Het desastreuze gedoogbeleid in de Afghaanse opiumstaat
90 procent van de wereldwijde opiumproductie komt inmiddels uit Afghanistan, blijkt uit een onlangs verschenen onderzoek van de VN. Een record dat bereikt werd onder toeziend oog van de NAVO. De ‘war on terror’ bleek de perfecte voedingsbodem voor een bloeiende papaverteelt.
Juli 2007, een Nederlandse soldaat heeft fruit meegenomen tijdens een missie in Uruzgan. Tussen Shah Mansur en Surkh Murghab ontmoet hij een achtjarig jongetje. De militair geeft hem sinaasappels voor zijn familie. Het jongetje reageert dankbaar, rent naar huis en gebaart naar de soldaat dat hij even moet wachten. Al snel staat het mannetje weer voor zijn neus. Hij heeft een geprepareerde spuit bij zich die hij aan de soldaat overhandigt. Als deze vraagt wat hij daarmee moet, antwoordt het jochie lachend: ‘Nou gewoon, in je aderen zetten.’
90 procent van de totale wereldwijde opiumproductie komt uit Afghanistan. Een record, zo valt te lezen in een onlangs verschenen VN-rapport.
Deze recordproductie werd bereikt terwijl er tienduizenden NAVO-soldaten rondliepen in het land. Onbedoeld heeft de NAVO, door de bezetting van Afghanistan, ideale omstandigheden gecreëerd voor de Afghaanse narco-industrie. En het probleem is: deze lucratieve drugshandel zorgt ervoor dat het hoofddoel van de ISAF-missie, vrede en ontwikkeling in Afghanistan, onbereikbaar blijft. In Afghanistan bleek het een misvatting de ‘war on terror’ los te zien van de ‘war on drugs.’
90 procent van alle opium wordt momenteel geproduceerd in Afghanistan. Een record, zo schrijft de VN
Sinds 1992 is Afhanistan de grootste opiumproducent van de wereld. Het land vormt samen met Pakistan en Iran ‘de gouden sikkel’, het belangrijkste opiumproducerende gebied van de wereld.
Voor het derde opeenvolgende jaar is de opiumteelt in Afghanistan toegenomen. Op meer dan tweehonderdduizend hectare wordt papaver verbouwd, een lap grond ter grootte van de provincie Flevoland. Dat is meer dan ooit en bijna voldoende om te voorzien in de wereldwijde vraag. De totale opiumproductie dit jaar is bijna vijf miljoen kilo - een toename van maar liefst 49 procent ten opzichte van 2012. De oogst in kilo’s is weleens meer geweest, maar het aantal hectare waarop de Afghanen verbouwen, geldt als de beste graadmeter voor het enthousiasme van de boeren.
Een aanlokkelijke keuze
En de verleiding voor boeren om papaverzaad over hun land te strooien is groot. Voor 72 procent van de Afghaanse boeren is de hoge prijs van opium de belangrijkste reden om papaver te verbouwen. Per kilo gedroogde opium, ontvangen boeren gemiddeld 130 euro. Het verschil met producten zoals graan (32 cent per kilo) en rijst (90 cent per kilo) is astronomisch. In enkele weken kunnen papaverboeren een jaarinkomen verdienen.
De opiumteelt is extra aanlokkelijk voor families die vrezen te moeten vluchten - de prijs per kilo is hoog en daarom ideaal om mee te nemen. Een ander voordeel van rauwe opium is de lange houdbaarheid. Het middel kan jaren bewaard worden, wat de opslag ervan aantrekkelijk maakt voor boeren die het risico lopen hun oogst te verliezen.
