Eigenaar Danny Robert Johan Verheijen (43) - kortweg Danny - zat in de keuken van de in Amsterdam-Noord geld te tellen. ‘Niet lullen nu,’ zei hij, ‘anders raak ik de tel kwijt.’

Ik zei dat ik de stekker van het koffiezetapparaat uit het stopcontact trok om er de oplader van mijn iPhone in te steken. Danny: ‘Ja, tel kwijt.’

Danny runde een meubelspeciaalzaak voor ‘de duurdere klant.’ Onder het systeemplafond in de aanpalende hal stonden, op zijn zachtst gezegd, uitbundige meubelen.

Danny, nadat hij klaar was met geld tellen: ‘Wij waren de eerste met ‘zigeunerstijl’-meubelen. We trokken vooral woonwagenbewoners, maar inmiddels weten anderen ons ook te vinden. Onze klanten zijn mensen met geld die van glans en glitter houden. Voetbalmensen bijvoorbeeld.’

Hij somde een aantal voetbalmensen op. ‘Luc Castaignos (ex-Feyenoord, ex-FC Twente) heeft hier heerlijk gewinkeld, voor Demy de Zeeuw (ex-Ajax, ex-NAC) hebben we een huisje ingericht en voor de rest kwamen Yassin Ayoub van FC Utrecht en Gerard van der Lem langs. Ze komen vaak met voetbalmakelaars, nog een doelgroep die ons weet te vinden.’

Hij spreidde zijn armen. ‘Hun smaak is mijn smaak, het is een soort kruising van glamour, trendy, sjiek, glans en glitter. Vooral veel glimstoffen.’

We zaten aan een op het oog simpele keukentafel. Danny: ‘Ja, maar toch 1.395 euro. Het is een tafel van deze tijd, hè? Grijs en gemaakt van MBF, of weet jij niet wat dat is? Van welke planeet kom jij, zeg? MBF is veredelde spaanplaat. De gemiddelde klant hier zegt ‘doe mij dat MBF’je, maar dan wel zes meter lang en twee meter breed.’ Nou, dan doen wij dat. De gemiddelde klant komt trouwens voor een totaalpakket. Die heeft bijvoorbeeld een huis op Ibiza dat ‘vol’ moet. Alles kan hier. Wij schrikken nergens van. In feite is het hier voor de klant een paradijs, een hemel op aarde.’

Foto: Jan Dirk van den Burg

Het bedrijf

Hij begon over de ontstaansgeschiedenis van zijn bedrijf. ‘De firma is 75 jaar geleden opgericht door mijn opa. Via mijn vader is het in mijn handen gekomen. Mijn opa was al van de aparte meubelen. Die had een stoel ontworpen waar hij in kon onderduiken. Die klapte zichzelf als het ware in als er Duitsers aan de deur kwamen, maar hij klapte zich ook in bij een bombardement. Aparte meubels voor een apart publiek dus.’

‘Mijn opa was al van de aparte meubelen. Die had een stoel ontworpen waar hij in kon onderduiken’

Inmiddels had hij tien man personeel, die zich vooral bezighielden met ‘klantcontact.’ Danny: ‘Internet is voor ons een etalage, we gaan d’r niet op handelen. Je krijgt er alleen maar gezeik van. De klant wordt hier ontvangen met een kopje koffie en een stukje gezelligheid. Ik wil wel even zien met wie ik zaken ga doen. We hebben klanten die twintigduizend afrekenen, maar we hebben er ook van dertigduizend. Het meeste gaat contant.’

Op de vraag of hij niet bang was voor een overval, antwoordde Danny: ‘Wie dan? Alle criminelen, alle jongens die worden neergeschoten, alle boeven, alle jongens van motorclubs, ze hebben allemaal mijn meubeltjes. Ze beschermen me juist. Ik heb een keer een akkefietje gehad over 1.800 euro met iemand op een woonwagenkamp. Stond er de volgende dag meteen een grote jongen in de winkel die me geruststelde. ‘Danny,’ zei hij, ‘maak je maar geen zorgen, we gaan dit onderling oplossen.’ Nou, opgelost. Ze wilden ook wel een incassootje voor me doen, maar dat heb ik helemaal niet nodig. Als je eerlijk bent naar de klant, heb je geen gezeik.’

De meubels

We liepen de ‘showroom’ in. Op een salontafel lag een catalogus van de wereldberoemde interieurdesigner Eric Kuster.

‘Mooi spul,’ zei Danny. ‘Een salontafeltje bij hem kost 3.700, maar doet bij ons 1.600. Mijn klanten vinden dat goedkoop. Ze wijzen het aan in de catalogus en zeggen ‘dat tafeltje, maar dan met een randje en wat franje,’ nou dan gaat mijn ontwerper met die wens aan de slag. Krijgen ze een ‘twee-D-tekening’ die ze moeten accorderen. Ik weet niet wat Eric Kuster ervan vindt, wij doen dat gewoon. In feite inspireert hij ons.’

Foto’s: Jan Dirk van den Burg

‘Het gekste wat ze ooit wilden, was een op een bank van Eric Kuster geïnspireerde bank van zes meter breed en 1.80 diep. Paars met glimsteentjes erin, die is naar een seksclub gegaan. Ik druk ze die catalogus van Kuster in de handen. ‘Zeg maar wat je wil,’ zeg ik dan tegen de klant. ‘Hoger, lager, kleiner, groter, tijgerprint…u vraagt wij draaien. Weet je wat het verschil is tussen mij en Eric Kuster? Bij ons kost een bank zesduizend, bij hem 24.000.’

