We hebben geen goed beeld van Noord-Korea. Dit moet er veranderen
Iran financierde Noord-Korea’s kernwapens, Kim Jong-un ontvoerde meisjes voor zijn harem en zijn ex speelde in een pornofilm. Het wemelt van de bizarre verhalen over Noord-Korea, die meer schade aanrichten dan je misschien denkt.
- ‘Ah, Noord-Korea. Daar zijn ze zo gek dat de inwoners in eenhoorns geloven.’
- ‘Ik heb gelezen dat alle mannen daar verplicht hetzelfde gekke paddenstoelenkapsel moeten dragen als die leider Kim Jong nogwat.’
- ‘Ja, die vent liet zijn ex-vriendin executeren omdat ze in een pornofilm had gespeeld.’
Het is slechts een greep uit een omvangrijke (en immer groeiende) verzameling onzinverhalen die circuleren over Noord-Korea, waar ik als deskundige op dat gebied vaak mee word geconfronteerd. Vaak hebben vertellers het ‘ergens gelezen’ dan wel ‘gehoord’.
Als ik vervolgens zeg dat de sappige verhalen niet waar zijn, wordt dit vaak met teleurstelling ontvangen. Een enkeling houdt vol: ‘Het kan nog steeds waar zijn, je weet het gewoon niet zeker.’
Het probleem is dat ook veel nieuwsmedia en (ervaren) journalisten dit soort kletspraat als zoete koek slikken. Sterker: het zijn zowel de gerespecteerde als de meer op sensatie beluste media die zulke verhalen de wereld in slingeren.
Veel van de smeuïge roddels over de Noord-Koreaanse elite vinden hun oorsprong in de Chojoongdong, een verzamelnaam voor de drie grootste kranten van Zuid-Korea, die allen een conservatieve inslag hebben. Ook slingeren sommige activistengroepen gruwelijke verhalen de wereld in om hun zaak kracht bij te zetten.
Ergens is dat ook niet zo gek. Noord-Korea is een gesloten land, waar relatief weinig betrouwbare informatie uit komt. Verhalen en feiten zijn vaak moeilijk te controleren, zeker omdat zeer weinig westerse journalisten het Koreaans machtig zijn.
‘Het ironische is dat zo sterk de nadruk wordt gelegd op dat feiten lastig te checken zijn, dat niemand dat ook doet,’ verzucht Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies aan de Universiteit Leiden. ‘Zo’n verhaal over dat alle mannen hetzelfde kapsel zouden moeten dragen - je kunt toch gewoon op televisiebeelden zien dat dat niet klopt?’
Vaak wordt ook een loopje genomen met de logica: het is moeilijk om iets betrouwbaars te zeggen over Noord-Korea. Feiten zijn niet te controleren. Maar als een ‘anonieme bron’ iets beweert, zou wat hij of zij zegt ook waar kunnen zijn. Dus melden media het als mogelijk waar (tussen aanhalingstekens, die wanneer andere media het ‘nieuws’ vervolgens overnemen nog weleens willen verdwijnen).
Dergelijke journalistieke standaarden zouden voor ieder ander land volstrekt ondenkbaar zijn. Erger nog: er wordt geregeld ‘nieuws’ opgepikt dat afkomstig blijkt van satirische websites à la De Speld of van parodieaccounts op sociale media.
Dit alles leidt ertoe dat we een volstrekt verkeerd beeld hebben van een land waar miljoenen burgers wonen. In dit artikel dus: waarom dit een probleem is en hoe we tot een correcter beeld van het land komen.
Wat er misgaat in de beeldvorming
Maar eerst: hoe de beeldvorming werkt.
Dat weet Jang Jin-sung als geen ander. Hij werkte in Noord-Korea voor de propaganda-afdeling van de Koreaanse Arbeiderspartij en schopte het tot hofdichter van Kim Jong-il. In 2004 ontvluchtte hij het land, nu is hij actief als mensenrechtenactivist en Noord-Koreadeskundige aan de Universiteit Leiden.
