewoners nog een paar cent kunnen verdienen met het eten dat ze ’s nachts bereiden. Haal ze er weg, en ze hebben niks meer.
4. Nog een ontdekking: armoede is echt een val, een valstrik. Het maakt de staat tot vijand. Terwijl de economie in Indonesië groeit met 6 procent en de middenklasse groeit, is het voor de armen onmogelijk om de onderste trede van de maatschappelijke ladder te grijpen. Er is genoeg bedrijvigheid in de sloppenwijk, en vaak is die van een indrukwekkende creativiteit. Maar een lening krijgen gaat niet, want de bewoners hebben geen legaal adres. En dus keren ze de overheid de rug toe, en zijn ze op zichzelf aangewezen om te overleven. Met als gevolg dat de scheiding tussen rijk en arm groter en groter wordt.
5. Nederlanders zijn in Jakarta bezig om de overstromingen op te lossen, te helpen indammen. Dat betekent dat de rivier weer ruimte moet krijgen, breder moet worden. Dus moeten de armen weg. En dan? Wil je echt helpen, dan moet je vertrouwen winnen. Vraag de bewoners van de sloppenwijk wat ze nodig hebben. Ze hebben daar meer kijk op dan goedwillende ambtenaren.