Wat de arrestatie van een onschuldige burger ons vertelt over de Nederlandse recherche
Begin februari werd een Pegidademonstratie verstoord door de vondst van een nepbom. Na een anonieme tip arresteerde de politie Matt Cornell. Deze Amerikaanse student zat uren vast, terwijl hij volledig onschuldig was. Zijn dossier biedt een fascinerend inkijkje in de dagelijkse werkelijkheid van de Nederlandse recherche.
De politie had het druk op zaterdag 6 februari 2016. Honderden Pegida-aanhangers zouden die middag bij de Stopera in Amsterdam demonstreren tegen vluchtelingen en ‘de islamisering van Europa.’ Ook tegendemonstranten zouden massaal komen opdagen.
De Mobiele Eenheid was dan ook ruim van tevoren aanwezig om te kijken of demonstranten niet alvast wapens verstopt hadden. En zo keek een politieagente rond kwart over één in een fietstas. En zag iets wat sterk op een bom leek, waarna twee explosievenexperts het voorwerp inspecteerden. Die constateerden, op basis van een aantal technische details, dat het een ‘mogelijk werkend’ Improvised Explosive Device (IED) kon zijn.
Het plein werd ontruimd, de explosievenopruimingsdienst gewaarschuwd en de demonstratie naar de nabijgelegen Blauwbrug verplaatst. Demonstranten en tegendemonstranten kwamen zo onbedoeld vlak tegenover elkaar te staan. Politie te paard en de ME voerden charges uit en er werden 21 mensen gearresteerd. Burgemeester Eberhard van der Laan kortte de demonstratie vervolgens met een uur in, tot woede van Pegidavoorman Edwin van Wagensveld: ‘Dit is een schande, zo is het dus gesteld met de democratie in Nederland. Wij komen vreedzaam demonstreren, maar dat wordt ons onmogelijk gemaakt en de politie kan onze veiligheid niet garanderen.’
Iets na vieren ontmantelde de explosievenopruimingsdienst de volgens Van der Laan ‘bedrieglijk echte’ nepbom. De gemeente nam de zaak hoog op: ‘Als blijkt dat het plaatsen van het pakket een doelbewuste actie was om de Pegidademonstratie te hinderen of te voorkomen, dan is dat uiterst kwalijk. De driehoek betreurt dat het grondwettelijk recht om te demonstreren hiermee is aangetast.’
Er stond dus behoorlijk wat druk op de politie om diegene die de nepbom had geplaatst, te vinden. Het rechercheteam ging dan ook voortvarend aan de slag, zo blijkt uit het bijna tweehonderd bladzijden tellende politiedossier dat aan De Correspondent werd overhandigd. Een dossier dat een fascinerend inkijkje biedt in het dagelijkse werk van de Nederlandse recherche. En laat zien waarom ze uiteindelijk de verkeerde heeft opgepakt.
Een verhaal dat bovendien niet op zichzelf staat. Rechters kenden in 2015 bijna 17.600 keer een schadevergoeding toe aan ex-verdachten voor onterechte hechtenis of gemaakte kosten, zo becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek in april. Dat is bijna vier keer zoveel als in 2004: toen moest de staat zo’n 13 miljoen euro uitkeren, vorig jaar bijna 28 miljoen euro.
Er is opvallend weinig aandacht voor deze cijfers, die jaar in jaar uit blijven stijgen. Dat is niet alleen pijnlijk voor tienduizenden mensen die onschuldig in de cel belanden, het is ook pijnlijk voor de politie die tijd en energie verspilt die aan het vangen van boeven besteed had kunnen worden.
Het dossier: 35 processen-verbaal
Het eerste wat in het oog springt, is de enorme hoeveelheid papierwerk. De inhoudsopgave vermeldt maar liefst 35 processen-verbaal. Of het nu gaat om het openmaken van een fietstas of het afnemen van vingerafdrukken: werkelijk iedere handeling moet tot in de kleinste details beschreven worden.
In totaal waren ze 1.372 uur bezig met alleen al het aanvragen van die gegevens
Verantwoording is prima. Maar, zo hoor ik vaker vanuit de recherche, het kost nu onevenredig veel tijd. Zo kost het aanvragen van één Bijzondere Opsporingsbevoegdheid (BOB) - ook in dit onderzoek - voor tappen of het opvragen van financiële of belgegevens gemiddeld vier uur.
Een recherchechef uit Zuid-Nederland stuurde me onlangs een overzicht van alle BOB-aanvragen die hij gedurende één onderzoek had gedaan. In totaal waren zijn mensen 1.372 uur bezig geweest met alleen al het aanvragen van die gegevens.