Een ongelukkig bijeffect van de NAVO-inval
Toen de eerste NAVO-militairen eind 2001 Afghanistan binnen werden gevlogen, was de Afghaanse opiumproductie vrijwel tot stilstand gekomen. De Taliban had in dat jaar een verbod afgekondigd op de papaverteelt, omdat opium haram zou zijn, tegen de islam. Boeren die zich niet aan dit decreet hielden, konden op de doodstraf rekenen. Maar de opiumproductie zou niet lang op een laag pitje branden. De komst van de internationale troepen bleek een ongewenst effect te hebben: de Taliban verloor aan invloed en kon daardoor het verbod op papaverteelt niet meer efficiënt handhaven. Boeren zagen hun kans schoon en begonnen weer papaverzaad te zaaien.
De komst van deNAVO bleek een ongewenst effect te hebben: de Taliban verloor aan invloed en kon het verbod op papaverteelt niet meer handhaven
De NAVO-leiding had dit scenario in de geschiedenisboeken kunnen lezen. De verschuiving van Pakistan naar Afghanistan als grootste opiumproducent vond plaats tijdens de bezetting van Afghanistan door de toenmalige Sovjet-Unie. Afghaanse krijgsheren begonnen de opiumeconomie te gebruiken om de strijd tegen de Russen te bekostigen. Ook nu blijkt dat onveiligheid en politieke instabiliteit bij uitstek vruchtbare grond vormen voor de Afghaanse papaverteelt. In 2013 werd 89 procent van de opium geproduceerd in West en Zuid-Afghanistan, waar de onveiligheid het hoogst is.
Toekijken op de oogst
Heeft de NAVO dan niets gedaan om de papaverteelt tegen te gaan? Jawel, maar ‘the war on drugs’ is op zijn best van secundair belang geweest. Zo behoorde de aanpak van de opiumteelt niet tot het takenpakket van de Nederlandse soldaten in Uruzgan. Sinds 2001 gaven de Amerikanen meer dan 4,3 miljard euro uit aan ‘the war on drugs’ in Afghanistan. Dit lijkt veel, maar in vergelijking met de kosten voor ‘the war on terror’ is het een schijntje; die bedragen nu al meer dan het honderdvoudige.
In de strijd om ‘the hearts and minds’ wilde de NAVO de arme boeren niet tegen zich in het harnas jagen door ze hun belangrijkste inkomstenbron te ontzeggen
Vanaf 2002 kregen de Britten de leiding in het ondersteunen van het Afghaanse anti-drugsbeleid. De Afghaanse overheid werd zowel militair als financieel gesteund in het bestrijden van de papaverteelt. Militairen hebben weliswaar op kleine schaal oogsten vernietigd en inlichtingen en informatie verschaft aan de Afghaanse autoriteiten - er zijn nooit grootschalige acties ondernomen.
De bestrijding van opiumteelt is geen moment prioriteit geweest van de NAVO. In de strijd om ‘the hearts and minds’ wilde de NAVO de arme boeren niet tegen zich in het harnas jagen door ze hun belangrijkste inkomstenbron te ontzeggen. Dit heeft geleid tot de absurde situatie dat er in de zuidelijke provincie Helmand, waar bijna de helft van de Afghaanse opium wordt geproduceerd, recordoogsten werden gevestigd, terwijl er tegelijkertijd zo’n 30.000 soldaten rondliepen.
De NAVO heeft letterlijk toe staan kijken hoe de opiumproductie door het plafond ging. De NAVO is gevraagd om toelichting, maar daar is geen reactie op gekomen.
Opium en de Taliban
Tijdens de oorlog bleek opium toch niet zo haram als de Taliban eerder zei. Door de drugsbestrijding geen prioriteit te geven, bestreed de NAVO wel de Taliban, maar niet een van hun belangrijkste inkomstenbronnen.
Dat de papaverteelt na de NAVO-inval opbloeide, ontging de Taliban niet. Vanaf eind 2001 zag de groepering in dat opium een waardevolle inkomstenbron was voor hun strijd tegen de bezetter. Lokale leiders begonnen belastingen van 10 procent te heffen op de oogst van boeren in gebieden die ze domineerden. Tot 2009 leverden deze heffingen per jaar tussen de 16 miljoen en 32 miljoen euro op. Daarnaast verdiende de groepering zo’n 51 miljoen euro per jaar door bescherming te bieden aan drugshandelaren die hun vracht door Talibangebieden transporteerden.
