Wat zijn Bitcoins eigenlijk?
Als je veel geld wil verdienen moet je nu Bitcoins kopen, hoor je overal. Maar wat zíjn Bitcoins nu precies? En is het de munt van de toekomst? Of is het een voorbijgaande hype?
Een website waar je je favoriete harddrug bestelt of kinderporno koopt. Waar je een huurmoordenaar kunt inhuren die je vijanden uit de weg ruimt. Zo’n website bestond tot voor kort: Silkroad. De illegale handel werd mogelijk gemaakt door Bitcoin - de munt waarvan lang werd aangenomen dat die niet te traceren was. Van februari 2011 tot oktober van dit jaar was de site een ware geldmachine: het leverde de kwade genius die de site beheerde naar verluidt 144.000 Bitcoins op (omgerekend naar de huidige koers vele tientallen miljoenen dollars).
Ook in Nederland lezen we in kranten verontrustende geluiden over de Bitcoin. Nout Wellink, Jeroen Dijsselbloem, de commissie Ethiek van de Rabobank: allemaal waarschuwen ze voor de gevaren van de cryptomunt. De Bitcoin zou instabiel, onveilig en gevaarlijk voor investeerders zijn.
Maar wat zijn Bitcoins eigenlijk? Is Bitcoin niet ooit als idealistisch alternatief op het bestaande geld bedacht? En gaat het zijn belofte als vervanger voor het reguliere geld nog nakomen of wordt de munt definitief de valuta van de voortvluchtige?
Allereerst: wat zijn Bitcoins?
Een Bitcoin is een digitaal betaalmiddel dat niet gereguleerd wordt door een bank of overheid. Het laat zich, anders dan regulier geld, niet bijdrukken. Bij traditionele betaalmiddelen worden transacties voltrokken door een tussenpartij - een bank. Met Bitcoin is dat anders: de persoon die eigenaar is van de munt, bezit ook het systeem waarmee de munt wordt overgeboekt. Dat doe je met je smartphone of computer. Daarbij gebruik je speciale ‘encryptie’, waar je met een private sleutel en een publieke sleutel een transactie kunt versturen die uitsluitend door de gewenste ontvanger te ‘ontsleutelen’ is.
Waarom is het bedacht?
De Bitcoin is een experiment dat na de val van Lehman Brothers in 2008 is bedacht om aan de waardevermindering van geld te ontkomen. De wereldwijde huizencrash dwong overheden om in relatief korte tijd duizenden miljarden dollars belastinggeld in hun banken te steken. Om in de toekomst te voorkomen dat natiestaten of financiële instellingen op een ondemocratische manier zo’n enorm beroep op belastinggeld zouden doen, werd een virtuele munt bedacht. Door de vertantwoordelijke partijen achter de crisis buitenspel te zetten, zouden burgers niet meer op hoeven te draaien voor de misstappen van de financiële sector.
Door wie is het bedacht?
De bedenker of bedenkers van Bitcoin gaan schuil achter het pseudoniem Satoshi Nakamoto. In 2008 plaatste hij/zij/het een manuscript op internet. Pas verscheen er een blog waarin werd gespeculeerd over de ware identiteit van de uitvinden, maar uitsluitsel is er nog niet. Vooralsnog is de bedenker van de Bitcoin anoniem. Niemand weet precies waarom, maar omdat de munt zich niet wil binden aan welke vorm van autoriteit dan ook, ligt het voor de hand te denken dat de makers zelf ook niet als ‘uitgever’ of ‘bedenker’ te boek willen staan.
Hoe kom je aan Bitcoins?
Net als goud moeten Bitcoins gevonden worden. Alleen dan niet in een berg of een rivier, maar op internet. Bitcoins kunnen daar beschikbaar gemaakt worden door het oplossen van wiskundige berekeningen. Dat wordt mining genoemd. En om te minen heb je software nodig die de rekenkracht van je computer aanspreekt om nog niet opgeëiste Bitcoins, die als het ware in een enorme online rots vastzitten, uit het digitale steen te slaan. Elke Bitcoin zit op slot met een unieke code die ontcijferd kan worden. Het precieze proces is buitengewoon complex, maar het komt min of meer hier op neer: de munt zit achter een digitale muur van codes en moet daar uit ‘los’ worden berekend.
Mocht je nu denken dat je makkelijk rijk kunt worden door je laptop massaal aan het delven te laten slaan, dan heb je het helaas mis: alle ‘makkelijk’ te ontgrendelen Bitcoins zijn inmiddels gedolven. De rekenkracht van relatief eenvoudige computers volstaat niet meer om op een fatsoenlijke manier aan Bitcoins te komen.
Wel kun je je aansluiten aan bij een zogeheten pool waar meerdere mensen hun computers aan elkaar verbinden. Bitcoins worden op dit moment namelijk in getallen van 25 per keer gedolven, die veel lastiger te berekenen zijn. In een pool werken meerdere computers van verschillende gebruikers aan het oplossen van de sommen en worden de gedolven Bitcoins netjes verdeeld over de mensen die zich bij de pool aangesloten hebben.
Aan de te mijnen Bitcoins komt op een gegeven moment een eind, men schat in 2040. Door de programmeurs achter Bitcoin is namelijk een maximum aantal vastgesteld: elke vier jaar wordt het aantal te mijnen Bitcoins gehalveerd, wat betekent dat er nooit meer dan 21 miljoen in omloop worden gebracht. Als Bitcoins te snel beschikbaar komen, heeft dat namelijk een prijsverlagende invloed op de munt.
Hoe werkt een Bitcointransactie?
