Echt vrije seks vind je ver beneden peil
Travesterende zeekatten, genderbending rifvisjes, dolfijngasten die elkaar anaal bevredigen en hermafrodiete platwormen die zwaardvechten met hun penis. Seks in de zee is queer. Heel queer.
Je verwacht het niet, maar er klopt geen bal van Finding Nemo, de Disneyfilm waarin clownvis Marlin zijn vrouw en kroost verliest aan een barracuda, op één babyvisje na. Enig kind Nemo belandt al snel in een plastic zakje op weg naar het aquarium van een tandarts. En vadervis zit er de rest van de film achteraan.
Als pa een échte clownvis was geweest, dan had hij na ma’s heengaan niet alleen in figuurlijke zin haar rol op zich genomen. Marlin was létterlijk getransformeerd in een vrouwtje. Meteen daarna had hij-nu-zij een nieuwe man geregeld, want: nestdrang. En die nieuwe man zou afkomstig zijn uit de harem hermafrodiete clownvisjes die Marlins wijlen eega er altijd al op nahield in hun beider woonanemoon.
Bij gebrek aan harem was het aan Nemo geweest – eveneens een hermafrodiet, zoals alle clownvissen bij geboorte – om snel te veranderen in de vent die zijn vader-toen-moeder-nu-partner behoefde. (Ja, hij zou het met z’n vader doen.) En dat verlaten van het thuisrif lijkt voorgoed van de baan.
Ga er maar aan staan, Disney.
Het ontstaan der geslachten
Al het leven komt uit zee. De zee is waar moeder natuur het langst met seks experimenteert. En niet zonder resultaat. Kijken naar seks in de zee leert: er is geen norm. Noem een niet-heteronormatieve gedraging of er is wel een zeebeest dat het geadopteerd heeft als geprefereerde seksstrategie.
Kijken naar seks in de zee leert: er is geen norm
Vrijwel elke diersoort heeft seks nodig om de immer voortrazende winds of change te doorstaan. Seks zorgt in korte tijd voor enorme diversiteit binnen een soort, daar ze het DNA van twee partijen op goed geluk bij elkaar gooit, met volstrekt unieke (combinaties van) eigenschappen tot gevolg. Als voortplanting alleen middels klonen zou verlopen, moest de diversiteit het hebben van opportune DNA-kopieerfoutjes, een veel tragere weg.
Waarom dan die vermaledijde twee verschillende geslachten? Nou, het genetisch materiaal van de seksende voortplanters moet érgens in gaan samenwonen. En daar het zonde van de energie is als beide partijen een volledig afgebouwd, eigen huis inbrengen (met centrale verwarming, elektriciteitsplan, gordijnen, alles), deelde de natuur – groot liefhebber van efficiëntie – ons op in twee groepen. Zij die huizen bouwen, de eicelproducenten, wij noemen hen ‘vrouwen.’ En zij die intrekken, de spermamachines, mannen.
En man wat houdt die tweedeling het mensbeestje bezig. Maar terwijl ons denken over seks vastloopt in een categorisatiedrang enerzijds en een hokjesallergie anderzijds, gaat het zeeleven – niet geplaagd door enige sociaal-culturele, historische of filosofische overweging – zijn diverse gang. Bij dezen een schrale troost vanuit de oceaan voor de seksueel getormenteerden onder ons: geen enkele menselijke bedfrats komt in aanmerking voor het predikaat ‘onnatuurlijk’.
Visjes die de gendermemo niet kregen
‘In zee is de grens tussen beide geslachten niet zo rigide als op land,’ zegt mariene ecoloog Marah Hardt, auteur van het dit jaar verschenen boek Sex in the Sea. ‘Allerlei vissen, schelpdieren, garnalen, kreeftjes, wormen, zeeslakken en zeesterren wisselen eenmalig – maar soms ook bij herhaling – van geslacht, of kiezen überhaupt niet.’
Veel papegaaivissen beginnen het leven bijvoorbeeld als vrouwtje. Tegen de tijd dat ze uit hun voegen groeien, gooien ze het over de mannelijke boeg. ‘Win-win, de kerel heeft altijd jonge bloempjes en de vrouwtjes genieten van een rijpe man.’ Maar o wee als een roestige dwergkeizervisman (Centropyge ferrugata) z’n collectie deernen verwaarloost. ‘Dan werpt het grootste vrouwtje zich op als nieuwe man des huizes en zwemt zij-nu-hij er vandoor met de harem.’
De indrukwekkendste geslachtsschakelaar is misschien wel de Catalina-grondelvis (Lythrypnus dalli), die slechts een paar dagen nodig heeft om teelballen dan wel eierstokken te groeien of reabsorberen, afhankelijk van de beschikbare sekspartners in de buurt. Hardt: ‘Echt een verbazingwekkende fysiologische capaciteit.’