Jang onderscheidt in de populaire beeldvorming drie Noord-Korea’s: ‘Ten eerste is er het beeld dat Pyongyang zelf schetst, waarin Kim Jong-un de Grote Leider is en waar het een paradijs op aarde is. Dan is er het op sensatie beluste beeld dat veel media schetsen, waarin Noord-Koreanen oorlogszuchtige robots zijn die in eenhoorns geloven en waarin de leider zijn ex laat executeren voor het maken van een pornofilm. De derde en minst bekende variant is het Noord-Korea waar 25 miljoen Noord-Koreanen wonen en zich proberen te redden.’
Dat eerste Noord-Korea kent Jang vanuit zijn werk maar al te goed. In het derde Noord-Korea moest hij zich staande zien te houden. Maar het door de media geschetste beeld van Noord-Korea waarmee Jang na zijn vlucht kennismaakte? Dat was hem vreemd.
In het Westen kennen we het wel. Een beeld dat is doortrokken van clichés:
- Noord-Korea is het ‘laatste stalinistische bolwerk op aarde’ en het ‘meest gesloten land ter wereld.’
- Kim Jong-un is, net als zijn twee voorgangers, de absolute alleenheerser van het land. Hij wordt door de met propaganda gehersenspoelde bevolking als een god vereerd. Zie het hysterische gehuil bij de dood van Kim Jong-il.
- Noord-Korea is het meest geïsoleerde land ter wereld. De bevolking weet niets van de buitenwereld en gelooft alles wat de staat er bij hen in dreunt.
- Het Noord-Koreaanse regime gedraagt zich agressief, onvoorspelbaar en irrationeel – met name richting het buitenland. Het leger heeft kernwapens en dreigt die geregeld in te zetten.
- De formeel nooit beëindigde oorlog tussen Noord- en Zuid-Korea kan ieder moment weer oplaaien.
- Het bewind staat op instorten. De dictatuur wordt niet eeuwig gepikt, het economische systeem is hopeloos gedateerd en de armoede is niet langer te doorstaan: een revolutie is ophanden.
Niet alles is volledig uit de lucht gegrepen. Noord-Korea is een dictatuur, is internationaal gezien relatief geïsoleerd en beschikt over kernwapens. De meeste punten zijn echter onwaar of te ongenuanceerd. Daarnaast mankeren drie zaken: de onderwerpen waarop gefocust wordt vertekenen het beeld van het land, er wordt vooral gekeken naar incidenten en het algemene beeld dat voortvloeit uit de opstapeling van bovenstaande losse elementen staat mijlenver af van de werkelijkheid.
Eerst de feiten: veel van bovenstaande typeringen zijn gebaseerd op historische vergelijkingen die sexy klinken, maar eigenlijk weinig zeggen. Neem Noord-Korea als ‘laatste stalinistische bolwerk,’ wat betekent dat? De staat is met hulp van Stalins Sovjet-Unie opgetuigd, maar dat is al zeventig jaar geleden. Ook in Noord-Korea staat de tijd niet stil en hebben politiek en maatschappij door de jaren heen meerdere veranderingen ondergaan.
Er zijn meer redenen aan te voeren waarom Noord-Korea geen stalinistisch land is. Zo predikt het regime een etnisch nationalisme dat veel meer strookt met fascistische dictaturen dan met communistische staten, die meer internationaal en marxistisch georiënteerd waren. De persoonlijkheidscultus rondom de Kimdynastie komt bovendien meer voort uit een absolute monarchie dan uit een socialistische heilstaat.
Door te dreigen de VS aan te vallen, blijft de vijandschap met de Amerikanen levend
Ook is Noord-Korea veel meer een op winst jagend bedrijf dan een staat, betoogde Breuker eerder dit jaar in nrc.next. Terwijl journaaluitzendingen vooral berichten over kernproeven en raketlanceringen als provocaties richting het buitenland, weet het bewind in Pyongyang te overleven door een rücksichtslos economisch beleid te voeren, gespitst op winstmaximalisatie en bedrijfscontinuïteit.
Verder nemen veel media verrassend vaak zaken over van de Noord-Koreaanse staatspropaganda. De overtuiging dat Kim Jong-un de almachtige alleenheerser van het land is, is daar het belangrijkste voorbeeld van. Achter de schermen konkelen in werkelijkheid verschillende facties met elkaar om de macht over verschillende sectoren in het land en moet Kim Jong-un de macht delen met tal van machtige spelers.
