Na de ‘gaybyboom’ zijn roze gezinnen overal. Tijd dat de wetgever hen erkent
Na een oproep op De Correspondent meldden zich verschillende roze gezinnen die hun ervaringen wilden delen. Ze zijn al lang geen uitzondering meer, maar toch is het begrip soms ver te zoeken. Hier lopen ze tegenaan.
Ze zijn geen ontvoerders of mensenhandelaren, maar gewoon twee vaders op vakantie met hun kinderen. Niet vergeten in te pakken: een kopie van het paspoort van de moeder, met haar toestemming erin, als bewijs. Want anders kunnen ze flink in de problemen raken met de politie.
Hun kinderen (9 en 10 jaar) hebben vier ouders. Twee moeders en twee vaders, die al bijna 25 jaar bevriend zijn, pal naast elkaar wonen in een dorpje in Friesland en zelfs de achtertuin delen. Een ‘superunieke’ en ‘prachtige’ situatie, volgens de moeders, die bij tijd en wijle wat extra denkwerk vereist - zoals op vakantie in het buitenland.
De tijd dat homo-zijn gelijk stond aan een kinderloos leven ligt achter ons. Roze gezinnen zijn in opmars; na de "lesbabyboom" in de jaren zeventig en tachtig was er de "gaybyboom" in de jaren negentig.
Maar ook al zijn roze huishoudens met velen, ze leven in een maatschappij waar ze nog lang niet de norm zijn. Een maatschappij vol ideeën over wat een échte ouder is en hoe een gezin eruitziet. En dat vormt een dikke muur aan vooroordelen, waar deze gezinnen regelmatig tegenaan lopen.
Het is de Nederlandse paradox , die gastcorrespondent Laurens Buijs in week één van deze Roze Maand beschreef. Nederland is het eerste land waar stellen van hetzelfde geslacht elkaar het ja-woord gaven, het land dat internationaal befaamd is om zijn rijke homocultuur en waar discriminatie op grond van seksualiteit bij wet is verboden.
Toch is Nederland óók het land waar van tijd tot tijd toch weerstand tegen roze ouders de kop opsteekt. Die muur van vooroordelen, opgesplitst in verschillende fasen van het ouderschap, laten zien: Nederland is nog lang niet zo tolerant als we vaak denken.
Verwekking
‘Heb jij het met de moeders gedaan?’ hoort vader Ton Kemp uit het Friese vieroudergezin weleens. ‘Ik vraag jou toch ook niet in welk standje jij je kids hebt verwekt,’ reageert hij dan. Veel mensen zitten boordevol - vaak onbescheiden - vragen over roze gezinnen.
Personen of stellen die een biologisch onderdeel missen om een baby te maken - hetzij een baarmoeder, eicellen of sperma - en tóch een kindje op de wereld zetten, hebben op z’n minst een flinke kinderwens en een portie doorzettingsvermogen nodig. Roze wensouders moeten creatief zijn, op zoek naar een gezinsvorm die bij hen past.
Zoals Paul en Wim Keetman, die wél graag een gezin wilden stichten, maar een meeroudergezin niet zagen zitten. ‘Ik ben daar veel te eigenwijs voor,’ zegt Paul. Wat in Nederland geen optie was, kon in de Verenigde Staten wel: een kind uit een eicel van Pauls nichtje, het zaad van Keetman en ter wereld gebracht door een draagster. Het werden er vier - twee tweelingen (nu 9 en 11 jaar).
Commercieel draagmoederschap is in Nederland niet verboden, maar daarvoor een oproep plaatsen wel
‘Hoogtechnologisch draagmoederschap’ - een zwangerschap met een andere eicel dan die van de draagster - is in Nederland slechts toegankelijk voor heterostellen die om medische redenen niet zélf een kindje kunnen krijgen. Ook ‘gewoon’ draagmoederschap is vrijwel onmogelijk. ‘Nederland is echt achterlijk op dit gebied,’ volgens Paul.
Want anders dan vaak wordt gedacht, is commercieel draagmoederschap in Nederland niet verboden. Een draagmoeder mag best een - flink - bedrag krijgen voor haar verdiensten. Maar een oproep plaatsen waarin een draagster wordt gezocht of aangeboden, of het bemiddelen hierin, is wél verboden.
Het pad tot ouderschap dat de twee vaders bewandelden is daardoor als een omleiding die slechts toegankelijk is voor roze wensouders met een goedgevulde portemonnee. Want de kosten voor een Amerikaanse draagster kunnen oplopen tot wel een ton. Draagsters uit armere landen als India, Nepal en Mexico zijn goedkoper, maar roepen ethische bezwaren over uitbuiting op.
