Amsterdam is ook in 2016 nog een plek waar volop met seksualiteit geëxperimenteerd wordt. Wie even verder kijkt dan de cafés en clubs in het centrum vindt al snel een nachtleven waarin seksuele grenzen worden opgezocht en overschreden.

Van de traditionele leerbars, darkrooms en seksclubs die Amsterdam vanaf de seksuele revolutie al snel de naam Gay Capital of the World gaven, heeft een aanzienlijk deel de deuren inmiddels gesloten. Onder andere door de internationalisering van de homocultuur en de opkomst van het internet is een nieuwe en ongrijpbaardere seksscene opgekomen die zich op wisselende locaties en deels online afspeelt. Amsterdam is ook in deze nieuwe context toonaangevend en blijft een grote aantrekkingskracht houden op bezoekers uit binnen- en buitenland.

Neem de populaire dancefeesten die maandelijks worden gehouden. Deze ‘circuit parties’ staan bekend om hun professionele productie: met een internationale line-up en officiële pre- en afterparty’s in de dagen rond het hoofdevenement hebben zij een bereik tot ver buiten de landsgrenzen en weten ze honderden of soms zelfs duizenden bezoekers per keer te trekken. De circuitcultuur is uitgesproken seksueel: feestgangers kleden hun vaak zorgvuldig in de sportschool gekweekte lichamen in de laatste fetisjmode en realiseren in grote darkrooms hun wildste fantasieën.

Ook die in 2008 zijn deuren opende aan de Kerkstraat, is inmiddels uitgegroeid tot een begrip in de stad. De club houdt zes dagen per week seksfeesten die zich elk op een specifieke subcultuur of fetisj richten. Populaire avonden zijn bijvoorbeeld (Z)onderbroek (meer dragen dan een onderbroek is niet toegestaan, minder wel), Furball (voor harige mannen) en Ladz (voor mannen in sportkleding). In de kelder is een darkroom, maar seks vindt ook plaats op de zaalbalkons of op de dansvloer.

Met de lancering van de dating-app Grindr is het bovendien niet eens meer nodig het huis te verlaten om aan een sekspartner te komen. De app, die in Amsterdam razend populair is en in rap tempo vergroeid is geraakt met de hoofdstedelijke homoscene, laat op elke locatie de honderd dichtstbijzijnde mannen zien en geeft toegang tot hun foto, leeftijd, lengte en gewicht.

Deze en vele andere initiatieven geven de homosekscultuur in Amsterdam een bijzonder dynamisch karakter. In hoog tempo wisselen allerlei trends en subculturen elkaar af, aangejaagd door een internationale miljoenenindustrie van speciaal op de moderne homoman gerichte feesten, fetisjkleding en schoonheidsidealen. Dat maakt van Amsterdam een unieke vrijplaats met alle ruimte voor seksuele zelfontplooiing.

Maar de laatste tijd is er ook steeds meer aandacht voor de schaduwkanten: de aantrekkingskracht van deze wilde wereld is soms zo groot en de mogelijkheden zo eindeloos dat het risico om te verdwalen op de loer ligt.

Het Hoerenbal. Het tweemaandelijkse bal met als thema ‘Moulin Rouge’ in Cruise Club CHURCH, 2009. Foto: Jan van Breda / ANP

Vrijheid of verslaving?

Veel homo’s die zich in dit wilde nachtleven onderdompelen, zien dit als een belangrijke verworvenheid. Waar homo’s vroeger vaak gedwongen werden om een leven lang in de kast door te brengen, kunnen zij in Amsterdam nu in alle vrijheid een uitbundig seksueel leven leiden.

Maar recent is er ook steeds meer aandacht voor de mogelijke risico’s ervan: slaat de vrijheid soms niet door in hedonistische grenzeloosheid? Is dit een wereld die ons in staat stelt tot zelfontplooiing, of is het een wereld waarin we continu het risico lopen te verdwalen?