Sinds 2009 neemt de Taliban een prominentere rol in binnen de Afghaanse opiumhandel. De Taliban biedt boeren voorschotten, koopt oogsten op, wint eigenhandig morfine en heroïne uit rauwe opium en smokkelt de drugs naar Pakistan en Iran. Volgens de Verenigde Naties verdient de groepering jaarlijks nu ongeveer 146 miljoen euro aan de papaveroogst.
Een anonieme Talibanleider zei tegen Newsweek: ‘We zijn zwakker zonder het drugsgeld. De leiders realiseerden zich dat ze lokale commandanten niet konden weerhouden van het opleggen van heffingen. Daarom hebben we besloten om de handel systematisch te reguleren.’
Waarom er niks verandert
De Taliban is niet de enige partij die baat heeft bij de bloeiende opiumeconomie. De Afghaanse drugshandel leverde in 2013 wereldwijd ongeveer 50 miljard euro op. Drugshandelaren en criminele organisaties profiteren hier het meest van. Zij stippelen wereldwijde smokkelroutes uit door landen waar de prijzen hoger liggen dan in Afghanistan.
Volgens Jean-Luc Lemahieu, hoofd van het UNODC, blijft 10 procent van het drugsgeld in Afghanistan hangen. Uiteraard is de drugshandel niet alleen een Afghaans probleem. Europa en Rusland zijn de grootste afnemers van Afghaanse opiaten. Europa telt meer dan 1,5 miljoen verslaafden. Meer dan 2,5 miljoen Russen zijn verslaafd.
De keuze van de NAVO om geen prioriteit te maken van de papaverbestrijding, is een schot in eigen voet geweest. Het drugsgeld uit de opiumeconomie maakt het bijna onmogelijk vrede en ontwikkeling te brengen in Afghanistan. Partijen die onmisbaar zijn in dit proces zoals politici, gouverneurs, districtshoofden, sleutelfiguren binnen de douane of de politie, zullen erop achteruitgaan als zij hun door corrupte omgeven positie opgeven. Zolang boeren papaver blijven telen, blijft het smeergeld in de roulatie en zal de status quo moeilijk te doorbreken zijn.
Het drugsgeld uit de opiumeconomie maakt het bijna onmogelijk vrede en ontwikkeling te brengen in Afghanistan
De NGO Transparency International stelde een ranglijst op van de meest corrupte landen ter wereld. Afghanistan deelt de eerste plek met Somalië en Noord-Korea. De Afghaanse corruptie is erger geworden sinds 2009. Volgens het UNODC kost corruptie de staat jaarlijks 2,8 miljard euro, een toename van 40 procent. De helft van de Afghanen betaalde in 2012 smeergeld aan corrupte overheidsdienaren als ze een dienst of vergunning nodig hadden.
Mirwais Yasini, hoofd van de Afghaanse drugsbestrijding, vertelde The New York Times dat ‘pogingen om de papaverteelt tegen te gaan, stuklopen vanwege corruptie op alle niveau’s en slecht toezicht.’
Dat de corruptie is doorgedrongen tot in de hoogste bestuurlijke kringen werd onmiskenbaar duidelijk in 2009. Toen president Karzai werd herkozen, werd er een busje aangehouden aan de rand van hoofdstad Kabul. In de kofferbak lag vijfhonderd kilo heroïne - vijf mannen werden gearresteerd. Het bleken prominente drugshandelaren te zijn. Voor het eerst werden belangrijke figuren achter slot en grendel gezet. Een dag later stonden ze alweer op vrije voeten.
De gevolgen van verslaving
De Afghaanse verslavingsepidemie is een ander blok aan het been van de NAVO-missie. Het land telt inmiddels meer dan een miljoen opium- en heroïneverslaafden. Meer dan 5 procent van de bevolking. Ter vergelijking: in Nederland is dat ongeveer 0,002 procent. Het aantal Afghaanse verslaafden verdubbelde tussen 2005 en 2009 en bleef daarna toenemen.
