Nu Caster Semenya de 800m voor vrouwen heeft gewonnen, zal de controverse weer oplaaien: ze is te mannelijk

Michiel de Hoog
Correspondent Sport
De Zuid-Afrikaanse Caster Semenya tijdens de halve finales van de vrouwen op de 800 meter in Rio, 2016. Foto: Shaun Botteril / Getty Images

De Zuid-Afrikaanse hardloopster Caster Semenya won zondag de favoriet op de 800 meter in Rio. De discussie zal losbarsten: had Semenya wel mogen meedoen, met haar ‘mannelijke’ testosteronniveau? Atletiekbond IAAF krijgt in deze kwestie advies van een vrouw die als transgender heeft ervaren wat testosteron met je lichaam doet. Ze heeft een opvallend standpunt.

Ze wist dat ze veel langzamere tijden zou gaan lopen nadat haar hormoontherapie voltooid zou zijn.

Als ze eindelijk volledig vrouw zou zijn, zoals ze zich eigenlijk al haar hele leven voelde, maar niet was, dan zouden haar prestaties in de wedstrijdsport eronder te lijden hebben - dat wist Joanna Harper.

Maar dat het zó snel gebeurde? En dat ze zovéél langzamer zou zijn? Nee, dat had ze nooit verwacht.

In augustus 2004 begon Harper, die werd geboren als man, met de hormoontherapie die haar vrouw zou maken. Ze bleef ook hardlopen, en merkte daarin aanvankelijk niets van haar geslachtsverandering. Aan haar tijden merkte ze het wel: 10 procent trager was ze geworden.

Zo sterk was de kracht van wat in sportmedische kringen voor het gemak ‘T’ heet: testosteron, het hormoon dat ze eerst in hoge mannelijke mate had, en door de therapie in lagere vrouwelijke mate.

Deze verbijsterende zette haar op het spoor van onderzoek naar het effect van testosteron, en bij transgenders in het bijzonder. Ze werd leidend onderzoeker op het gebied en adviseert het Internationaal Olympisch Comité en de atletiekbond IAAF over vrouwen met een extreem verhoogd testosteronniveau, hyperandrogenisme.

Harper heeft een opvallend standpunt in een mondiale ethische, sportieve en filosofische kwestie, die door de hyperandrogene van 800 meter hardlopen in Rio tot een nieuw hoogtepunt

De kwestie: mogen hyperandrogene vrouwen meedoen aan vrouwensport?

Harpers antwoord? Nee.

‘Als zulke vrouwen wel mogen meedoen,’ zegt Harper (59), telefonisch vanuit Portland, ‘zonder een behandeling te ondergaan, dan dreigt de vrouwensport kapot te gaan.’

De onbedoeld oneerlijke overwinning van Caster Semenya

Als dit inderdaad de toekomst is, dan was de ruime overwinning van de Zuid-Afrikaanse hardloopster Caster Semenya in de finale van de 800 meter een voorbode.

Caster Semenya op de 800 meter tijdens de Olympische Spelen van 2012 in Londen. Foto: Simon Stacpoole / Mark Leech Sports Photography / Getty Images

Semenya is zo’n ‘hyperandrogene’ vrouw - een vrouw wier lichaam van nature veel testosteron aanmaakt, in hoeveelheden die eerder voorkomen bij mannen dan bij vrouwen. En van die hoeveelheden heeft ze waarschijnlijk sportief profijt.

Harper noemt haar naam in het telefoongesprek slechts een keer. Omdat ze liever niet over individuen, maar over de zaak praat. Semenya is wegens haar viriele uiterlijk ronduit onmenselijk behandeld - door officials, door atletiekfans en door concurrenten. En haar staat een nieuwe, ongekend grote uitbarsting van hoon en haat te wachten, als ze inderdaad de Olympische 800 meter wint.

Dit is bedrog! Kijk toch naar haar! Semenya is een man!

Behalve kwaadaardig is dat ook feitelijk verkeerd, benadrukt Harper. Semenya is een vrouw, groeide op als vrouw, en ziet zichzelf als vrouw. Zij heeft nooit gevraagd om een controverse, ze heeft de regels niet overtreden.

Maar toch.

Harper vindt dat een vrouw als Semenya - met haar huidige hormoonspiegels - niet zou mogen meedoen aan de race. ‘Zulke testosteronniveaus geven een oneerlijk groot voordeel ten opzichte van andere hardloopsters,’ zegt Harper.

Er zijn wat haar betreft twee opties: of vrouwen als Semenya doen niet mee, of ze dringen hun testosteronniveau terug

Voor haar zijn er dus twee opties: of vrouwen als zij doen niet mee, of ze dringen hun testosteronniveau terug.

