Voor wie mijn eerdere heeft gemist: de banaan dreigt de dinosaurus te volgen. De banaan wordt met de ondergang bedreigd. Dat is geen melig geintje. Dat is dodelijke ernst.

Misschien haal je je schouders op: geen banaan meer. Nou, en? Maar de banaan is het op drie na voedingsgewas ter wereld, na tarwe, rijst en maïs. Hij is ook ’s werelds meest gegeten vrucht. Mondiaal gaat het om zo’n bananen per jaar, verbouwd door ontelbare boeren in meer dan honderd landen, die voor hun bestaan volledig afhankelijk zijn van de banaan. In landen als Ecuador, Costa Rica, Guatemala en de Filipijnen stort de economie in elkaar en schiet de werkloosheid omhoog zonder export van bananen.

Het gevaar dat je kon zien aankomen

Foto: Eva Meijer

De grote bananenmultinationals zoals Chiquita, Fyffes en Fresh Del Monte, die al een eeuwigheid de hele handelsketen domineren, hebben het aan zichzelf te wijten als de vrucht het loodje legt. Ze zijn als de Titanic: blind voor het gevaar. Alle exportbananen zijn klonen van de bananensoort Cavendish. Stekjes van één plant, genetisch identiek. Dat maakt ze extreem kwetsbaar.

Gert Kema noemt de monocultuur van bananen ‘een snelweg voor verspreiding van ziektes.’ Hij is onderzoeker aan het instituut van de Universiteit Wageningen en sinds 1 januari buitengewoon Plantenziektekunde.

Het voortbestaan van de banaan was al eerder in het geding. In de eerste helft van de vorige eeuw roeide een bodemschimmel (al snel bekend als de Panamaziekte) de exportbanaan van die tijd vrijwel uit. Dat ging om een kloon van de bananensoort Gros Michel en destijds kon de banaan nog worden gered door massaal over te schakelen op de Cavendish, die resistent voor de Panamaziekte was.

Alle exportbananen zijn klonen van de bananensoort Cavendish: stekjes van één plant, genetisch identiek. Dat maakt ze extreem kwetsbaar

Het is niet minder dan een wonder dat de Cavendish het al ruim een halve eeuw uithoudt. Maar nu wordt ook deze bananensoort met de ondergang bedreigd. Dit keer zijn er twee belagers: een nieuwe variant van de Panamaziekte en de bladschimmel Black Sigatoka. Tegen de Panamaziekte is voorlopig geen kruid gewassen. De Black Sigatoka kan nog worden bestreden met fungiciden, gewasbeschermingsmiddelen. Maar de schimmel wordt daar steeds resistenter tegen. Dus gebruiken de plantages steeds meer en steeds vaker wel vijftig tot zeventig keer voor één banaan.

De economische schade is gigantisch. Een deel van de oogst gaat verloren, omdat aangetaste bananen te vroeg rijpen en dus niet meer geschikt zijn voor de export. De bestrijding van Black Sigatoka kost op jaarbasis zeker 500 miljoen dollar. Bij bananen maken beschermingsmiddelen tegenwoordig meer dan een derde van de productiekosten uit. En dan hebben we het nog niet eens over de gevolgen voor de gezondheid van de plantagearbeiders. Of over de milieu-effecten. Al die micro-organismen die onbedoeld ook worden vernietigd. De gevolgen voor het grondwater en de opwarming van de aarde.

Hoe de banaan nog kan worden gered

Kema vindt het onbegrijpelijk dat supermarkten over de hele wereld hun verantwoordelijkheid niet nemen. Dat ze gewoon doorgaan met aanbieden van bananen tegen de belachelijk lage prijs van minder dan een euro per kilo, en allemaal van een enkele bananensoort, terwijl er zoveel andere soorten zijn die veel beter smaken. Supermarkten zouden de kortzichtige bananenindustrie kunnen dwingen het over een andere boeg te gooien, te stoppen met de monocultuur van bananen die onbeheersbaar en onhoudbaar is.

De Cavendish-banaan is op den duur niet meer te redden. Op het moment is er geen andere soort bekend die resistent voor Black Sigatoka en de Panamaziekte is.

