Spring naar inhoud

Is Panama nog steeds een belastingparadijs?

In april van dit jaar werden de Panama Papers gepubliceerd. Miljoenen documenten van een Panamees advocatenkantoor dat een prominente rol speelde in het faciliteren van belastingontduiking. Sindsdien probeert president Juan Carlos Varela er alles aan te doen om de reputatie van Panama als fiscaal roversnest teniet te doen.

Wat is er concreet veranderd?

Het land besloot zich in juni aan te sluiten bij de gouden standaard in belastingsamenwerking. Vanaf 2018 gaat Panama automatisch informatie uitwisselen met buitenlandse belastingdiensten. Lange tijd had het zich daartegen verzet.

Die automatische informatie uitwisseling werkt echter alleen als er ook informatie beschikbaar is. Voorheen stond Panama bekend om zijn aandelen aan toonder: papiertjes die eigendom vertegenwoordigen van een bepaald bedrijf. Je kon een Panamese advocaat bellen die een bedrijf voor je opende met aandelen aan toonder en vervolgens die aandelen aan jou overdroeg. De enige mensen die dan wisten dat jij de werkelijke eigenaar was van dat bedrijf waren jijzelf en jouw advocaat (die beschermd is door strikt beroepsgeheim). Zulke anonieme bedrijven zijn ideaal voor belastingontduiking.

Het goede nieuws is dat al voor de publicatie van de Panama Papers de overheid onder zware internationale druk had besloten aandelen aan toonder af te schaffen. Eigenaars van anonieme bedrijven moesten voor het einde van 2015 hun aandelen aangeven bij de beheerders van die bedrijven (meestal advocatenkantoren). Inmiddels zouden de werkelijke eigenaren dus bekend moeten zijn.

Het is echter de vraag of die nieuwe wet ook wordt nageleefd. Zoals de Panama Papers al lieten zien, hebben Panamese advocatenkantoren de kwalijke neiging een figuurlijke drol te draaien op het wetboek.

Panama had in april ook beloofd een commissie op te zetten die aanbevelingen zou doen voor grotere transparantie in de financiële sector. Twee prominente leden van die commissie, de Nobelprijswinnende econoom Joseph Stiglitz en de Zwitserse corruptiebestrijdingsexpert Mark Pieth, stapten begin deze maand op. De overheid wilde niet toezeggen het transparantierapport openbaar te maken. In een column voor Time Magazine suggereert het opgestapte duo dat er in Panama mogelijk een ‘groot gat gaapt tussen woord en daad, tussen wet en naleving.’

De Panama Papers lieten zien dat Mossack Fonseca zich inliet met grootschalige criminele activiteiten. In veel landen, van de Verenigde Staten tot Venezuela, vindt strafrechtelijk onderzoek plaats naar het Panamese advocatenkantoor. Behalve in Panama. In april was er nog een inval op de burelen van Mossack Fonseca, maar daarna zei de Panamese procureur-generaal dat er onvoldoende bewijs was tegen het advocatenkantoor om vervolging in te stellen.

Op papier is er belangrijke progressie geboekt. Maar gaat wat op papier staat ook nageleefd worden?

Lees hier mijn eerdere artikel over het grootste misverstand omtrent de Panama Papers Beluister hier de podcast van Rutger Bregman en mijzelf over belastingontwijking en -ontduiking Hier kan je de column van Joseph Stiglitz lezen over waarom hij opstapte uit de Panama-commissie
Correspondent Economie