Ook de bekende ict-problemen zijn terug te vinden in het dossier. De Basisvoorziening Handhaving (BVH) heet onder politiemensen Bijzonder Veel Handelingen en doet die bijnaam in dit onderzoek weer eer aan: door ‘systeemtechnische problemen’ is het onderzoek onder twee verschillende registratienummers geregistreerd. Een koffiebeker ‘is abusievelijk 2 maal inbeslaggenomen en heeft daarom twee goednummers.’
Het onderzoek: Een koffiebeker met de naam ‘Matt’
Dan de omvang van het onderzoek. Het dossier vermeldt ten minste 26 verschillende politiemensen voor onder andere sporenonderzoek, het opvragen en bekijken van camerabeelden, digitaal recherchewerk en het arresteren en verhoren. Een urenregistratie ontbreekt, maar hier zitten onmiskenbaar vele honderden uren werk in.
Ondanks al die inspanningen tastte de politie vrijwel volledig in het duister. Vingerafdrukken en DNA aangetroffen op de fiets, de tassen en de nepbom leverden geen ‘hits’ op. En de beveilingscamera’s van de Stopera hebben de man die de fiets neerzette weliswaar gefilmd, maar met zo’n slecht resultaat dat de dader onherkenbaar was.
De recherche volgde ook de route die de fietser waarschijnlijk aflegde om overal waar ze camera’s zag hangen de beelden op te vragen. Ironisch genoeg ook bij twee coffeeshops: zouden de daar gemaakte beelden de dader beter in beeld brengen? Het leverde alleen maar meer onidentificeerbare pixels op.
Het team had zodoende eigenlijk maar één concrete aanwijzing: in de fietstas zat ook een beker van Starbucks met daarop de naam ‘Matt.’ Dat kan drie dingen betekenen: de dader is nogal dom, de dader wil graag gepakt worden of iemand probeert een zekere ‘Matt’ een loer te draaien.
In ieder geval was het niet genoeg om verder op te kunnen rechercheren, dus op 26 februari, tien dagen na de vondst van de bom, besteedde Opsporing Verzocht aandacht aan de zaak. Het programma toonde de beelden van de verdachte fietser en de beker met de naam ‘Matt.’
De tips: Met naam, e-mailadres en telefoonnummer
Na de uitzending kwamen er 21 tips binnen via www.politie.nl. Elf tipgevers staan met naam, e-mailadres en telefoonnummer in het dossier, tien anoniem. Beide zijn strijdig met het privacybeleid van de politie.
Daarin staat namelijk dat anoniem tippen via www.politie.nl niet mogelijk is - wat blijkbaar niet klopt. Dat de overige elf wél met naam en toenaam in het dossier staan – dat dus ook bij de verdachte belandt - is eveneens strijdig met het privacyreglement van de politie: ‘Uw gegevens worden niet aan derden ter beschikking gesteld.’
Twintig indieners meldden dat de fietstassen van de Action komen. Maar dat had de recherche zelf al ontdekt: ‘Het is niet te achterhalen in welk filiaal en wanneer beide goederen zijn gekocht,’ vermeldt een proces-verbaal.
Dus bleef één bruikbare tip over: ‘Matt Cornell lijkt heel erg veel op deze man. Hij woont te [adres verwijderd, BdK] Amsterdam. Hij is een Amerikaanse student, een extreemlinkse activist, die aan de Occupyprotesten deelnam, dus het lijkt mogelijk dat hij een stomme daad met vuurwerk plant? Ik laat het aan u over of dit het waard is om te onderzoeken. Zijn Twitteraccount is:@mattcornell; zijn website: www.mattcornell.org en zijn eerdere optreden als ‘Extreme Elvis’ maakte dat ik dacht dat hij het weleens kon zijn.’
Het verdere onderzoek: Een camera op de deur en onderzoek naar tantra
Duidelijk een tip van iemand die Cornell goed kent. De tip was ook volledig anoniem. Uit het dossier blijkt dat de recherche geprobeerd heeft bij de provider van de tipgever T-Mobile op te vragen wie er op dat moment van dat IP-adres gebruikmaakte, maar T-Mobile had daarover geen gegevens.
Vanaf dit moment richtte alle aandacht van het team zich op Matt Cornell. Zijn adresgegevens en die van zijn partner werden opgevraagd, net als zijn belgegevens. Vanuit een auto aan de andere kant van het plein waar hij woont, werd een camera met telelens op zijn voordeur gericht, waarvan de beelden van een afstand te bekijken waren.