Geboorte
Kemp, vader uit het vieroudergezin, werd geweigerd de geboorte van zijn eerste kind bij te wonen. Het ziekenhuis ging bij de keizersnee uit van twee ouders. Vervolgens mocht hij zijn kersverse zoon ook niet aangeven bij de burgerlijke stand. ‘Pijnlijk, want dat was juist zo belangrijk voor mij,’ zegt hij. Het was de enige manier om ook zíjn naam een plekje op de geboorteakte te geven.
Erkenning
De kinderen uit het Friese vieroudergezin hebben officieel maar één ouder. ‘Als Ton de kinderen erkent, verliest Alice haar rechten. En als Alice de kids adopteert, heeft Ton geen poot om op te staan,’ legt moeder Nienke Postma uit. ‘Het familierecht was en is nog steeds niet klaar voor ons,’ zegt Kemp. Want volgens de Nederlandse wet kan een kind juridisch maar twee ouders hebben.
De vier ouders namen het heft in eigen hand en stelden een driepartijencontract op, waarin ze hun rollen, rechten en plichten vastlegden. Het kostte ze een jaar om alle afspraken en regelingen voor rampscenario’s zwart-op-wit te hebben. Ver voor de kinderen waren geboren, lag het contract al bij de notaris. Hun ‘constructie’ vergelijken ze nu met een voetbalveld. De moeders staan op het veld met de kinderen, Kemp staat aan de zijlijn en zijn man Bas zit op de bank.
Het familierecht was en is nog steeds niet klaar voor ons
Met het zaad van dezelfde onbekende donor baarden Ineke Beemsterboer en haar vrouw Erika van Zinderen Bakker uit Haarlem allebei een kindje (anderhalf en drie jaar). ‘U bent niet de moeder,’ werd Beemsterboer verteld toen ze haar dochter wilde aangeven. ‘Dat voelde heel raar, want ik was net moeder geworden.’
De Wet lesbisch ouderschap uit 2014 was een cadeautje voor de moeders. Bij de geboorte van hun eerste dochter, vlak voordat de wet van kracht werd, moest de duomoeder haar nog adopteren. ‘Dat was duur, zo’n duizend euro, en vreemd, want een rechter besloot of ik moeder mocht worden.’ Van hun tweede dochter was de duomoeder dankzij de wet automatisch juridisch ouder.
‘We strepen continue het woordje ‘moeder’ door op formulieren,’ zegt Paul uit het tweevadergezin. De zwangerschap, de geboorte én zijn adoptie van de kinderen zorgden voor een enorme stapel papierwerk. Soms zijn de regels zo onwrikbaar als een rots. ‘Twee mannen? Die kunnen geen kinderen krijgen,’ was de reactie van de Belastingdienst. Ze kwamen niet in aanmerking voor een aftrekpost.
Gezinsuitbreiding
‘Nóg meer kinderen?!’ zeiden vrienden en familie toen ze over de tweede zwangerschap hoorden van Keetman en Paul. Ze vonden het overdreven, onzin omdat na een tweeling ‘de buit al binnen was.’ Sommige mensen werden zelfs boos. ‘Het was alsof wij hun toestemming nodig hadden,’ zegt Paul.
In 2010 waren er naar schatting 56.000 samenwonende lesbische en homoseksuele stellen. Dit aantal ligt nu, zes jaar later, weer een flink stuk hoger. Bij 20 procent van deze vrouwen en 3 procent van de mannen loopt ten minste één koter door het huis.
Ook voor Beemsterboer en Van Zinderen Bakker, moeders van twee dochters, is gezinsuitbreiding lastig. Er heerst een spermadonortekort sinds in 2004 het anoniem donorschap is verboden - want een kind heeft recht om zijn afstamming te weten, is de gedachte. ‘Door de lange wachtlijst faciliteert het Medisch Centrum Kinderwens in Leiderdorp maar twee zwangerschappen per gezin,’ zegt Van Zinderen Bakker.
Gezinsleven
‘Maar wie is dan de échte vader/moeder?’ krijgen de ouders van roze gezinnen regelmatig te horen. Hun bestaansrecht als ouders wordt vaak in twijfel getrokken. Een aanzienlijk deel van de Nederlanders meent dat kinderen een vader én een moeder nodig hebben om gelukkig op te groeien. Sterker nog, 17 procent van de Nederlanders vindt dat homoseksuele koppels niet dezelfde rechten zouden moeten hebben als heterostellen als het op adoptie aankomt.
Zélf vinden de roze gezinsleden hun familievorm de normaalste zaak van de wereld. ‘We zijn zo burgerlijk als de pest,’ zegt Ter Veld, moeder uit het vieroudergezin. De kinderen wonen zes dagen per week bij de moeders en één dag bij de vaders.