Hij gaf een rondleiding. We stopten bij iets wat hij een sculptuur noemde. ‘Gemaakt van echte schedels, potje zilververf eroverheen.’

Hij begroette een klant, een jongen van ongeveer dertig met zijn vriendin. Ze pakten elkaar vast voor een korte knuffel.

‘Hoe gaat-ie?’

‘Top man!’

‘Mooi zo!’

Tegen mij: ‘Die doet hier in een uurtje denk ik voor vijftienduizend boodschapjes. Die jongen heeft heel veel huizen, heel veel vriendinnen en heel veel bodyguards.’

Hij begon weer over die sculptuur. ‘Ja in feite is het gewoon een schedel van een beest. Je kunt ‘m verzilveren, maar ook verbronzen. Dat laat ik nu heel veel doen door een kunstenaar, kost dan 2.000 euro per stuk. Zelf betaal ik er 1.100 voor, het verschil is de marge. Hahaha.’

De rondleiding ging door. ‘Schelpvazen, die haal ik per container uit Vietnam, dat gaat echt aan de lopende band. Vierhonderd euro het stuk. De meeste klanten zeggen: doe er maar drie of vier.’

Wat opviel waren de namen van de meubels. Een kastje heette bijvoorbeeld ‘dressoir Dubai mirrors,’ een bank ‘zitcombinatie Quo Vadis.’

‘Dubai, ja waarom Dubai? Dat vonden we mooi. Dubai klinkt toch sjiek en duur. Rubber heet bij ons ook geen rubber, dat noemen we kinky.’

Foto: Jan Dirk van den Burg

De keerzijde

Danny constateerde dat de crisis voorbij is.

‘In een week draaien we al snel negentigduizend euro, dat is mooi. Ik ben 43, het werd wel een keer tijd. Dit is gewoon een heel leuke tijd. De omgang met de klanten is ook zo leuk. De meesten noemen me ‘broer’ en ze knuffelen me helemaal en daarna doen ze hun boodschapjes. Ik ben niet jaloers op mijn klanten, helemaal niet. Ik laat nu ook een huis bouwen in de duinen bij IJmuiden, dat ga ik ook helemaal inrichten en in de sfeer brengen.’

‘Als iemand zegt ‘je moet mee naar Nigeria’ dan doe ik dat niet’

Over de keerzijde van het beroep zei hij: ‘Als ze je nodig hebben, moet je komen. Dan sta je om 23.00 uur ergens over een bankstelletje te ouwehoeren.’

Toch had ook Danny een grens.

‘Als iemand zegt ‘je moet mee naar Nigeria,’ dan doe ik dat niet. Ik heb wel een keer in Ghana een of andere prins ingericht, maar Nigeria, nee. Ik heb geen moeite met Afrikanen, maar ik ga er niet graag naartoe.’

‘Echt heel grappig’

Aan de koffiebar in het midden van de showroom zat zijn werknemer Henk de Vries, die de namen van de meubels verzon. Piet zei: ‘Hoe ingewikkelder de naam, hoe liever ze het willen hebben. Ik vind het mooi om namen te verzinnen die ze niet uit kunnen spreken. Dan hoor je ze door de telefoon van ‘pli, pla, pleu’ en dan weet ik dat ze de zitcombinatie Plutargus willen. De een krijgt het makkelijker uit het mondje dan de ander.’

Danny: ‘Gewoon een bank, zesduizend euro.’

Henk werkte al lang bij Driehoek Meubelen, hij keek nergens meer van op. ‘Vorige week had ik het wel even moeilijk met een Nigeriaanse meneer, die in eerste instantie een van 25.000 had besteld, maar die opeens terugkwam met wat mensen om druk te zetten omdat hij de kleurstelling bij nader inzien toch niet mooi vond. Op een gegeven moment heb ik moeten schreeuwen.’

Danny: ‘Jaja.’

Foto: Jan Dirk van den Burg

Het koffiemeisje was pas drie weken in dienst en zei: ‘Eerst werkte ik in de cosmetica, daar gingen mensen soms raar doen, maar hier gaat het over zulke grote bedragen dat ze nog raarder gaan doen.’

Danny: ‘Ach, je maakt hier zoveel mee. Een heel goeie klant, hij kocht vorige week nog voor achttienduizend euro, vertelde dat hij een verkeerscontrole had terwijl er vierenhalve kilo wiet in zijn achterbak lag. Hij zat met een andere vriend in een auto die uitstapte en ging rennen, nou toen is-ie weggereden en hebben ze twaalf keer op hem geschoten. Toch kocht hij de volgende dag alweer een nieuw tafeltje.’

Het koffiemeisje: ‘Dat soort dingetjes, echt heel grappig.’

Henk de Vries: ‘Voor ons is dat gesneden koek, ik registreer het niet eens meer.’

Danny: ‘Laatst kwam de vrouw van een goede klant een spiegellijst kopen. ‘Eentje maar?,’ vroeg ik. ‘Ja,’ zei ze, ‘hij is geliquideerd, ik ga het op z’n graf leggen.’ Dat soort trieste dingen gebeuren helaas ook.’

Eerder onder het systeemplafond:

Onder dit systeemplafond leren werkloze 50-plussers ‘zichzelf verkopen’ Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag: op een netwerkdag voor werkloze 50-plussers en werkgevers in Alkmaar. Lees het de reportage hier terug Wat er gebeurt als het plafond van je kroeg naar beneden komt Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag: wat er gebeurt als zo’n plafond instort. Lees de reportage hier terug Langs de A12 laat Arie Boomsma lezers oefeningen uitvoeren die alleen Arie Boomsma kan uitvoeren Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Dit keer: bij een bootcamp van Arie Boomsma. Lees de reportage hier terug