Ook dat leverde niets bijzonders op. Cornell is een 43-jarige Amerikaan die sinds 2013 met zijn Amerikaanse partner in het centrum van Amsterdam woont, een PhD doet aan de Universiteit van Amsterdam en filmliefhebber is.
De nadruk kwam daarom te liggen op het online onderzoek naar Cornell. Hierbij vallen twee dingen op: dat de politie (althans in deze zaak) niet slimmer zoekt dan een doorsnee internetter en dat de recherche niet goed begrijpt wat ze van de internetactiviteiten van Matt Cornell moet vinden.
De digitale rechercheur gebruikte het Internet Recherche Netwerk, een systeem waarmee opsporingsdiensten online kunnen zoeken zonder sporen achter te laten. Maar afgezien daarvan doet de digitaal rechercheur niets meer dan wat iedere internetter had kunnen doen. Zo leidde het intikken van ‘@mattcornell’ op Twitter naar het alias ‘Boba Fetlife,’ met een profielfoto van Chriet Titulaer. En legde vervolgens zijn speurtocht in processen-verbaal omstandig vast, waarbij hij moet uitleggen wat Google, LinkedIn en Twitter (‘Biedt o.a. de mogelijkheid om berichten van 140 tekens te delen met volgers’) zijn.
De recherche zocht ook tevergeefs uit of ‘Tantradad’ bestaande personen zijn: ‘Ambtshalve is mij bekend dat “tantra” een vorm van meditatie is’
Het werd al snel duidelijk dat Cornell op 6 februari tegen Pegida had gedemonstreerd en daar druk getwitterd had, ook met links naar zijn Instagramaccount met de naam ‘Tantradad.’ Ook werd duidelijk dat Cornell zichzelf tot de antifascisten rekent. Zo postte hij op 24 februari, drie dagen voor de tweede demonstratie: ‘Saturday’s PEGIDA march in Amsterdam will be even more fascist than the last one.’
Enig bewijs van betrokkenheid bij de bommelding blijkt nergens uit. De recherche zocht ook tevergeefs uit of ‘Boba Fetlife’ en ‘Tantradad’ bestaande personen zijn. ‘Ambtshalve is mij bekend dat “tantra” een vorm van meditatie is,’ meldt het proces-verbaal.
De recherche kreeg, kortom, geen vat op Cornells internetactiviteiten, die zich grotendeels afspelen in alternatieve subculturen. Hij is antifascist, houdt van katten, organiseert filmavonden onder de naam Cinema of the Dam’d (onder andere in het bezette Maagdenhuis) en bezoekt kraakpanden als Vrankrijk.
In zijn jonge jaren trad Cornell op als ‘Extreme Elvis’, inderdaad een extreme variant op de echte. Tijdens een van zijn optredens sloeg hij iemand met een fles bewusteloos. Het ziet er eng uit, maar was een act. En wie nu op zijn oude site klikt, komt de logo’s tegen van de FBI en het Department of Homeland Security met de tekst: ‘This site has been permanently shut down by the Federal Bureau of Investigation and the US Immigration and Customs Enforcements.’ Geintje.
Kortom: de recherche was een alternatieve, wat ongrijpbare figuur op het spoor tegen wie – afgezien van de anonieme tip – geen enkele concrete aanwijzing van betrokkenheid bij de bommelding te vinden was. Op de beelden van de observatiecamera voor Cornells huis, die in het dossier zitten, is hij goed herkenbaar: een korte, gezette man met een baard die totaal niet op de verdachte fietser lijkt.
De inval: De voordeur ingebeukt
Toch werd besloten Cornell te arresteren.
Hij lag pas een halfuur te slapen toen hij op de vroege ochtend van 26 februari wakker schrok van een enorm kabaal bij zijn voordeur. Hij stormde in paniek de trap af. Daar kwam hij een half dozijn politiemensen tegen. Ze hadden net zijn voordeur opengebeukt met een zogenoemde bonk, een compacte stalen stormram. Deze verrassingstactiek gebruikt de politie standaard als ze gevaar verwacht: als de verdachte echt explosieven in huis heeft, is het niet verstandig beleefd aan te bellen.
En voordat Cornell het wist, zat hij met zijn handen op zijn rug geboeid in een stoel. Terwijl een aantal politiemensen de bovenverdieping doorzocht, vroeg hij hun collega’s of ze een huiszoekingsbevel hadden en waar hij van verdacht werd. Ze zeiden dat ze een bevel hadden, maar lieten het hem niet zien. Waar hij van verdacht werd, zou hij op het bureau te horen krijgen.
