Tijdelijk is het nieuwe permanent. Ook op de woningmarkt
Niet alleen werk wordt alsmaar ‘flexibeler.’ Ook wonen doen veel mensen alleen nog maar tijdelijk: antikraak of met een kortdurend huurcontract. De documentaire Alles Flex? laat zien hoe ingrijpend de gevolgen daarvan zijn.
Delen is het nieuwe hebben. Los Angeles is het nieuwe New York. Blauw is het nieuwe groen. Punniken is het nieuwe yoga. En ‘tijdelijk is het nieuwe permanent.’
Dat laatste stelt een woordvoerder van een woningbouwcorporatie aan het begin van de documentaire Alles Flex? (die hieronder is te zien).
Maar wacht even. Dit is geen vettige slagzin uit een tv-commercial, of trend die wordt gesignaleerd in het lifestylekatern van een weekendkrant. Het gaat hier over huisvesting. Preciezer: over tijdelijke huurcontracten, waarvan de desbetreffende woningbouwcorporatie – het Amsterdamse Stadgenoot – warm pleitbezorger is. Tegen die achtergrond is de uitspraak tamelijk griezelig. Wordt tijdelijk wonen de norm? Gaan de tijdelijke contracten het vaste huurcontract verdringen?
Waarom de film juist nu relevant is
Dit is misschien een goede plek om een disclaimer te plaatsen. Ik speel zelf een kleine rol in de documentaire die ik hier aanprijs (ik mocht als onderzoeker wat dingen mompelen over het verband tussen nieuwe woonwetgeving, vastgoedspeculatie en gentrificatie). Bovendien werk ik geregeld samen met een van de twee filmmakers, Abel Heijkamp. Zo schreven we vorig jaar al een artikel over dit onderwerp voor De Correspondent, met een kop die vrijwel identiek is aan de filmtitel.
Inmiddels is er veel gebeurd. Veel van de wetgeving die in voorbereiding was toen wij een jaar geleden het artikel schreven, is per 1 juli dit jaar van kracht.
De documentaire staat uitgebreid stil bij de bezwaren die we destijds ook aanstipten:
- de wachtlijsten worden – nog – langer;
- de huurbescherming wordt uitgehold;
- woningen worden tot handelswaar gereduceerd.
Het woonbeleid is een deeltjesversneller waardoor de bestaansonzekerheid toe zal nemen
De grootste verdienste van Alles Flex? is echter dat het leven blaast in het onderwerp. Literatuur over woningbouw slaat vaak dood op statistieken en ondoordringbaar jargon. De cijfers en theoretische vergezichten ontbreken niet in deze film, maar het zijn vooral de portretten van flexhuurders die beklijven. Ze herinneren eraan dat een slogan als ‘tijdelijk is het nieuwe permanent’ beleid beschrijft dat grote gevolgen heeft in en op echte levens.
Er is nog een goede reden om de film onder de aandacht te brengen. In de afgelopen twee maanden heb ik op dit platform gewerkt aan een reeks stukken over bestaansonzekerheid - in mijn ogen een van de belangrijkste thema’s van deze tijd. En, zo betoogt Alles Flex? mijns inziens terecht: het huidige woonbeleid is een deeltjesversneller waardoor die bestaansonzekerheid nog verder toe zal nemen.
Hoe zit dat? Een op de drie banen is momenteel ‘flexibel.’ Die flexwerkers verdienen gemiddeld 35 procent minder dan mensen met een vast arbeidscontract, horen we hoogleraar arbeidsrelaties Ton Wilthagen zeggen. Daarom gaat flexwerk vaak gepaard met een zwakke positie op de woningmarkt: kopen kan niet en commerciële verhuur is te duur. En voor een sociale huurwoning moet je in Nederland gemiddeld acht jaar op de wachtlijst staan. Dan pak je aan wat er is. Antikraak bijvoorbeeld, of een tweejarig contract.
Voorstanders van tijdelijke contracten hameren op de eigen verantwoordelijkheid van de huurder. ‘Je kan ook gewoon kiezen voor een normaal huurcontract, het is niet zo dat je door ons verplicht wordt om voor dit [tijdelijke] contract te gaan,’ zegt ChristenUnie-Kamerlid Carola Schouten in de film.
Waarom deze aanname niet klopt
De geïnterviewde flexhuurders hebben hier een andere kijk op. ‘Je zet wel zelf je handtekening, maar het is niet zo dat er alternatieven zijn,’ zegt Jacoline. ‘Als er echt schaarste is (...) dan is de keuze: of niet wonen, of wonen met een tijdelijk contract.’ Pim zegt het nog simpeler: ‘Als een permanent huurcontract beschikbaar is, zou ik altijd voor een permanent huurcontract gaan.’
Ondertussen veroorzaakt de vertijdelijking alleen maar meer onzekerheid. Precariteit komt vaak in tweevoud: wie kwetsbaar is op de arbeidsmarkt loopt een verhoogd risico om ook kwetsbaar te worden op de woningmarkt. Neem bijvoorbeeld Anneriek, die in de film wordt voorgesteld als uitzendkracht bij een bedrijf in het Westland dat bloempakketten maakt. Ze moet voor haar werk in de buurt wonen, maar iets kopen of een sociale huurwoning vinden lukt niet. Dus woont ze antikraak, samen met haar vriend Bee.
De ellende begint als Anneriek – ongepland, maar niet ongewenst – zwanger raakt, terwijl het antikraakcontract nadrukkelijk verbiedt dat er minderjarigen in het pand verblijven. De jonge ouders worden voor het blok gezet: de baby eruit, of allemaal eruit.
In een eerder verhaal binnen de serie over bestaansonzekerheid schreef ik over de ‘crisis van het kleine verhaal,’ om het moment te beschrijven dat het levensnarratief niet verder lijkt uit te rollen. Voorbeelden zoals dat van Anneriek illustreren dat de dubbele kwetsbaarheid van een onzekere arbeidspositie en onzekere huisvesting ervoor kan zorgen dat mensen helemaal geparkeerd komen te staan. Noch het arbeidscontract, noch het wooncontract biedt een buffer tegen tegenvallers. Als zich op het ene terrein iets voltrekt (een ongeluk, financiële tegenslag, ontslag), heeft het vrijwel onmiddellijk invloed op het andere terrein. Om het weer op het voorbeeld van Anneriek te betrekken: als ze haar woning verliest, verliest ze haar werk, en vice versa.
Even terug naar eerder geciteerde Jacoline. Die zegt elders in de film treffend dat ‘het idee dat een woning iets is waar je je thuis mag voelen, en een soort stabiele basis kan zijn’ door de voortschrijdende vertijdelijking zwaar onder druk komt te staan. Juist met toenemende onzekerheid op de arbeidsmarkt zou je hopen op een weerbarstig volkshuisvestingsbeleid dat voor zo veel mogelijk mensen een stabiele woonsituatie garandeert. Het tegenovergestelde is het geval. En helaas leert de ervaring dat de beleidsmachinerie vaak geen achteruit heeft.
Alles Flex? is een luik van de vierdelige webdocumentaire The Future of Work, die vormen van precariteit onderzoekt in Nederland, Duitsland, Slovenië en Europa.