Zo wijdde het mediaplatform L’HBTQ vorig jaar een artikel aan Grindr met de veelzeggende titel ‘Het lonkt te veel.’ Een ervaringsdeskundige vertelt daarin openhartig over zijn Grindr-gebruik. Hij prijst het gemak waarmee hij nu contact krijgt met andere mannen, maar merkt ook op dat zijn gedrag steeds compulsiever wordt. ‘Grindr is erop gericht dat als je ook maar één moment geil bent, je op de app gaat kijken. En als je niet oppast, krijg je het pavloveffect. Elke keer als je dan een beetje opgewonden bent, ben je veel sneller geneigd om weer online te gaan om even te ‘kijken’.’

‘Soms zou ik mijn penis wel af willen knippen’

Hoe meer deze gebruiker Grindr ging gebruiken, hoe ongeduriger en grenzelozer hij naar eigen zeggen werd. ‘Soms zou ik mijn penis wel af willen knippen. Die seksuele drang om de hele tijd en overal dat zaad te dumpen is zo stompzinnig,’ verzucht hij. Maar de app definitief van de smartphone verwijderen lijkt geen optie: ‘Soms verwijder ik de app voor een paar weken, maar ik kom er tot nu toe altijd weer op terug. Het is gewoon echt fucking gemakkelijk.’

Ook twee recent uitgekomen documentaires geven een inkijkje in de worstelingen die vrije seks in de homoscene met zich meebrengt. Documentairefestival IDFA vertoonde in 2015 de snoeiharde documentaire die laat zien hoe de toenemende populariteit van het ‘slammen’ (inspuiten) van synthetische drugs op seksfeesten in het hippe homo-Londen tot een alarmerende stijging van hiv-infecties en drugsverslavingen leidt.

Op de Roze Filmdagen begin dit jaar ging de documentaire van filmmaker Robin Vogel in première, een eerlijke en ontroerende film die antwoord probeert te geven op de vraag waarom hij als vaste klant van de Amsterdamse Club chUrch zijn seksuele grenzen soms verder verlegt dan hij zelf wil.

Deze geluiden geven aan dat de grens tussen vrijheid en verslaving in de subversieve homoscene niet voor iedereen even goed te trekken is. De aantrekkingskracht van het extreme en continu aanwezige aanbod kan kennelijk oncontroleerbaar groot worden, waardoor de seksuele vrijheid paradoxaal genoeg ook als een verslaving wordt ervaren.

Gay pride of gay shame?

Drugsexpert Fiona Measham heeft hier een interessante verklaring voor. In een artikel op Vice stelt zij dat in de homoscene van oudsher meer risico’s worden genomen doordat veel homo’s de traumatiserende ervaring van in de kast zitten en uitsluiting tijdens het opgroeien met elkaar

Drugsgebruik, vrije seks en dansen in clubs zouden het gemeenschapsgevoel dat in deze gedeelde uitsluitingservaring schuilt versterken en homo’s zo een manier bieden om zich collectief te onthechten van onderdrukte negatieve emoties. Measham vergelijkt dit intense gemeenschappelijke hedonisme in de homoscene zelfs met de spiritualiteit en het escapisme van de middeleeuwse ‘dodendansen,’ rituelen om met pijn en de pest om te gaan.

Ook David Stuart, hoofd van een Londense liefdadigheidsinstelling voor homoseksuele drugsgebruikers, ziet een verband tussen de gemeenschappelijke ervaring van onderdrukt worden met risicovol gedrag: ‘Historisch gezien hebben homoseksuele mannen hun leven, vrijetijdsbesteding en seks altijd met risico’s en gevaren geassocieerd. De groepen hebben last van een historisch en gemeenschappelijk trauma, een soort massale posttraumatische stressstoornis (PTSS). Het meest voorkomende symptoom van PTSS is het ervaren van een constant gevoel van gevaar en risico.’ De behoefte om via muziek, seks en drugs aan dit trauma te ontsnappen, maakt de clubervaring in de homoscene volgens hem extremer en intenser dan menig doorsnee clubavond.