Maar de regels zijn - momenteel - anders. Semenya mag meedoen, net als andere vrouwen met hoge testosteronspiegels die als mannelijk gelden. En volgens Harper doen er in Rio meer hyperandrogene vrouwen mee aan de

In mei - toen er nog tientallen kanshebbers waren - voorspelde ze dat het medaillepodium op de 800 meter in Rio weleens volledig uit loopsters zou kunnen bestaan. Nu er nog maar een handvol kanshebbers zijn, wil ze er niks meer over zeggen. ‘Ik wil niet meedoen aan het vingerwijzen.’

Waarom sporten vrouwen en mannen niet tegen elkaar?

Het is een dilemma, zegt Harper, en er is geen elegante oplossing. ‘Moeten we recht doen aan een grote meerderheid van atleten? Of aan een gemarginaliseerde minderheid? Uiteindelijk kun je niet eerlijk zijn naar beide groepen. En dus is elke oplossing een imperfect compromis.’

Harpers compromis komt voort uit de volgende denkstappen.

  1. Er is in de sport een scheiding tussen mannen en vrouwen.
  2. Zou die er niet zijn, dan zouden vrouwen vrijwel nooit meer kunnen
  3. Als je die scheiding wilt maken, dan heb je een criterium nodig.

Er zijn ruwweg drie manieren om dat criterium vorm te geven, allemaal met hun eigen voor- en nadelen:

  1. Mensen laten meedoen in de categorie waarin ze zich thuisvoelen. (Ik ben/voel me een vrouw, dus ik doe mee met de vrouwen.)
  2. Mensen laten meedoen in de categorie waarin ze horen. (Ik ben man/vrouw volgens mijn paspoort, en dus doe ik mee met mannen/vrouwen.)
  3. Mensen op medische/fysiologische gronden indelen/uitsluiten. (Mijn testosteronspiegel geldt als mannelijk/vrouwelijk.)

De eerste manier van indeling heeft een duidelijke tekortkoming: elke man kan zich opgeven als vrouw en meedoen aan wedstrijden. Oneerlijk en onwenselijk.

Het tweede heft dat risico op. Je zou de boel nog steeds kunnen flessen. Maar wie laat zijn kind vanaf jongs af aan een leven leiden als meisje en vrouw om daar later, ooit, misschien, sportieve glorie mee te laten behalen? Niemand, zou je hopen. Het nadeel is alleen dat er vrouwen zijn met typisch mannelijke testosteronniveaus - en testosteron is, zoals Harper het zegt, ‘de belangrijkste factor die mannelijke en vrouwelijke atleten van elkaar onderscheidt.’

En dus is Harper voorstander van de derde optie - het trekken van een fysiologische grens tussen man en vrouw. Het minst slechte criterium om dat onderscheid te maken, aldus Harper, is de testosteronspiegel. En testosteron is volgens Harper ‘de belangrijkste bepalende factor van het prestatieverschil tussen vrouwelijke en mannelijke atleten.’

Sportrecht versus mensenrecht

Die oplossing - die ze zelf een noemt - was tot vorig jaar de regel in de atletiek.

Vrouwen met een van meer dan 10 nanomol per liter - niveaus die boven de gemiddelde waarden van vrouwelijke atleten lagen - dienden dit testosteronniveau terug te dringen, indien zij inderdaad profijt hebben van hun ‘extra’

De aanleiding voor dat protocol was diezelfde Caster Semenya. Zij werd in 2009 - 19 jaar oud - als volslagen onbekende uit het niets wereldkampioen op de 800 meter. De prestaties van Semenya leidden tot verbijstering: ze rent een geweldige tijd en doet ogenschijnlijk niet eens haar best. En wat tot extra verontwaardiging leidde, was dat ze er extreem ‘viriel’ uitzag, zoals Harper het omschrijft. ‘Kijk dan naar haar,’ zei de Russische loopster Mariya Savinova. ‘Voor mij,’ zei de Italiaanse Elisa Cusma, ‘is zij geen

Het protocol voor hyperandrogene vrouwen werd in 2011 ingevoerd. De consequenties waren ingrijpend: hyperandrogene loopsters dienden ofwel hun interne testikels te verwijderen, ofwel met chemicaliën hun testosterongehalte terug te dringen.

Semenya begon na de herroeping van het protocol weer zo hard te lopen, dat ze de uitgesproken favoriet is voor de Olympische 800 meter

Het effect van het protocol op de sportprestaties van deze vrouwen was dramatisch. ‘Ze gingen ofwel langzamer lopen,’ zegt Harper, ‘of ze verdwenen uit de atletiek.’ Semenya - die haar testosteronspiegel chemisch terugdrong - werd trager. In 2009 liep ze - relatief ongetraind - 1:55 op de 800 meter; in 2015 was het nog maar

Het wachten was op iemand die zich niet neerlegde bij het protocol. Die persoon was de Indiase hardloopster Dutee Chand. Zij tekende protest aan bij het sporttribunaal CAS, tegen wat zij een discriminerende maatregel vond - ‘ik ben wie ik ben.’ Mijn collega Lisa Peters deed dit verhaal vorige week inclusief de gênante geschiedenis van gendertesting in de sport.

