Iets uitvinden is een eitje, vergeleken bij je uitvinding verkopen

Wie een - mogelijk geniale - uitvinding doet, denkt misschien dat het werk erop zit. Maar drie Nederlandse uitvindingen laten zien dat het dan pas echt begint. Lees en luister hoe de uitvinders van de Rolykit, onhoorbare luidsprekers en het levensreddende autoprogramma ESP het aanpakten.
‘Een uitvinder denkt dat de uitvinding 95 procent is. En 5 procent doet de zakenman. In feite is het precies andersom. De uitvinding is 5 procent. En 95 procent doet de zakenman.’
Aan het woord is Gied Jaspars, die in de jaren tachtig na veel moeite een uitvinding van zijn vriend Samuel Meyering op de markt wist te brengen: de Rolykit. Het roldoosje werd wereldwijd populair.
Het verhaal over de Rolykit werd me getipt onder een van mijn verhalen over uitvinder en Correspondent-lid Willem Hienekamp, die een nieuw type verbinding uitvond aan de hand waarvan ik onderzoek waarom sommige uitvindingen slagen en andere mislukken.
En zo kwamen er nog twee andere mooie Hollandse uitvindersverhalen bovendrijven. Steeds weer blijkt hoeveel werk er zit in het aan de man brengen van een uitvinding. De gedachte dat een goed idee zichzelf verkoopt kan volgens mij definitief overboord. Maar hoe moet het dan wel?
In deze drie mooie journalistieke producties ontdek je er meer over: een luisterverhaal over de Rolykit en het superwiel (VARA, uit 1983!), een leesverhaal over de onhoorbare luidspreker (de Volkskrant, vorige week) en een kort portret van de maker van het levensreddende Elektronisch Stabiliteits Programma (AD, vorige maand).
1. De Rolykit
Hoe verschillend uitvinders en zakenlieden denken, blijkt uit dit verhaal van tv-maker Gied Jaspars. Hij hielp zijn vriend Samuel Meyering bij het verkopen van diens uitvinding, de Rolykit. De uitvinder en hij stonden er nogal naïef in, vertelt hij:
‘De dag voordat de doos op de markt zou komen, zitten wij een glaasje te drinken met Van der Molen [de investeerder, TV]. En Samuel Meyering [de uitvinder] zegt: nou, het is maar te hopen dat het idee morgen een beetje aanslaat. Van der Molen kijkt Meyering heel moe aan en zegt: Meyering, jij gaat toch niet denken dat ik 4 miljoen gulden investeer in de hoop dat het idee morgen ‘een beetje aanslaat’? Zo dachten wij er eigenlijk nog over.’
In het radio-interview van de VARA legt hij eerst uit hoe een vergeten en verlopen Amerikaans patent uit 1958 ervoor zorgde dat het niet lukte om een andere uitvinding van Meyering op de markt te brengen. Het ging om een ‘superwiel’ dat alle kanten op zwenkt.
Bij de Rolykit was dat patentprobleem er gelukkig niet. Het doosje sloeg aan, en hoe, maar aan het einde van het interview zit Jaspars alweer in de schulden. Samuel Meyering stak zijn opbrengst in de ontwikkeling van iets dat toen net helemaal nieuw was: computersoftware. Een prachtig luisterverhaal van 49 minuten. Dank Sebe voor de tip!
2. Onhoorbare luidsprekers
Het bestaat: een luidsprekersysteem dat je het gevoel geeft dat het geluid overal vandaan komt. Het is uitgevonden door ene Leo de Klerk en wordt onder meer gebruikt in het Rijksmuseum en de Tweede Kamer. Waarom hebben we het niet allemaal in huis? Om die vraag draait De onhoorbare luidspreker die geweldig klinkt, een prachtig verhaal dat eerder deze maand in de Volkskrant stond:
‘De Klerk start de weergave. Ineens verandert de studio in een tuin op een mooie lentedag. Vogeltjes kwetteren, in de verte koert een duif. Ik voel de voorjaarszon nog net niet op mijn huid. Dan klinkt de brom van een sportvliegtuigje. Eerst zachtjes, maar het komt steeds dichterbij, om ten slotte over mijn hoofd te verdwijnen. Ik kijk naar het plafond.’
‘Leo de Klerk ziet mijn verbaasde blik omhoog gaan en grijnst. ‘Niet gek hè?’, zegt hij zacht.’
‘Ik sta versteld. Dit kan toch helemaal niet? Zulke opnamen kunnen alleen met een hoofdtelefoon ruimtelijk klinken. Ik zit in een studio. Hangen er echt geen andere speakers? En waarom wordt zijn vinding niet op grote schaal toegepast?’
Auteur Bard van de Weijer onderzoekt in het verhaal waarom het systeem van De Klerk geen doorslaand succes is. De uitvinder zelf suggereert dat geplande overbodigheid een rol speelt: ‘Speakermakers zijn gewend kastjes te verkopen. Een product dat je elk jaar een beetje kunt aanpassen, zodat je weer een nieuwe verbeterde serie kunt verkopen.’
Dank Gerald voor deze tip!
3. Een autoprogramma dat levens redt
Tot slot een kort portretje uit het AD van vorige maand, van Anton van Zanten, uitvinder van het Elektronisch Stabiliteits Programma, dat ervoor zorgt dat auto’s niet slippen bij een onverwachte manoeuvre. Het zit nu in alle auto’s, maar ook deze uitvinding kwam er niet zonder slag of stoot.
Van Zanten: ‘Ik reisde enthousiast naar autofabrikanten in Amerika, Japan, Europa. Een ongekende desillusie. Niemand wilde het systeem hebben. Ik liet met proefritten zien wat mijn systeem kon, maar ze vonden het een gimmick. ‘Niemand rijdt zo maniakaal,’ kreeg ik te horen.
Mercedes bood het systeem aanvankelijk aarzelend als keuzeoptie aan. ‘Ze dachten dat 10 procent van de klanten ervoor zou kiezen. Maar na de elandtest kregen álle Mercedessen het systeem. En dat overtuigde de autowereld.’
Opvallend: de uitvinder werd er zelf niet rijk van. Hij redde er tot nog toe wel 8.600 levens mee.