Met het kroost uit meeroudergezinnen gaat het even goed als met het nageslacht van hetero-ouders, is een voorzichtige conclusie uit de eerste onderzoeken. Kinderen uit tweemoedergezinnen doen het zelfs vaak ietsje béter dan kinderen die ‘gewoon’ met hun vader en moeder wonen. Pedagoog Henny Bos (Universiteit van Amsterdam) doet al zestien jaar onderzoek naar roze gezinnen. Volgend jaar publiceert ze haar eerste conclusies over het functioneren van tweevadergezinnen. Ze is hoopvol gestemd.
Want anders dan in heterogezinnen zijn kinderen uit roze gezinnen niet snel een ‘foutje’. Van kunstmatige inseminatie met zaad van een donor tot het vinden van een draagmoeder, of het bedenken van een ‘constructie’ voor een meeroudergezin, roze ouderschap gaat niet over een nacht ijs.
Naar school
De kinderen van de twee vaders noemen hen ‘papa’ en ‘pappie’. Ze hebben geen moeder, waarop de reactie veelal is: ‘Dat kan niet.’ Hun dochter werd er in de klas mee gepest. Paul: ‘Vorig jaar heeft ze samen met haar broer, zónder dat wij ervan wisten, een spreekbeurt gehouden over hoe je toch kan bestaan als je geen moeder hebt.’ Het pesten is niet gestopt.
De buitenwereld is om deze reden ook de grootste zorg van de vier ouders. ‘Wij zijn weerbaar, onze kinderen nog niet,’ zegt Kemp. Om voor de omgeving helder te hebben hoe hun familie in elkaar steekt, maakten ze een boekje over hun ontstaan - waarin de mama’s en de papa’s graag kindjes willen en papa zaadjes geeft aan mama - om mee te nemen naar school.
Opgroeien
‘Ik hoor weleens verhalen over ons uit het naburige dorp,’ zegt Kemp. In hun eigen buurt vertellen de vier ouders openlijk hoe hun gezin in elkaar zit, om narigheid te voorkomen.
Nieuwsgierigheid, geroddel en soms zelfs pesten beïnvloeden het welzijn van kinderen, vond UvA-onderzoeker Bos in haar studies naar lesbische gezinnen. Kinderen die homonegativiteit vanuit de omgeving ervoeren, vertoonden meer probleemgedrag.
Het is niet het opgroeien in een roze huishouden, maar juist het stigma van buitenaf dat voor problemen kán zorgen.
Met de nadruk op kan, want niet alle roze gezinnen delen deze ervaring. ‘In onze omgeving vindt iedereen het heel normaal. Sterker nog, we hebben wel een X-factor,’ zegt lesbisch moeder Beemsterboer.
Twee vaders? Dat kan wél
Het grootste probleem voor deze gezinnen: de weerbarstige sociale omgeving en de starre juridische wereld. Een speciaal in het leven geroepen commissie, de Staatscommissie Herijking Ouderschap, buigt zich momenteel over kwesties omtrent ouderschap. Want kinderen van roze gezinnen hangen nu nog te vaak in het luchtledige.
Een ‘bereklus,’ volgens Machteld Vonk, gespecialiseerd in het familierecht en een van de adviseurs van de Commissie. Maar vooral broodnodig, want het kerngezin - vader, moeder, kind - waarop de wet is gestoeld, is tegenwoordig meer uitzondering dan regel. Met twee juridische ingrepen kan de lange lijst aan vooroordelen tegen roze gezinnen grotendeels worden weggenomen.
Wat moet een rechter doen als vier juridische ouders ruzie krijgen?
Ten eerste, laat méér dan twee officiële ouders mogelijk zijn. Vonk stelt daar wel een bovengrens aan: ‘Ik vind vier een mooi aantal.’ Duidelijke richtlijnen zijn vooral in het belang van het kind. Vonk: ‘Want wat moet een rechter doen als vier juridische ouders ruzie krijgen?’
Ten tweede, stel hoogtechnologisch draagmoederschap open voor iedereen, en niet slechts voor heterostellen met vruchtbaarheidsproblemen. Hef ook het verbod op bemiddeling op, zolang draagmoederschap niet op commerciële basis gebeurt. Volgens Vonk is dit het lastigste vraagstuk voor de Commissie, want: ‘Betaal je voor een kind of voor een dienst?’
‘Schiet op met het familierecht,’ zegt Kemp uit het vieroudergezin. De hoop van roze ouders is gevestigd op de wetgever. Want daarmee wordt niet alleen het bestaansrecht van roze gezinnen officieel vastgelegd, het is ook dé stap naar normalisering van roze gezinnen in het dagelijks leven. Dan kan niemand meer om ze heen.
Zo’n vijftig jaar na het uitbreken van de seksuele revolutie is het tijd om de balans op te maken. Hoe gaat het eigenlijk met lesbiennes, homo’s, bi’s, transgenders, queers, mensen met een intersekseconditie en aseksuelen in Nederland? Hoe moet een nieuwe homoagenda eruitzien? Die vragen beantwoorden we tijdens deze Roze Maand.