Geen van deze vissen die zich ooit afvraagt hoe ‘het’ is voor de ander. Hardt lacht: ‘They know.’ Wat stelt zo’n geslacht dan nog voor? Hardt: ‘Of we de sex-changers zien als mannetje of vrouwtje is dus puur een kwestie van definitie.’ Maak je eicellen: vrouw, sperma: man. ‘Eigenlijk zijn vissen een goed voorbeeld van dieren waar spermaproducenten juist vaak de ‘moederlijke’ rol innemen.’
Het ene vismannetje bouwt nesten, verdedigt de eitjes en ‘broedt’ op de jonkies. De ander zeult eitjes of uitgekomen vislarven oeverloos rond in zijn bek ter bescherming. Hardt: ‘En bij zeepaardjes is het zelfs de man die zwanger is en de baby’s baart!’ Een zeepaard maakt zijn dame het hof door herhaaldelijk water in en uit z’n baarmoederbuidel te pompen, om enerzijds te pronken hoeveel eitjes er wel niet in kunnen en anderzijds te tonen hoe leeg hij zich op dat moment nog voelt.
De grote vraag: welke seksstrategie zet je in?
De seksuele strategie die individuen of gehele soorten hanteren, hangt helemaal af van de situatie. Bestaat de populatie uit einzelgängers die elkaar één keer per jaar vinden voor een grote orgie? Of heb je sowieso maar net genoeg energie voor één ejaculatie per jaar? (Zoals koraal.) Behoren alle vrouwtjes toe aan een select gezelschap dominante mannetjes? Ga je veel sekspartners tegenkomen in je leven? Of kun je beter maar gewoon settelen met de eerste de beste?
Als je een klein beestje bent in een grote oceaan, is de kans dat je iemand van je eigen soort tegenkomt soms heel klein. Dan helpt het hermafrodiet te zijn
Als je een heel klein beestje bent in een grote oceaan, is de kans dat je iemand van je eigen soort tegenkomt soms óók heel klein. Dan helpt het om een hermafrodiet te zijn, zodat paren te allen tijde een optie is, wie je dan ook treft.
Zodoende komen hermafrodieten veel voor in zee. Neem de platworm. Platwormen houden er een heel scala aan tweeslachtige strategieën op na. Van heel ‘eerlijke’ – waarbij ze met eigen sperma elkaars eicellen bevruchten en soms ware sekscirkels vormen van mannelijke geslachtsorganen ingebracht in vrouwelijke delen – tot heel doortrapte. Soms doen platwormen alleen alsof ze in gelijke mate sperma inspuiten en ontvangen. Zodra de kust vrij is, vouwen ze dubbel om het sperma van de ander met de mond uit hun vrouwelijke geslachtsorgaan te zuigen.
En dan zijn er ook nog de platwormen die zwaardvechten met hun penis.
Het doel: te bevruchten zonder zelf bevrucht te worden, opdat je niet opgescheept zit met de energieslurpende vrouwenrol van het opbouwen van en zorgen voor ontwikkelende eicellen. De platworm schermt met zijn spitse fallus de ander fel van zich af, in de hoop eerder te steken – en dus te insemineren – dan zelf gestoken te worden.
Zie je het al voor je in de slaapkamer?
Zelfbevruchting komt dan weer bijna nooit voor bij hermafrodieten. Hardt: ‘In één studie zagen onderzoekers hoe zo’n platworm dubbelklapte en zichzelf in het hoofd stak. Maar de worm deed dit alleen in eenzame opsluiting, beroofd van alle hoop om ooit nog een sekspartner te vinden.’
Van biseksuele dolfijnen tot travesterende zeekatten
Helaas kost het veel energie om twee geslachtsorganen gelijktijdig aan de gang te houden. De diepzee-inktvis Octopoteuthis deletron is liever biseksueel, ontdekte Henk-Jan Hoving van het Helmholtz Centre for Ocean Research in Kiel in 2011. Deletron-mannen delen zakjes sperma uit die zich ingraven in de huid van hun ontvangers, aan evenzoveel mannetjes als vrouwtjes. Wel gek, want met hun bioluminescente, kleurveranderende huiden kunnen ze elkaar makkelijk duidelijk maken van welk geslacht ze zijn.
De man ejaculeert dus maar raak. Onderzoekers vermoeden dat de kosten van sperma verdoen aan een ander mannetje, lager zijn dan de kosten van de onverhoopte inschattingsfout dat je een vrouw aanziet voor man en het nalaat haar te bedelven onder je handel. Dit onderstreept de live fast and die young-strategie die veel Cephalopoda eropna houden. Maar we kunnen het ze niet vragen. Misschien ‘doen’ ze bi voor de lol. Zonder enige voortplantingsoverweging.
