Ook een gladde betonnen muur van vier meter houdt de migranten niet tegen in Calais
Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk willen grensmuren bouwen bij Calais om migranten bij passerende vrachtwagens weg te houden. Terwijl grensbarrières geen bescherming bieden. En reële dreigingen niet wegnemen.
Grensbarrières rukken ook dit jaar verder op.
Kenia begon vorige maand met de bouw van een muur langs de 700 kilometer lange grens met Somalië. Doel is om infiltranten van de Somalische terreurbeweging Al-Shabaab de toegang te beletten. Gemeenschappen aan weerszijden van die grens is vriendelijk verzocht om plaats te maken voor de muur.
Tunesië voltooide onlangs een 200 kilometer lange barrière langs de grens met Libië. Om strijders van terreurbeweging Islamitische Staat te weren (IS). De Verenigde Staten betalen de elektronische beveiliging langs de aarden wal met daarachter een diepe greppel.
En nu hebben het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk plannen om bij de havenstad Calais een muur te bouwen. Samen willen de landen de toegangsweg tot Kanaaltunnel met glad beton van vier meter hoog ommuren, zodat migranten die naar het Verenigd Koninkrijk willen reizen de passerende vrachtwagens niet meer kunnen benaderen.
Maar het zal niet meevallen om het record van 2015 te overtreffen. Zestien landen bouwden of planden vorig jaar een grenshek of een grensmuur. In alfabetische volgorde: Algerije, Estland, Hongarije, India en Iran. Letland, Litouwen, Macedonië, Maleisië, Mexico en Namibië. Oekraïne, Oostenrijk, Oman, Slovenië en Turkije (langs de grens met Syrië).
Een lange lijst van landen die zich verschansten. 2015 was ‘het jaar van de grensbarrières.’ Gouden tijden voor prikkeldraadfabrieken. Een mijlpaal in een tijdperk van groeiende onzekerheid.
Hoe de grenzen er nu voor staan
In een geglobaliseerde wereld bloeien grensbarrières als nooit tevoren. Van Oezbekistan tot Botswana, van Thailand tot Brazilië, op alle continenten bouwen naties muren of hekken, voorzien van de meest geavanceerde detectiesystemen, om de buren buiten te houden.
Ik schreef daarover alweer bijna drie jaar geleden in mijn allereerste verhaal voor De Correspondent. Alle landen die zich bedreigd voelen of een vijand zoeken om zich tegen af te zetten, bouwen een grensmuur of een hek. Saoedi-Arabië sluit zich hermetisch af. Israël doet hetzelfde, en heeft ook nog eens een binnenlands hek: om Israëliërs en Palestijnen te scheiden. Bangladesh, met een grens van 4.288 kilometer, is al volledig met prikkeldraad omheind.
De Europese Unie werd vorig jaar in één klap Fort Europa. In het oosten verrezen grenshekken om de Russen te keren. In het zuiden ontstonden grensbarrières om vluchtelingen te weren. Europa heeft alweer bijna net zoveel kilometers zwaarbewaakte grensversperring als in het tijdperk van het IJzeren Gordijn.
Samen zijn die vijfenzestig grensbarrières zo’n 40.000 kilometer lang, dat is de omtrek van de aarde
De grenzen van de Verenigde Staten zijn nog relatief open. Muren en hekken barricaderen pas één derde van de lange grens met Mexico. Als het aan Donald Trump ligt, gaat daar snel verandering in komen. ‘Ik zou een grote muur bouwen,’ kondigde hij aan, ‘niemand bouwt betere muren dan ik. [...] Ik bouw een grote, grote muur aan onze zuidgrens. En ik laat Mexico voor die muur betalen.’
Elisabeth Vallet, onderzoeker aan de Universiteit van Quebec in Canada, telt anno 2016 vijfenzestig grensbarrières, verspreid over de hele wereld. Het Britse hek bij de Franse ingang van de Kanaaltunnel rekent ze mee. Maar zwaarbewaakte zeestraten, zoals de Golf van Mexico, de Timorzee en de Middellandse Zee, laat ze buiten beschouwing. Al vergen die barrières de meeste doden. Sinds 1993 zeker 23.000 in de Middellandse Zee alleen.
Samen zijn die vijfenzestig grensbarrières zo’n 40.000 kilometer lang, dat is de omtrek van de aarde. De kosten van aanleg en onderhoud lopen in de honderden miljarden euro’s. Zeker 80 procent is pas deze eeuw gebouwd. Dat geldt ook voor de bekendste grensmuren: van de Verenigde Staten, India en Israël. Stuk voor stuk het werk van naties die zich graag etaleren als toonbeeld van vrijheid en democratie.
Een korte geschiedenis van de grens
Een kwart eeuw geleden droomden veel westerlingen nog van een wereld zonder grenzen. De val van de Berlijnse Muur in 1989 leek het einde van de grensmuur te markeren. De laatste barrières, zoals tussen Noord- en Zuid-Korea en tussen Noord- en Zuid-Cyprus, golden als restanten van een voorbije tijd.
De Europese Unie opende in 1993 de grenzen tussen lidstaten voor personen. Burgers konden zich binnen het grondgebied van de Unie voortaan vrij bewegen, zonder gecontroleerd te worden. Mexico, Canada en de Verenigde Staten versimpelden het onderlinge verkeer van goederen en personen. In 1994 werd de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA) van kracht.