Het CAS gaf Chand - die haar ‘mannelijke’ testosteronniveau moest terugdringen - De prestatiebevorderende werking van testosteron werd door het tribunaal niet betwijfeld. Het was alleen niet te zeggen het precies helpt. Daarvoor is het onderzoek op het gebied te mager. En als je het effect niet precies kunt bepalen, het CAS, is het ook niet redelijk om van atleten te eisen dat ze hun natuurlijke hormoonhuishouding verstoren.

Ongeoorloofde discriminatie, was kortom het oordeel. Het protocol is voor twee jaar opgeschort, en als de IAAF voor die tijd geen beter protocol heeft dat de toets van het CAS doorstaat, blijft de situatie zoals die is. Een enorme overwinning voor mensenrechten, begrijpt Harper. ‘Maar het is volgens mij een nederlaag voor een eerlijke, zinvolle vrouwensport.’

Is testosteron een goed criterium?

De atletiekbond IAAF is niet blij met de situatie. De bond deze maand aan een nieuwe test te ontwikkelen die de toets van het CAS wel doorstaat. ‘Ik hoop van harte dat ze dat gaat lukken,’ zegt Harper.

En toch - is testosteron niet een arbitrair aspect om iemand op af te rekenen? Is een hoog testosteronniveau niet simpelweg een van de vele genetische afwijkingen die sporters onderscheiden van niet-sporters?

In het basketbal zijn bijvoorbeeld lange mensen in het voordeel. Zwemmers met grote voeten hebben voordelen die je anders alleen met flippers hebt. En kleine turnsters hebben diverse voordelen boven grotere. In zekere zin is de topsport een grote optocht van genetische freaks, zoals de Amerikaanse journalist David Epstein beschrijft in zijn boek The Sports Gene. Daar wordt ook niet voor gecorrigeerd.

Harper kent de tegenwerping maar al te goed. Het punt is, volgens haar, dat er nu eenmaal geen categorieën zijn voor kleine en grote basketballers, voor kortbenige en langbenige zwemmers, of voor snelle en langzame spiervezels. De categorieën zijn man-vrouw.

Zoals ze in mei ‘Het meest essentiële element van de vrouwensport wordt bedreven door testosteronaal uitgedaagde atleten (...) Ik geloof dat miljarden potentiële vrouwelijke topsporters het recht verdienen om te strijden op iets dat lijkt op een gelijk speelveld, en dat de vereiste om binnen bepaalde testosteronmarges te blijven, de beste manier is die we nu hebben om dat gelijke speelveld te creëren.’

Caster Semenya bereidt zich voor op de halve finale op de 800 meter voor de vrouwen tijdens de Olympische Spelen in Rio, 2016. Foto: Dylan Martinez / ANP

Maar als het dan om gelijke speelvelden gaat, zouden mannen trouwens ook geen limiet moeten krijgen? Als testosteron immers prestatieverhogend werkt, profiteren mannen met stratosferische gehaltes immers ook ten opzichte van gemiddelde mannen?

Een praktische noodzaak is er niet, zegt Harper, ‘want na de categorie ‘mannen’ komt geen andere categorie. Maar voor de eerlijkheid zou het een goed idee zijn.’ Ook al verwacht ze niet dat er ook maar een man getroffen zou worden door zo’n limiet, als ze die limiet voor mannen net zo ver weg leggen van het gemiddelde testosterongehalte als voor vrouwen.

Hoeveel interseksuele sporters zijn er?

Een andere vraag dringt zich ook op. Zijn gevallen als Semenya niet zo zeldzaam, dat een protocol nogal overbodig is? Moeten we uitzonderingen zoals zij niet gewoon op de koop toenemen - en juist In plaats van dat ze zichzelf moeten laten opereren om maar deel te kunnen nemen aan wedstrijden?

Zo zeldzaam zijn die gevallen niet, zegt Harper. Uit blijkt volgens haar dat hyperandrogene vrouwen oververtegenwoordigd zijn in de atletiek.

Je hebt maar relatief weinig van zulke atleten nodig om vele andere atleten volstrekt kansloos te maken

‘En je moet beseffen: je hebt maar relatief weinig van zulke atleten nodig om vele andere atleten volstrekt kansloos te maken. Neem de Kenianen. Kenianen vormen 1/1000ste van alle atleten, maar ze zijn enorm dominant in het lange-afstandslopen. Interseksualiteit komt 1 op de 20.000 keer voor.’

En is het dus een eerlijke oplossing, dat je vrouwen onderwerpt aan een ingrijpend onderzoek, en aan een operatie ofwel chemische behandeling, om hun testosteronniveau terug te dringen zodat eerlijke competitie mogelijk is?

‘Nou, eigenlijk niet,’ zegt Harper. ‘Het is de minst oneerlijke.’

Meer lezen?