Een uitvinding die niet stuk kan? Problematisch!

Thalia Verkade
Journalist, gespecialiseerd in mobiliteit en duurzaamheid
Een reclame van Philips uit 1925. Foto: Getty Images

Investeerders zien weinig financieringsmogelijkheden voor uitvindingen die niet verslijten, terwijl we die natuurlijk juist willen hebben. De documentaire The Lightbulb Conspiracy laat zien hoe dit mogelijk is: de wegwerpartikelen die nu de planeet vervuilen houden onze economie draaiende.

Je doet een uitvinding die steeds weer herbruikbaar is, en krijgt van innovatiebemiddelaars te horen: ‘Als het niet stuk kan, hoe wil je er dan aan verdienen?’

Klinkt onwaarschijnlijk? Het gebeurde Willem Hienekamp, een lid van De Correspondent, toen hij investeerdersclubs langsging op zoek naar financiering voor een nieuw soort herbruikbare tiewrap die hij had uitgevonden. De bemiddelaars aan wie hij vroeg hoe hij zijn vinding op de markt zou moeten brengen, legden hem uit dat de productiekosten van iets wat zelden of nooit vervangen hoeft te worden, moeilijk terug te verdienen zijn.

En ze hadden gelijk, op hun manier.

Zoektocht aan de hand van een tiewrap

Aan de hand van Willem Hienekamps ZicLok, die technisch af is maar nog niet op de markt, probeer ik beter te begrijpen waarom sommige uitvindingen de wereld veroveren en andere niet. Lees hier het begin van de serie terug:

Of begin hier, als je niet zeker weet wat een tiewrap is:

Hoe meer je maakt, hoe meer je verdient

De innovatiespecialisten aan wie Hienekamp advies vroeg, praatten geen onzin. Bij het produceren van kunststof objecten zoals tiewraps zitten de meeste kosten in het maken van de stalen gietmal waar de binders uitkomen, de matrijs.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Zo gaat het spuitgieten van tiewraps in zijn werk

Zoals Hienekamp zelf (in antwoord op een vraag van een ander lid, hieronder iets geredigeerd):

Wat betreft materiaal en productie kosten deze binders maar weinig meer dan tiewraps. Het is eenzelfde stuk plastic, iets groter. Heel globaal gerekend: een matrijs geeft veel kosten bij een kleine serie. Stel een matrijs kost 50.000 euro, dan wordt de prijs bij 500.000 binders dus 10 eurocent per stuk.

Een fabrikant van gewone tiewraps zou dezelfde opstartkosten hebben, maar laat er waarschijnlijk veel meer dan een half miljoen gieten. Dat kan hij ook doen, zolang consumenten zijn tiewraps af en toe doorknippen, een volgende uit het zakje pakken en nieuwe kopen als het zakje leeg is. Dat zorgt voor een grote en permanente afzetmarkt. Hierdoor daalt de stukprijs hard.

Maar Willem Hienekamps ZicLok is los te maken, en hoeft dus zelden vervangen te worden.

Hoe krijg je dan genoeg kopers om uit de opstartkosten te komen? Die vraag wil ik nog gaan stellen aan fabrikanten die met succes herbruikbare tiewraps op de markt hebben gebracht, en ik aan de uitbaatster van webshop Buymeonce.com, die alleen spullen verkoopt die tig jaar meegaan. Zij tipte me een documentaire die ik graag met jullie wil delen.

De redenering van innovatiebemiddelaars en banken, dat de herbruikbaarheid van een product ongunstig is voor je kansen op de markt, daarover gaat The Lightbulb Conspiracy uit 2010 van de Duitse regisseur Cosima Dannoritzer. De Engelse titel (‘Het gloeilampencomplot’) is wat onhandig, zoals hieronder zal blijken.

De oorspronkelijke Duitse titel luidde: Kaufen für die Müllhalde (‘Kopen voor de vuilnisbelt’). En de film verklaart precies de reactie van de investeerdersclubs met wie Hienekamp sprak.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Trailer van The Lightbulb Conspiracy (2010).