In de jaren negentig tekende zich ook het eerste begin van een tegenbeweging af. Was het wel verstandig die grenzen zo wagenwijd open te zetten? Globalisering leidde tot onzekerheid bij grote groepen mensen die anderen zagen profiteren maar zelf achterbleven. In de Verenigde Staten verrees in 1993 een eerste grenshek bij San Diego van 23 kilometer lang. Met het doel drugs en illegale migranten uit Mexico tegen te houden. Maar initiatieven om de hele grens te vergrendelen, strandden op gebrek aan geld en politieke wil.
De terreuracties van 11 september 2001 maakten aan alle twijfel in één klap een einde. Met deze aanval begon de comeback van de grensmuur
De terreuracties van 11 september 2001 maakten aan alle twijfel in één klap een einde. Met deze aanval op het financiële hart van de Verenigde Staten begon de comeback van de grensmuur. Van Brunei tot Koeweit. Van Jemen tot Botswana. Van China tot Turkmenistan.
De oorlog tegen het terrorisme maakte opeens onmisbaar wat daarvoor steeds als onnodig, onwerkbaar en onbetaalbaar werd beschouwd. Smokkel en illegale migratie werden op één hoop gegooid met de dreiging van terreur. In 2006 viel het besluit om een 1.125 kilometer lange grensbarrière te bouwen tussen Mexico en de VS. Gesteund door de Democratische senatoren Barack Obama en Hillary Clinton.
Andere landen die grensbarrières bouwden, volgden het Amerikaanse voorbeeld. Zoals India en Israël. Ze gebruikten vergelijkbare argumenten. Ze verruimden bevoegdheden van grenswachten en veiligheidsdiensten. Ze beknotten bescherming van burgers in grensgebieden. In naam van de nationale veiligheid.
De Europese Unie onttrok zich aanvankelijk aan die internationale trend. Ze beperkte zich tot grensmuren rond de Spaanse enclaves Melilla en Ceuta. Later kwamen daar grenshekken bij in Griekenland (2012) en Bulgarije (2014). Maar vorig jaar was het hek opeens van de dam. Geconfronteerd met de massale toevloed van voornamelijk Syrische vluchtelingen en met een groeiende Russische dreiging, vervielen landen in het oosten en op de Balkan massaal tot de pavlovreactie van het hekken en muren bouwen.
Waarom meer barrières een slecht idee zijn
Terwijl de feiten toch overal ter wereld overtuigend laten zien: muren houden vluchtelingen en gelukzoekers niet tegen. Zoals Henk van Houtum, hoofd van het Centre for Border Research in Nijmegen, onvermoeibaar blijft betogen. Ze remmen de stroom van nieuwkomers, maar keren de aanvoer niet.
Muren maken ook aan mensensmokkel geen einde. Ze dwingen alleen maar om andere routes te kiezen. Routes die altijd gevaarlijker zijn en duurder. Mensensmokkel groeit en gedijt bij de gratie van barrières.
Muren houden ook terrorisme niet tegen. ‘Er is geen enkel bewijs,’ zegt de Amerikaanse geograaf Reece Jones, ‘dat grensmuren een meer dan marginaal effect hebben op het terrorisme.’ Binnenkort verschijnt zijn boek The Violence of Borders. Over wat grensbarrières wel doen: ze doden. Voor de kust van Australië verdronken de afgelopen tien jaar zeker tweeduizend bootvluchtelingen. De Indiase grensmacht doodde sinds 2006 meer dan duizend arme boeren langs de grens met Bangladesh. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) verloren tussen 2005 en 2014 zo’n 40.000 mensen het leven bij de poging om een grens over te steken.
De Canadese hoogleraar Elisabeth Vallet kwalificeert de bouw van grensbarrières als ‘pr-actie’ van een regering die de bevolking een schijn van daadkracht en veiligheid wil geven. Onvrede, sociale problemen, conflicten worden erop geprojecteerd. Ze hebben een symboolfunctie, maar ze nemen reële dreigingen niet weg. Ze lossen niks op.
Grote groepen mensen hebben alle reden om zich bedreigd en ontevreden te voelen. Zij vormen de restpost van wat econoom Ewald Engelen eerder in De Groene Amsterdammer ‘ontwijkingsglobalisering’ noemt. ‘Ontwijken van belasting, ontwijken van toezicht, ontwijken van milieueisen, ontwijken van arbeidskosten, ontwijken van dierenwelzijn.’ Met groeiende inkomens- en vermogensongelijkheden als gevolg.
De bouw van grensmuren en het zaaien van angst voor de islam zijn afleidingsmanoeuvres. Engelen omschrijft ze als ‘politiek placebo’ voor globaliseringsverliezers. ‘De factor arbeid opsluiten zonder de factor kapitaal een strobreed in de weg te leggen’ is volgens Engelen ‘een vrijbrief voor verdere uitbuiting.’ Terwijl de exploitatiegraad de afgelopen 35 jaar toch al fors steeg.
Herinvoering van controles aan de Europese binnengrenzen kost de Europese Unie in tien jaar tijd zeker 470 miljard euro, becijferde de Duitse Bertelsmann Stichting. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) waarschuwde recent bij de presentatie van de World Economic Outlook voor protectionisme en nationalisme. ‘Landen raken steeds meer naar binnen gekeerd als gevolg van toenemende inkomensongelijkheid en de dreiging van terrorisme,’ zei Maurice Obstfeld, hoofdeconoom van het IMF.
Grensbarrières bieden geen bescherming. Dat maakt ze voorlopig niet minder populair. Kijk maar naar Calais.