Deze farmaceut hield onterecht klinische data geheim, concludeert de Ombudsman
Waarom lakte de Europese medicijnwaakhond passages weg in dossiers over een van de meest winstgevende medicijnen ooit? Dat onderzocht de Europese Ombudsman. Dat instituut laat zien met welke schijnargumenten artsen jarenlang in het duister zijn gehouden over de klinische proeven van medicijnen.
Vallen bijwerkingen die in klinisch onderzoek van een firma worden waargenomen onder commercieel vertrouwelijke informatie? Je kunt je het misschien niet voorstellen, maar er zijn goedbetaalde juristen van grote farmaceutische bedrijven die betogen van wel.
Met effect, blijkt wel. Want de plannen van de Europese registratieautoriteit (EMA) om de klinische onderzoeken van de farmaceutische industrie vrij te geven zijn lang gedwarsboomd. Dat schrijft de Europese Ombudsman recent. Zij onderzocht waarom de EMA in klinische dossiers van de firma AbbVie, in tegenstelling tot eerdere beloften van volstrekte transparantie, passages heeft zwartgelakt.
Hoewel de bijwerkingen zelf niet lijken te zijn achtergehouden, zal het je verbazen met welke argumenten onafhankelijke medici - door zowel bedrijf als toezichthouder - in het duister zijn gehouden.
Terug in de tijd...
Het is bijna drie jaar geleden dat een Amerikaanse jurist van het farmaconcern AbbVie, ten overstaan van collega’s, maar ook van officials van de landelijke registratieautoriteiten, de EMA, en de Commissie, zich in Brussel uitliet over een onderwerp waar in de geneesmiddelensector doorgaans een omerta op rust: het gebrek aan transparantie over klinische onderzoeken.
Met droge ogen wist deze AbbVie-advocaat, Neal Parker, te vertellen dat bijwerkingen, analyses, interpretaties van de eigen wetenschappers, studieprotocollen en tactische overwegingen in het onderhandelproces met toezichthouders om een product naar de markt te krijgen, allemaal kunnen vallen onder het bedrijfsgeheim.
Kan een signaal dat wijst op zorgen over de volksgezondheid vallen onder het bedrijfsgeheim?
Dit tot groot ongenoegen van enkele toehoorders, die hun oren niet konden geloven. ‘Ik ben al vele jaren toezichthouder, maar ik ben volstrekt flabbergasted,’ aldus Hans Georg Eichler, de hoogste medische baas van de EMA. ‘Als we uw bedrijf vragen een verklaring te geven bij een signaal dat duidt op carcinogeniteit of als er zorgen zijn over de volksgezondheid, valt dat dan daaronder?’
Of neem de bijna stomende Aginus Kalis, de toenmalig directeur van de Nederlandse registratieautoriteit CBG. ‘Bent u ervan op de hoogte dat u in de gezondheidssector werkzaam bent, waar met patiënten, met mensen wordt gewerkt?’ zei hij voordat hij werd onderbroken door de moderator.
‘You don’t ever admit the existence of this thing of ours’
Een pijnlijk moment voor een industrie die door critici weleens wordt vergeleken met de georganiseerde misdaad. Wat Parker hier deed was wereldkundig maken dat er een geschil was over klinische data tussen bedrijven en publiek. Het was zichtbaar ongemakkelijk voor de eveneens aanwezige Richard Bergstrom, voorman van de Europese branchevereniging van farmabedrijven, die al jaren doet alsof zijn bedrijven zo transparant zijn als een Noors bergbeekje.
‘Fuckin’ nauseating! [...] Are you fuckin’ kiddin’ me?! You don’t ever admit the existence of this thing. Ever!’ zei Sopranos-boef Phil Leotardo ooit in een hilarische scène over collega-maffiabaas Johnny Sack, die voor de rechtbank in ruil voor strafverlaging erkende dat hij jarenlang onderdeel geweest was van een Cosa Nostra-familie. En daarmee expliciet maakte dat de maffia actief is in New York.
Ook AbbVie was op het moment dat Parker uit de school klapte verwikkeld in een juridische strijd waarin het bedrijf veel te verliezen had. Enkele maanden voor het voorval was de firma namelijk een zeer omstreden rechtszaak tegen de EMA gestart.
De registratieautoriteit had - na een reeks incidenten - besloten niet langer geheimzinnig te doen over de tienduizenden onderzoeksdocumenten die bedrijven aanleveren om een handelsvergunning te krijgen voor een nieuw geneesmiddel. Maar bij het beschikbaar stellen van de onderzoeksdocumenten van Humira (de blockbuster leverde AbbVie in 2015 14 miljard dollar op), betoogde AbbVie dat er commercieel vertrouwelijke informatie op straat zou komen te liggen.
Nooit kwam het tot een uitspraak, de EMA en AbbVie losten het geschil in 2014 buiten de rechtszaal op.
Zwartgelakte dossiers
Later publiceerde de EMA alsnog onderzoeksdossiers van Humira, maar daarin bleken een aantal passages op aanvraag van AbbVie zwartgelakt. De Europese Ombudsman, die eerder al geïntervenieerd had in de rechtszaak aan het Europese Gerecht, stelde een onderzoek in om uit te zoeken of de zwartgelakte passages wel met recht onleesbaar waren gemaakt.