Gloeilampen die niet doorbranden en panty’s die niet ladderen: het kan

In The Lightbulb Conspiracy laat een Duitse historicus paperassen zien uit de jaren twintig. Daarin spraken de bedrijfsleiding van onder andere de Nederlandse gloeilampfabrikant Philips en de Duitse collega’s van Osram met elkaar af om de levensduur van de gloeilampen te verminderen van tweeduizend uur of meer naar duizend à vijftienhonderd branduren.

Ook gedocumenteerd: de boetes die fabrikanten moesten betalen als hun gloeilamp langer bleef branden dan afgesproken.

Ook dat er eerder panty’s hebben bestaan die niet ladderen wordt aannemelijk gemaakt.

‘Het moet heel frustrerend zijn geweest voor de ingenieurs om een inferieur product te maken nadat ze zo hun best hadden gedaan om een goed product te maken. (...) Maar waarschijnlijk hadden ze nu eenmaal een baan die ze moesten uitvoeren,’ zegt een dochter van een van de medewerkers van de DuPont-fabriek die in de jaren veertig nylon kousen produceerde die niet ladderden en die haar moeder nog had gedragen.

Fabrikanten die spullen opzettelijk een kortere levensduur gaven, waren geen kwaadaardige idioten

Algauw werden de panty’s minder sterk, zodat er meer konden worden verkocht, om de fabriek draaiende te houden.

Maar was het een complot? Nee. De grote waarde van The Lightbulb Conspiracy is dat de Duitse regisseur Cosima Dannoritzer je laat begrijpen dat fabrikanten die spullen opzettelijk een kortere levensduur mee begonnen te geven geen kwaadaardige idioten waren (al ging het gloeilampenkartel wel erg ver), maar handelden vanuit de gedachte dat voorspoed voortkomt uit economische groei.

En een onverslijtbaar product staat die groei in de weg.

Eindeloze productie op een eindige planeet: het kan niet

The Lightbulb Conspiracy laat met prachtige historische beelden en archiefmateriaal zien hoe er na de beurskrach van 1929 bedacht werd dat het voor de groei van de Amerikaanse economie en het herstel ervan goed zou zijn als mensen vaker iets nieuws kochten. Dat leverde meer banen in fabrieken op, maar ook hele nieuwe bedrijfstakken, zoals die van reclamemakers, modeontwerpers en kredietverleners.

De economen die dit bedachten, hadden, zo blijkt uit hun biografieën, het beste voor met de mensheid. Het is zo tragisch juist omdat het géén complot is.

Pas decennia later begonnen mensen te beseffen dat het een oplossing was die een veel groter probleem veroorzaakt: vervuiling op zo’n grote schaal dat de aarde eraan onderdoor begint te gaan. ‘Wie denkt dat eindeloze groei samen kan gaan met een eindige planeet is of gek of een econoom,’ zegt de Franse filosoof Serge Latouche daarover in de documentaire.

The Lightbulb Conspiracy verklaart heel duidelijk hoe het kan dat innovatiespecialisten bij banken meewarig kijken naar uitvinders zoals Willem Hienekamp, die met iets handigs aankomen dat niet stuk kan. Aan de hand van de iPod en inktjetprinters laat The Lightbulb Conspiracy zien hoe de geschiedenis van wat is gaan heten zich blijft herhalen, en wat de dramatische gevolgen ervan zijn. We zien pubers in Ghana op een vuilnisbelt onderdelen die nog wel bruikbaar zijn halen uit elektronische apparaten die inmiddels zo zijn ontworpen dat ze maximaal een paar jaar meegaan.

Het moet anders. Hoe? Daarover gaat het verhaal hieronder.

En kijk zodra je een uurtje hebt vooral The Lightbulb Conspiracy terug: de documentaire, die razend goed geresearched is, staat en hieronder (negeer de Deense ondertitels).

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
The Lightbulb Conspiracy in zijn geheel

Meer lezen?