Het Hoerenbal ‘The Love Boat Edition’ tijdens oud en nieuw in Cruise Club CHURCH. Foto: Jan van Breda / ANP

Deze verklaringen zijn interessant, maar roepen ook de vraag op waarom het wilde nachtleven dan ook op de jongste generaties homo’s zo’n grote aantrekkingskracht heeft. Want leven we inmiddels niet in een samenleving waarin homoseksualiteit breed geaccepteerd wordt, en waarin homo’s dus kunnen opgroeien zonder een trauma op te lopen?

Volgens de Amerikaanse psychotherapeut Alan Downs is dit een grote misvatting. In zijn boek The Velvet Rage uit 2005 (dat pas recent echt doorbrak) beargumenteert hij dat ook de homo’s die niet in een uitgesproken homofoob klimaat opgroeien al op jonge leeftijd op allerlei subtiele manieren meekrijgen dat hun seksuele voorkeur hen fundamenteel afwijkend maakt.

Downs schrijft zijn boek op basis van jarenlange ervaringen als psychotherapeut in het hartje van de homogemeenschap van Los Angeles. Daar kwam hij tot de conclusie dat ook mannen die hun homoseksualiteit ‘out and proud’ vieren vaak nog fundamenteel worstelen met hun zelfbeeld. Ook in tolerantere omgevingen waarin jongeren opgroeien blijft heteroseksualiteit meestal de norm en homoseksualiteit een afwijking daarvan. De uitsluiting zet zo door, zij het meer subtiel. Op scholen, sportclubs en verenigingen merken homo’s bijvoorbeeld al snel dat de speelse omgang met ontluikende seksuele gevoelens van heteroseksuele leeftijdsgenoten voor hen nooit even vanzelfsprekend kan worden.

Volgens Downs leidt dit gevoel van ‘anders-zijn’ tot meer dan alleen onderdrukking van de seksualiteit. Al jong groeit de overtuiging dat hun afwijkende voorkeur een symptoom is van een dieperliggende fout in de persoonlijkheid. Dit levert een innerlijke botsing op tussen gevoelens van schaamte over de eigen tekortkomingen en gevoelens van woede op de samenleving die hen in de praktijk niet als volwaardig erkent.

Met de coming-out sluiten homo’s weliswaar vrede met het feit dat zij op mannen vallen, maar daarmee rekenen zij nog niet af met het dieperliggende zelfbeeldprobleem dat door de worsteling met homoseksualiteit ontstaan is. Sterker nog, Downs stelt dat uit de kast komen in de praktijk vaak slechts neerkomt op het overschakelen naar een ander overlevingsmechanisme, zonder dat het onderliggende trauma wordt herkend of aangepakt.

Waar de schaamte aanvankelijk wordt vermeden door in de kast te blijven zitten, wordt deze volgens Downs na de coming-out vaak onbewust opgelost met allerlei vormen van overcompensatie. Via onder meer met jeugdigheid en uiterlijk, een glansrijke carrière en een wild nachtleven met wisselende seksuele contacten wordt getracht eigenwaarde en erkenning van anderen te verkrijgen, een overlevingsmechanisme om de pijn van het trauma op te heffen.

Het Hoerenbal. Het tweemaandelijkse bal met als thema ‘Moulin Rouge’ in Cruise Club CHURCH, 2009. Foto: Jan van Breda / ANP


Een nieuwe kijk op vrije seks

Het duurde even voor het boek van Downs werd opgepikt door de homogemeenschap, maar inmiddels wordt het daar als moderne klassieker gezien. Op mij en vele homomannen om mij heen heeft het boek diepe indruk gemaakt en een discussie gestart over de grenzen van vrije seks.