Het merendeel van de aanpassingen was zonder goede reden weggelakt
Het merendeel van de aanpassingen was dat niet, zo schrijft de Ombudsman nu. Deze passages werden - op last van diezelfde Ombudsman - de afgelopen twee jaar alsnog leesbaar gemaakt. Het is interessant om te zien over welke informatie al die tijd zo geheimzinnig werd gedaan. En verontrustend met hoe weinig argumenten AbbVie de EMA zover kreeg in te stemmen met het geheimhouden van die hoofdstukken.
AbbVie zou bijvoorbeeld werken aan de registratie van alternatieve doseringen van Humira voor subgroepen patiënten, zoals rokers en drinkers, waardoor sommige tabellen commercieel gevoelige informatie zouden bevatten voor concurrenten. Humira is een van de meest lucratieve geneesmiddelen ooit gemaakt en AbbVie verliest binnen enkele jaren wereldwijd zijn monopoliepositie op dit middel. Registraties van nieuwe doseringen verlengen vermoedelijk de marktexclusiviteit.
Geveinsde zorgen om traceerbaarheid
In het verlengde daarvan zijn ook batchnummers van Humira uit de dossiers gelakt, omdat die concurrenten een idee zouden kunnen geven op welke productielocatie het medicijn geproduceerd is, in welke maand en hoeveel lichtingen er dat jaar zijn geweest.
Zoals je misschien nog weet uit eerdere artikelen, worden biologische medicijnen in bereidingen - batches - gemaakt die per definitie altijd een klein beetje van elkaar verschillen. Generieke bedrijven proberen in de levenscyclus van een gepatenteerd middel meerdere lichtingen in te kopen, om zo een zo representatief mogelijk idee te krijgen voor het namaakproduct dat ze na octrooibescherming op de markt gaan brengen.
Het is pikant dat AbbVie hier geheimhouding geclaimd heeft. Op dit moment suggereren de innovatieve farmaceutische bedrijven dat het gevaarlijk is om patiënten over te zetten op een biosimilar, zolang niet met een muisklik te traceren is uit welke batch de biosimilar van een merkproduct afkomstig is. Dientengevolge organiseert branchevereniging Nefarma deze donderdag een bijeenkomst voor genodigden waarin besproken wordt dat ‘de traceerbaarheid van biologische geneesmiddelen in Nederland nog te beperkt is,’ zo blijkt uit een e-mail die ik via via kreeg doorgestuurd. Belangrijkste sprekers? Twee medewerkers van jawel, AbbVie.
De inmiddels opgeheven stichting Eerlijke Geneesmiddelenvoorziening, een industrievehikel vermomd als patiëntbelangenclub, ontving zelfs specifiek donaties van AbbVie voor het opstellen en verspreiden van eenzijdige informatie over biosimilars. De lobbyclub stuurde vorig jaar brieven naar ziekenhuisdirecties, waarin gesteld werd dat het met de traceerbaarheid van biosimilars zo slecht gesteld was, dat het onverantwoord is patiënten op de nieuwe producten over te zetten.
Dat allemaal terwijl het bedrijf de traceerbaarheid van zijn eigen Humira op Europees niveau als commercieel vertrouwelijk heeft laten aanmerken.
De volksgezondheid staat altijd boven de commerciële belangen van een producent, aldus de Ombudsman
Maar het allerbelangrijkste argument van de Ombudsman tegen de zwartlakkingen: AbbVie en de EMA hebben onvoldoende aangetoond dat het geheimhouden van de hoofdstukken in de klinische onderzoeksdossiers geen enkel gevolg heeft voor de medische discussie omtrent de effectiviteit en veiligheid van Humira. Immers, de volksgezondheid staat altijd boven de commerciële belangen van een producent, aldus de Ombudsman, waarna fijntjes wordt opgemerkt dat de EMA haar bestaansrecht ontleent aan het beschermen van diezelfde volksgezondheid.
Gelukkig eindigt de Ombudsman haar onderzoek met een weliswaar diplomatieke, maar positieve noot. Verbeteringen boekte de EMA de afgelopen maanden op het gebied van het vrijgeven van secundaire eindpunten in studies, protocolwijzigingen, statistische methoden en bijwerkingen. De medicijnwaakhond zou bovendien ‘belangrijke lessen’ hebben geleerd van de externe kritiek van de Ombudsman, die zich al bijna tien jaar bemoeit met het transparantiebeleid van de EMA.
Na jaren gekissebis lijkt de EMA dan ook eindelijk op koers te liggen in het verwezenlijken van wat lang als pertinent onmogelijk werd gezien: het beschikbaar stellen van de wetenschappelijke blauwdrukken van onze geneesmiddelen.
reactie Abbvie
AbbVie laat in een reactie weten de conclusies van de Europese Ombudsman te erkennen. Het bedrijf zegt in 2014 een ‘constructief overleg’ te hebben gevoerd met de Nederlandse registratieautoriteit over de zwartgemaakte informatie. ‘Wij zijn volledig gecommitteerd aan verantwoorde transparantie over de door ons gesponsorde klinische studies en onderstrepen het publiek belang bij het toegankelijk maken van informatie over klinische studies aan patiënten, zorgverleners, onderzoekers en het algemene publiek. We maken data en informatie over geneesmiddelen toegankelijk voor artsen en wetenschappers om wetenschap en patiëntenzorg vooruit te helpen’, aldus woordvoerder Femke Sanders.
AbbVie zegt dat zijn twee medewerkers bij de interne bijeenkomst van Nefarma spraken over het traceren van biologische medicijnen in ziekenhuis ‘vanwege hun specifieke kennis’.