Spring naar inhoud

Een ontluisterend inkijkje in de manieren waarop farmaceutische bedrijven monopolies eindeloos proberen op te rekken

Dat bood The New York Times maandag.

Het Britse concern AstraZeneca probeert in de VS zijn blockbuster Crestor, een cholesterolremmer gebruikt door miljoenen Amerikanen, geregistreerd te krijgen bij de Amerikaanse medicijnenautoriteit voor een zeer zeldzame aandoening bij kinderen. Waarom?

Met een vergunning voor deze weesziekte - het gaat om enkele honderden patiëntjes - kan het bedrijf nog eens zeven jaar het alleenrecht krijgen op de exploitatie van een medicijn dat sinds zijn marktintroductie al zo’n vijftig miljard dollar (!) omzet genereerde.

Voor de ingevoerde lezer: het klopt dat het bedrijf, indien succesvol, alleen voor het behandelen van deze zeldzame ziekte zo’n officiele monopoliepositie krijgt. Voor de gewone cholesterolpatiënt mogen er dus andere partijen op de markt komen. Niets aan de hand zou je zeggen.

Maar AstraZeneca heeft een achterdeur gevonden: de bijsluiters van de generieke varianten van Crestor mogen straks geen informatie bevatten over het behandelen van de zeldzame aandoening. En omdat artsen de generieke pillen mogelijk toch voor die zeldzame aandoening gaan gebruiken - en dan geen correcte informatie in de bijsluiters vinden over de juiste dosering - is het onverantwoord en onveilig om in welke vorm dan ook generieke concurrentie op de markt toe te laten.

Een sterk staaltje juridische bochtenwringerij, dat op de lachspieren zou werken als het niet een serieus te nemen poging is om de zorg onnodig duur te houden ten gunste van de aandeelhouders van het bedrijf.

Lees hier stuk in de New York Times. Hier lees je de argumentatie van AstraZeneca terug.
Journalist, gespecialiseerd in medicijnen