Toen een politieman hem zijn sokken begon aan te trekken, vroeg Cornell of de handboeien af konden, zodat hij zichzelf kon aankleden. Ze gingen akkoord, maar waarschuwden hem voorzichtig te zijn. ‘Ze zagen me duidelijk als gevaarlijk of als een vluchtrisico,’ verklaart Cornell later.
Met handboeien om werd hij de trap afgeleid, door de menigte die zich inmiddels voor zijn huis had verzameld. In de auto op weg naar het bureau vroeg Cornell weer waar hij van verdacht werd. Een rechercheur op de voorstoel draaide zich om en vroeg of hij een nepbom had geplaatst voor de Stopera.
Cornell begreep meteen waar het om ging: hij had zelf tegen Pegida gedemonstreerd en de bommelding was uitgebreid in het nieuws geweest. ‘Ik was direct opgelucht toen ik de aanklacht hoorde, omdat ik wist dat ik niets met het misdrijf te maken had.’
Het verhoor: Banden met IS?
Het eerste echte verhoor in het cellencomplex aan de Flierbosdreef in Amsterdam begon om één uur. De rechercheurs begonnen, zoals het hoort, met ‘een praatje pot:’ wat vriendelijke inleidende vragen om de verdachte op zijn gemak te stellen en een band op te bouwen.
Vervolgens vroegen de rechercheurs door over zijn hobby’s, zijn politieke voorkeuren, zijn mening over de Nederlandse politie en de vraag of je geweld mag gebruiken. Cornell verklaarde daar principieel tegen te zijn.
Cornell schreef een masterscriptie over IS-strijders die op internet met poezen poseren
Daarna werd het verhoor concreter en gingen ze in op 6 februari, de ochtend van de bommelding. Cornell vertelde in bed gelegen te hebben. Daarna werd er lang doorgevraagd over zijn fiets, over vuurwerk en over de vraag wanneer hij voor het laatst bij Starbucks koffie had gedronken.
Vervolgens hoorde Cornell de rechercheurs in het Nederlands over IS praten. Hij begreep ook meteen waarom: hij schreef een masterscriptie over IS-strijders die op internet met poezen poseren. Kennelijk had die scriptie de aandacht van de politie, want in een proces-verbaal over de inbeslagname van Cornells computers staat vetgedrukt ‘dat er een document is geschreven door Matt Cornell over Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS).’
In de cel: DNA afnemen, zonder medicijnen
Cornell kreeg op dat moment de indruk dat de rechercheurs dachten dat hij onschuldig was. Ze vroegen niets over IS en sloegen verschillende vragen over. Vervolgens kreeg Cornell te horen wat de tip was die tot zijn arrestatie had geleid. Hij kreeg direct een zeer sterk vermoeden wie erachter zat: een man die een juridisch conflict heeft met Cornell.
Cornell begon daarop te huilen, zo verklaart hij achteraf. Een rechercheur sprak hem vriendelijk toe: ‘We kunnen zien dat je emotioneel bent. Je bent anders dan de verdachten die we normaal hebben. We kunnen zien dat je meewerkt.’ Volgens Cornell zei een van de rechercheurs op dat moment dat hij dacht dat hij onschuldig was. De andere zei dat hij dacht dat ze ‘the wrong guy’ te pakken hadden.
Na vragen laat een woordvoerder van de Amsterdamse politie weten: ‘Ik kan bevestigen dat na de verklaring en de doorzoeking van de woning van Cornell de verhorende collega’s dachten dat Cornell the wrong guy was.’
Opgelucht dat ze hem geloofden, vroeg Cornell wanneer hij dan naar huis kon. Hij kreeg te horen dat dat tijd zou kosten. Er moest nog DNA afgenomen worden, dus hij zou de nacht in de cel door moeten brengen.
Cornell kreeg in de cel nog bezoek van een verpleegkundige. Hij vertelde haar dat hij bloeddrukverlagers slikt en astmamedicijnen. De verpleegkundige zei dat ze hem niet hoorde hijgen of puffen en dat hij daarom geen medicijnen nodig had. Die nacht kreeg hij last van keelpijn en kortademigheid. De volgende dag zou hij te horen krijgen dat vrienden die avond zijn medicijnen, boeken en kleding naar de gevangenis hadden gebracht – die hij dus niet heeft gekregen. Kort na het bezoek van de verpleegkundige werd DNA afgenomen, de nacht zou hij in de cel doorbrengen.