Toch is de recente aandacht voor de nog altijd voortslepende homotrauma’s geen reden om homo’s af te schilderen als onherstelbaar beschadigde mensen die veroordeeld zijn tot een leven van onthechting, eenzaamheid en verslaving. Verreweg de meeste homo’s vinden, net zoals alle anderen die worstelen met trauma’s uit het verleden, uiteindelijk hun weg en slagen erin om gelukkige en succesvolle volwassen levens te leiden met betekenisvolle relaties, vriendschappen en seks.

Te vaak ook wordt het verleggen van grenzen en het doorbreken van taboes als hoogst haalbare emancipatiedoel gesteld

Evenmin is de aandacht voor de donkere kant van seksuele vrijheid reden om de vrije seks in de Amsterdamse homoscene nu met grote paniek of somberheid tegemoet te treden. De scene is en blijft een vrijplaats die een hoop mogelijkheden biedt die tot voor kort nog ondenkbaar waren; een verworvenheid om te koesteren en trots op te zijn. Kritiek hierop is al snel conservatief en hypocriet, want ook hetero’s flirten volop met polygamie, drugs en fetisjisme.

Aan de andere kant wordt excessief, risicovol en hedonistisch gedrag onder homo’s onderling vergoelijkt met een beroep op emancipatie en bevrijding. Te vaak ook wordt het verleggen van grenzen en het doorbreken van taboes als hoogst haalbare emancipatiedoel gesteld, waardoor gay shame verward wordt met gay pride en trauma’s worden bedekt onder de regenboogvlag.

Daarom is het tijd voor een nieuwe politieke homoagenda. Een die zoekt naar een nieuw bewustzijn en een nieuwe taal om de conflicten in onszelf te herkennen en op te lossen, en om aan een werkelijk inclusieve samenleving te bouwen waarin ook met subtiele uitsluiting wordt afgerekend. In deze agenda moet vrije seks niet langer simpelweg worden gezien als het doorbreken van taboes, maar ook als een zoektocht naar eigenwaarde en betekenisgeving. Want een wereld waarin alles kan, waar geen grenzen meer zijn, is dat niet een heel beperkt beeld van

Zo’n vijftig jaar na het uitbreken van de seksuele revolutie is het tijd om de balans op te maken. Hoe gaat het eigenlijk met lesbiennes, homo’s, bi’s, transgenders, queers, mensen met een interseksevariatie en aseksuelen in Nederland? Hoe moet een nieuwe homoagenda eruitzien? Die vragen beantwoorden we tijdens deze Roze Maand.

Correctie 12-7-2016: Een eerdere versie vermeldde de naam Adam Downs. Omdat de bedoelde onderzoeker Alan Downs heet, is dit aangepast.

Verder lezen?

Eerst kwam het homohuwelijk, toen kwamen de twijfels Gedurende de Roze Maand tip ik wekelijks een lezenswaardige buitenlandse longread over LHBTQIA-emancipatie. Deze week de Russisch-Amerikaanse journaliste Masha Gessen, die na drie (homo-)huwelijken twijfelt of het homohuwelijk wel de beste weg is naar emancipatie. Lees het verhaal hier terug Gender. Zo bak je er wel iets van Het is tijd voor een gesprek mét LHBTQIA’ers. Hoe zien zij gender en seksualiteit? Hoe flirten ze? Tegen welke stereotypen lopen ze aan? Terwijl we praten, bakken we koekjes. Genderbreadkoekjes, welteverstaan. Lees het verhaal van Lisa hier terug Van bankhanglesbo tot skolioseksueel: 99 roze begrippen verklaard Even de weg kwijt tijdens de Gay Pride? Dit lexicon biedt uitkomst. Met bijna 100 Nederlandse termen, van Androgyn tot Queer, dé gids op onbekend terrein. Lees het verhaal van Lisa en Daan hier terug