Toen Kema twaalf jaar geleden in Costa Rica voor het eerst in zijn leven een bananenplantage bezocht en zag hoeveel bestrijdingsmiddelen er werden gebruikt, was het hem meteen duidelijk dat de banaan alleen kon worden gered met baanbrekend wetenschappelijk onderzoek. Maar hoe kreeg je daarvoor de nodige fondsen en topstudenten? Door met een spannend onderzoeksvoorstel te komen, zoals het in kaart brengen van het DNA van de Black Sigatoka en van de banaan. Tijdens een sabbatical in de Amerikaanse staat Indiana zette hij de contouren van het project op papier.

En het lukte hem: een consortium van dertig wetenschappers uit tien landen onder leiding van Kema bracht twee stammen van de bladschimmel Black Sigatoka genetisch in kaart. Ze bestudeerden ook de opbouw en samenstelling. Het gerenommeerde wetenschappelijk tijdschrift publiceerde donderdagavond de resultaten in een uitgebreid De strekking: het DNA van de Black Sigatoka biedt aanknopingspunten voor beheersing van de ziekte. De weerstand van de banaan kan worden vergroot en de bladschimmel kan effectiever worden bestreden nu het genetisch materiaal in kaart is gebracht. Kema noemt de resultaten ‘een enorme springplank voor verder onderzoek.’

Foto: Eva Meijer

Hoe nu verder?

Kema’s missie is: red de banaan. De route staat hem duidelijk voor ogen, ook al weet hij dat die lang en grillig is. Om de banaan ook op de lange termijn duurzaam te kunnen telen, moet een breed veredelingsprogramma op gang komen. Dat zorgt systematisch voor de kweek van nieuwe rassen met zoveel mogelijk goede eigenschappen, resistent voor ziekmakende schimmels. Zoals dat bij andere gewassen als tarwe en andere vruchten als appels al zo lang gebeurt. Dat die ontwikkeling bij de banaan nooit op gang kwam, blijft volgens hem een onbegrijpelijk verzuim.

De Cavendish-banaan is ten dode opgeschreven. Maar dat hoeft niet het einde te zijn van de banaan

Maar zo’n programma kost tijd, veel tijd. Dus is het zaak om het aflopende bestaan van de Cavendish te rekken. Dat kan door het inzetten van alternatieve beschermingsmiddelen tegen Black Sigatoka die voor het milieu minder belastend zijn. Kema bereidt een aanvraag voor subsidiëring van onderzoek op dat terrein voor bij de Europese Unie. Zijn researchgroep is met vijftien promovendi en een paar gepromoveerde onderzoekers al de grootste ter wereld op het gebied van bananen. Wat betreft kennis over zowel de Panamaziekte als Black Sigatoka behoort zijn team tot de wereldtop.

De Cavendish-banaan is ten dode opgeschreven. Maar dat hoeft niet het einde te zijn van de banaan. De banaan leeft en heeft toekomst, als het aan Kema ligt. Dat zal een duurzaam verbouwde banaan zijn in allerlei variëteiten, die beter voor de economie is, beter voor het milieu, beter voor de lokale bevolking en beter voor de consument.

Foto: Eva Meijer
Een ode aan de banaan De foto’s bij dit verhaal zijn onderdeel van het project ‘Fusarium – a tribute to the banana’ van Eva Meijer, over de banaan die door de Panamaziekte met uitsterven wordt bedreigd. Met haar foto’s heeft ze de stille ramp proberen te verbeelden, wat tegelijk ook een ode is aan de banaan. Van dit project verscheen vorig jaar een fotoboek, waarmee Meijer afstudeerde aan de kunstacademie in Breda. De inleiding van dat boek werd geschreven door Gert Kema. Bekijk hier het werk van fotograaf Eva Meijer


Meer lezen?

Red de banaan, de missie van Gert Kema De banaan gaat eraan als er niet snel nieuwe rassen worden ontwikkeld. Schimmels bedreigen ’s werelds meest gegeten fruit en op drie na belangrijkste voedselbron. Onderzoeker Gert Kema zet alles op alles om de banaan te redden. Lees het eerste verhaal over Kema’s missie hier terug Monsanto is niet het kwaad. Monsanto is de status quo De Amerikaanse multinational Monsanto is naast marktleider in landbouwzaden ook wereldwijde kop van Jut. Ondanks de slechte reputatie van het bedrijf werken miljoenen boeren met Monsanto’s producten. Waarom slaagt de tegenbeweging er niet in Monsanto een halt toe te roepen? Lees het verhaal van Janno hier terug