Stel: je wilt een pak cocaïne, een lekkere pizza of een raketwerper op internet bestellen en betalen met Bitcoin, want dat is (grotendeels) anoniem. Om te beginnen heb je een Bitcoinwallet nodig, het digitale equivalent van een portemonnee. Een Bitcoinwallet fungeert eigenlijk als een adres, uitgedrukt in niets anders dan een enorme reeks willekeurige cijfers en letters. Dat adres genereert automatisch een publieke sleutel en een private sleutel.
De publieke sleutel is door iedereen in het Bitcoinnetwerk te vinden, de private sleutel niet. Die blijft bij de eigenaar van het Bitcoinadres. De private sleutel fungeert als een soort handtekening, waarmee je een transactie ‘verzegelt’. Dus als je overeengekomen bent met een ander Bitcoinadres dat bij het overmaken van een x aantal Bitcoins hij jou een pizza, raketwerper of een pak cocaïne stuurt, hoef je je Bitcoinwallet alleen maar de opdracht te geven een hoeveelheid munten over te maken naar een lange reeks letters en cijfers die je verzegelt met een unieke code die alleen jij kent.
Maar voorzichtigheid is wel geboden. Bitcointransacties zijn weliswaar moeilijk te herleiden tot personen - lange tijd werd zelfs verondersteld dat het gebruik van Bitcoin volledig anoniem was -, maar dat is niet helemaal waar: zonder extra voorzorgsmaatregelen valt uit te zoeken waar de transacties plaatsvinden en door wie ze worden gedaan.
Waarom is de waarde van de Bitcoin zo instabiel?
In februari 2013 was de waarde van een Bitcoin ongeveer 15 euro, in juli schommelde hij om en nabij de 100 euro. Twee weken geleden rond de 850 euro, vorige week ongeveer 500 euro en inmiddels is een Bitcoin weer bijna 700 euro waard. Dat is aan de ene kant te verklaren door de hype die er de laatste weken over de munt was (hoe harder iets in waarde stijgt, hoe meer mensen daarvan op de hoogte raken), aan de andere kant zou je het ook een ‘genetisch probleem’ van de munt kunnen noemen.
‘Traditioneel’ geld heeft namelijk altijd een zogenoemde garantsteller (banken, toezichthouders en overheid) voor het geld dat in omloop is. De overheid bepaalt de monetaire eenheid en controleert of er nog genoeg geld aanwezig is om ruilhandel te bevorderen. Als er meer economische activiteit is, zal er op een gegeven moment meer geld in de samenleving voorhanden moeten zijn. Anders is de al aanwezige hoeveelheid geld niet meer representatief voor de waarde van het werk, de goederen en de diensten. De munt moet dan opgedeeld worden, wat psychologisch ondermijnend werkt om hem te gebruiken.
De Bitcoin is over heel de wereld te gebruiken zonder toezichthouder die de verhouding tussen aanwezig geld en economische activiteit in de gaten houdt. En het concurreert tegelijkertijd met betaalmiddelen die wel een ‘bijdrukker’ of ‘wegnemer’ hebben. Dat is problematisch. Vertrouwen in munteenheden fluctueert namelijk altijd. Overheden verplichten belastingheffing in een bepaalde valuta, om de vraag naar een bepaalde munt in stand te houden. Een Bitcoin heeft die garantie niet, waardoor niets kan verhinderen dat de vraag naar de munt naar nul daalt. Dat veroorzaakt instabiliteit.
Die instabiliteit werd vooral zichtbaar bij het invoeren van de spaartaks in Cyprus, waarbij individuele spaarders door Europa gedwongen werden om hun banken overeind te houden. Het vertrouwen in de euro kreeg zo een knauw, omdat de Spaanse en Portugese spaarders bang werden dat Europa deze spaartaks ook wel eens op zou kunnen leggen aan andere landen wier banken wankelden. Spaarders gingen daardoor op zoek naar andere mogelijkheden om hun vermogen af te schermen van Europees ingrijpen. In april leidde dit zeer waarschijnlijk tot een bubbel én een daaropvolgende crash van de Bitcoin.
Precies dat maakt de Bitcoin vatbaar voor enorme prijsschommelingen: omdat niemand inflatie- of deflatiecorrecties doorvoert voor Bitcoins, kunnen lokale veranderingen in monetaire munteenheden enorme gevolgen hebben voor de koers ervan. In de praktijk zie je dus dat de waarde van Bitcoin, zij het indirect, sterk onderhevig is aan de grillen van machthebbers van gereguleerd geld - het geld waar de bedenkers van Bitcoin juist onafhankelijkheid van wilden scheppen.
Betalen we over twintig jaar allemaal met Bitcoins?
Die kans is klein. De Bitcoin stijgt in theorie altijd in prijs, omdat er nooit meer dan 21 miljoen Bitcoins zullen zijn. En die moeten dan dienen voor het betalingsverkeer van een groeiende wereldeconomie. Het gevolg is - wederom theoretisch - dat de schaarste van de munt bezitters zal stimuleren vooral geen Bitcoins uit te geven, omdat ze morgen misschien wel het dubbele waard zijn ten opzichte van vandaag.
De Bitcoin kan mogelijk wel een aanvulling op ‘gewoon’ geld zijn. Maar: de koers blijft heel instabiel, wat dodelijk is voor het noodzakelijke vertrouwen in een betaalmiddel. Dat betekent: de Bitcoin heeft als betaalmiddel geen rooskleurige toekomst. Als speculatie-instrument wel. Sommigen hebben al in een korte tijd een fortuin verdiend door op het juiste moment in- en uit te stappen, anderen hebben forse verliezen geleden door mee te doen met de hype. En dat is voor speculanten aantrekkelijk. Gokhallen, casino’s en loterijen ontlenen hun bestaansrecht al honderden jaren aan dit principe.
Deze explainer is geschreven door stagiair Lucien Hordijk.