Zoiets lijkt wel aan de hand bij biseksuele dolfijnen. Wetenschappers documenteerden hoe mannetjes elkaars anus of genitale opening (waar de penis uitkomt) penetreerden. Hardt: ‘Mogelijk creëren ze zo hechte sociale banden of onderlinge hiërarchieën.’ Dezelfde mannetjes vormen later vaak ‘bendes’, die samen leden van het vrouwelijk geslacht (soms vrij hardvinnig) trachten te bewegen tot seks. Het dolfijnenlibido is berucht.
Iets anders. Bij de grote Australische zeekat (Sepia apama, een inktvis) is travestie wél weer een vrij directe seksuele strategie. Kleine, sullige bètamannetjes moeten slim zijn om in de buurt te kunnen komen van het door alfa’s jaloers bewaakte vrouwelijk schoon. Dus doen ze alsof ze zelf vrouwtjes zijn, door hun kleuren wat doffer te maken en de tentakels eerbiedig in te trekken.
Het werkt, als nepvrouwtjes kunnen bèta’s zich aansluiten bij de alfaharem. Alfamannetjes verdoen dan soms hun zaad aan hen. Maar belangrijker nog: als de alfa even niet kijkt, flasht de kleine man snel zijn indrukwekkende kleurpatronen en gaat over op de bevruchting.
Maar het kan altijd gekker...
Hoe vaak komen al die LHBTQIA’s in zee nou voor? ‘We kennen veel voorbeelden van alle seksuele voorkeuren, maar het is niet in percentages uit te drukken,’ weet Hardt. Natuurlijk is veel zeeleven ook ‘gewoon’ heteroseksueel, maar van de overgrote meerderheid van de zeediersoorten die we kennen, hebben we eigenlijk geen idee van het verloop van hun meest intieme daad. Geen mens die er ooit getuige van was.
‘Neem nota bene de bultrug,’ zegt Hardt. ‘Duizenden mensen trekken er jaarlijks op uit in bootjes om deze gigantische walvissen te bekijken rond Alaska en Hawaii, maar niemand zag ze ooit seksen!’
Tel daarbij op dat 90 procent van de oceanen nog onontgonnen terrein is en het vaststellen van een zinnig queer-percentage is onbegonnen werk. Hardt: ‘Daarnaast maakt het zeeleven seks bonter dan wij het ooit zouden kunnen bedenken.’ Soms stuiten onderzoekers op iets totaal nieuws uit de zee-Kama-Sutra. Zoals in 2002, toen de nieuwe groep ‘Osedax’ werd ontdekt.
‘Het verhaal van de Osedax is vrij bizar’, zegt Hardt. Osedax eet het bot van beesten – met name walvissen – die wegrotten op de zeebodem. Hun lichaam is een holle buis zonder mond of darmen, die uitloopt in structuren die zich diep in de walvisbotten wortelen. In die wortels leven bacteriën, die de Osedax voeren met verteerde botresten. De Osedax zelf eet dan weer die bacteriën. Ingewikkeld.
Er was iets geks aan de hand. Elke Osedax die onderzoekers vonden had heel sterk ontwikkelde eierstokken – het waren allemaal vrouwtjes. Waar waren de mannetjes? Ze moesten ergens zijn, want in de vrouwlijven zagen onderzoekers tientallen tot honderden minuscule stipjes zitten en dat was vermoedelijk afgezet sperma, daar de stipjes rond de eierstokken hingen.
Het duurde ongeveer een jaar totdat Greg Rouse, een professor aan de Scripps Institution of Oceanography, besloot om die gekke walvisetende vrouwbeesten uit de diepzee nog eens nader te bestuderen. Hij bekeek ze onder een microscoop bij een heel erg hoge vergroting. Rouse stond paf. Die kleine stipjes waren helemaal geen sperma, het waren de mannetjes!
Rouse zag microscopisch kleine dwergmannetjes, duizenden malen kleiner dat het vrouwtje, die sperma pompten uit de top van hun hoofd. Osedaxen zaten er vol mee. (Hoe heet die seksuele voorkeur ook alweer, waarbij onderontwikkelde dwergmannetjes die rondhangen in je nier het voor je doen?)
Dát was dus hoe haar eitjes bevrucht raakten. ‘Zoiets overkomt je ook niet elke dag,’ zei Rouse tegen Hardt, ‘dat je het gehele mannetje aanziet voor een spermacel.’
Meer stukken uit de Roze Maand?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!