De afronding: Cornell blijft tot vier uur vastzitten
De processen-verbaal van de politie bevestigen Cornells relaas over de verhoren. De recherche geloofde er duidelijk niet meer in. Toch werd Matt de ochtend erna, inmiddels zaterdag, om 10.15 uur nog een keer verhoord. Weer dezelfde vragen over de koffiebeker, de fiets, vuurwerk en de tip. Het verhoor werd al om 10.37 uur beëindigd.
Toch bleef Cornell vastzitten. Zijn partner kwam om twee uur langs en kreeg te horen dat zijn vrijlating om vier uur gepland was – op exact hetzelfde moment dat de tweede Pegidademonstratie afgelopen zou zijn. De politie bestrijdt dat Cornell opzettelijk tot precies vier uur is vastgehouden.
Tijdens het eerste verhoor verstuurde de politie een persbericht dat een 43-jarige verdachte was opgepakt in verband met de valse bommelding. Ze verzocht de media de camerabeelden van de verdachte niet langer te vertonen. Een persbericht dat een feitelijke onjuistheid bevat: er staat dat de identiteit van de verdachte ‘door tips en nader rechercheonderzoek achterhaald’ is. Dat klopt niet: er was één valse tip.
Tot op de dag van vandaag heeft de politie geen nieuw persbericht uitgestuurd en ook de beelden van de verdachte niet meer laten zien. ‘Dit suggereert sterk dat ze niet langer geïnteresseerd waren in de zaak zelf en dat ze domweg bekend wilden maken dat ze een verdachte gearresteerd hadden vóór de tweede PEGIDA demonstratie op 27 februari,’ schrijft Cornell in een verklaring.
De politiewoordvoerder laat weten dat het onderzoek naar de nepbommenlegger nog niet is gestaakt. Maar: ‘In verband met lopend onderzoek kan ik daar inhoudelijk verder geen mededeling over doen.’
De afwikkeling: Voordeur en reputatie beschadigd
Cornell is nog steeds woedend dat hij als onschuldig burger 34 uur vast heeft gezeten. Begrijpelijk, want het bewijs was voor zijn arrestatie al flinterdun en na het eerste verhoor was al duidelijk dat de rechercheurs ook dachten dat hij ‘the wrong guy’ was.
Pas op 27 mei kreeg hij een brief van het Openbaar Ministerie waarin de Officier van Justitie zijn onschuld officieel bevestigt: ‘Na uitgebreid onderzoek is gebleken dat u ten onrechte als verdachte bent aangemerkt in deze zaak. Uw zaak zal daarom worden geseponeerd. Dit betekent dat u niet verder zal worden vervolgd.’
De rechercheurs gaven weliswaar toe dat ze ‘the wrong guy’ te pakken hadden, maar stonden nog steeds achter de arrestatie
Dat neemt niet weg dat Cornell nog steeds met de problematische gevolgen zit. Zo is onder andere zijn voordeur verwoest (provisorisch gerepareerd met planken). Ernstiger is zijn reputatieschade: de politie heeft luid verkondigd dat ze een 43-jarige hadden gearresteerd, terwijl ze daarvoor al hadden gemeld dat ze op zoek waren naar een ‘Matt.’ Allemaal zeer herkenbaar voor zijn omgeving. De politie heeft het persbericht nooit gerectificeerd en zich nooit verontschuldigd.
Cornell wil daarom nu excuses van de politie, de garantie dat zijn DNA en zijn digitale gegevens worden gewist en dat de politie de valse tip onderzoekt. Niet alleen omdat die hem schade heeft berokkend, maar ook omdat hij kostbare tijd van de politie heeft verspild. Ten slotte is Cornells advocaat Caroline Buisman bezig om een schadeclaim in te dienen, voor de onterechte arrestatie, zijn nacht in de cel, de schade aan zijn huis en de reputatieschade.
De politie laat weten dat een eis tot schadevergoeding ingediend kan worden en via de verzekering onderzocht zal worden. DNA wordt automatisch vernietigd wanneer er geen strafzaak komt. Digitale data blijven opgeslagen bij het dossier, tenzij de officier van justitie opdracht geeft om dit te vernietigen. Er is een onderzoek ingesteld naar de tipgever, maar dat heeft niets opgeleverd. De politie stelt verder dat ze al mondeling excuses heeft gemaakt. Cornell en zijn advocaat bestrijden dat: ze zeggen dat de rechercheurs weliswaar toegaven dat ze ‘the wrong guy’ te pakken hadden, maar dat ze nog steeds achter de arrestatie stonden.