Vrede en ontwikkeling brengen in een land dat letterlijk en figuurlijk verslaafd is aan opium, is problematisch. Opiatenverslaving gaat meestal gepaard met armoede en criminaliteit. Vervuilde naalden verhogen het risico op hiv. Wereldwijd overlijden jaarlijks ongeveer 200.000 mensen aan hun verslaving. Verslaving heeft vaak ook onderontwikkeling of sociale uitstoting tot gevolg.
Slechts één op de tien Afghaanse verslaafden krijgt hulp
Voor Afghaanse kinderen die opgroeien in gezinnen waar de ouders opiaten gebruiken, bestaat een sterk verhoogd risico om zelf verslaafd te worden. Het is moeilijk om betrouwbare cijfers te krijgen over het aantal verslaafde kinderen. Maar de toenemende stroom kinderen die in verslavingcentra wordt opgenomen in Afghanistan - maar ook in de aangrenzende landen Pakistan en Iran - spreekt boekdelen.
In veel delen van Afghanistan zijn de gezondheidsvoorzieningen beroerd of afwezig. Slechts één op de tien Afghaanse verslaafden krijgt hulp. Daarnaast is er minimale kennis over de gevolgen van opiumgebruik. Sommige moeders smeren opium op hun tepel tijdens de borstvoeding. Anderen geven hun kinderen thee waarin opium vermengd is. Het maakt de baby’s rustig, ze huilen minder.
Nog niet uitgebloeid
President Karzai overweegt om het besluit over de verlenging van het NAVO-veiligheidspact met de VS aan zijn opvolger over te laten. Hoe dan ook zal de transitiefase (2015 tot 2024), waarin de verantwoordelijkheid voor de veiligheid geleidelijk wordt overgedragen aan de Afghaanse overheid, leiden tot minder invloed op het Afghaanse opiumprobleem.
Jorrit Kamminga, opium-expert aan Instituut Clingendael, sluit niet uit dat de situatie na 2014 kan leiden tot een ‘free-for-all opiumoorlog’. ‘Na de veiligheidsoverdracht zullen er ongetwijfeld veranderingen optreden in de lokale machtsverhoudingen. De opiumproductiecijfers zullen waarschijnlijk niet veel hoger worden. Er wordt nu al veel meer geproduceerd dan er nodig is op de illegale opium- en heroïnemarkt. Momenteel zie je geen gewelddadige kartels zoals in Mexico en Colombia - er is genoeg voor iedereen. Maar ik sluit niet uit dat dit na 2014 zal veranderen.’
Dat de opiumproductie op korte termijn weer haram zal worden lijkt, zelfs met terugtrekking van de ISAF-militairen, onwaarschijnlijk
Eind 2014 zullen de meeste internationale troepen zich terugtrekken uit Afghanistan. In de zuidelijke provincie Helmand, waar boeren bijna de helft van de Afghaanse opium produceren, is niemand van de internationale gemeenschap meer verantwoordelijk voor de lokale drugsbestrijding.
Een onzekere toekomst ontvouwt zich voor Afghanistan. Dat de opiumproductie op korte termijn weer haram zal worden, lijkt - zelfs met terugtrekking van de ISAF-militairen - onwaarschijnlijk: te veel partijen pikken een graantje mee uit de lucratieve drugshandel. Als er niet rigoureus wordt ingegrepen zullen de drugsbazen alleen maar meer vrijheid krijgen om hun stempel te drukken op dit kwetsbare land.
De papaver lijkt nog lang niet te zijn uitgebloeid in Afghanistan.
Speciale dank gaat uit naar Jorrit Kamminga, deskundige op het gebied van drugshandel, werkzaam bij Clingendael - Instituut voor Internationale Betrekkingen.