Ook gaat achter de ogenschijnlijke irrationaliteit en onvoorspelbaarheid van Pyongyang een weldoordachte, machiavellistische strategie schuil. Meestal zijn die ‘gekke’ acties ingegeven door overlevingsdrang of machtsstrijd. Door bijvoorbeeld te dreigen de VS aan te vallen, blijft de vijandschap met de Amerikanen levend. Daardoor kunnen het dictatoriale systeem (‘De Leider beschermt jullie tegen de grote boze buitenwereld’) en de enorme defensie-uitgaven worden gelegitimeerd.
Nog wat kanttekeningen bij bovenstaand overzicht. Veel Noord-Koreanen zijn de afgelopen jaren door actieve smokkelnetwerken in aanraking gekomen met internationale films, nieuwsberichten en andere media – en zijn dus niet zo onwetend van de buitenwereld als vaak wordt gedacht. De nakende ondergang van het Noord-Koreaanse bewind wordt al sinds 1989 voorspeld. Ook dreigingen dat een oorlog op het Koreaanse schiereiland op uitbreken staat, laaien zo iedere een à twee jaar op.
Hoe dit kan gebeuren
Beter is het dus om te kijken naar wat Noord-Korea doet, dan te vervallen in kromme vergelijkingen of kritiekloos de bombastische staatspropaganda over te nemen. ‘Noord-Korea wordt totaal niet serieus genomen,’ zegt Breuker erover. ‘Daarom weet men er ook zo weinig van. Als ik hoor hoe mensen over Noord-Korea en Noord-Koreanen spreken, merk ik ontzettend veel oriëntalisme op – van een soort die voor andere Aziatische culturen al heel lang niet meer wordt getolereerd.’
Noord-Korea is een projectiescherm voor al onze rare gedachten
Er heerst dus een incorrect algemeen beeld van de politieke, economische en maatschappelijke situatie in Noord-Korea. Daarbovenop komen nog alle bizarre geruchten omtrent eenhoorns en gefusilleerde exen. Die roddels zijn niet alleen maar het gevolg van luie journalistiek. Er is ook vraag naar zulke verhalen. ‘Noord-Korea is een projectiescherm voor al onze rare gedachten,’ aldus Breuker.
Universitair docent Oost-Azië-studies John Delury van de Yonsei Universiteit zei hier eerder over: ‘Er is mondiaal vraag naar nieuwe verhalen over Noord-Korea. Hoe sappiger, hoe beter. Sommige zijn misschien waar, maar een groot deel waarschijnlijk niet. De normale journalistieke standaarden worden overboord gegooid met het idee: ‘Het is Noord-Korea – niemand weet wat daar gebeurt’.’
Wat hier problematisch aan is
Uiteraard is het kwalijk dat wij nog altijd geen betrouwbaar beeld van Noord-Korea hebben. Maar is dat echt een groot probleem?
Ja, vindt Breuker. ‘Er is geen kennis over Noord-Korea, men weet niet wat er speelt. Ik krijg dezelfde vragen als tien jaar geleden: de basisvragen. Is persoon X echt geëxecuteerd? Hoe kun je dat weten? Wat betekent dat?’
Weinig voortschrijdend inzicht dus. Hierdoor krijgen niet alleen burgers een vertekend beeld. Ook beleidsmakers worden door rare verhalen en gebrekkige kennis op het verkeerde been gezet. Daardoor wordt inefficiënt beleid gevormd en blijft de echte dreiging – tegen de buitenwereld, maar ook tegen de eigen bevolking – buiten beeld.
Het Kimregime draagt zelf gretig bij aan dit onbegrip. De Noord-Koreaanse staat stuurt geregeld onjuiste of verwarrende informatie de wereld in zodat het buitenland geen grip krijgt op wat het bewind doet of wil. ‘[Noord-]Korea moet gehuld zijn in een dichte mist,’ zei Kim Jong-il in de jaren negentig over deze strategie.
Nog een probleem: de verhalen over Noord-Korea zorgen ervoor dat de mensenrechtenschendingen in het land buiten beeld blijven – precies zoals Pyongyang dat graag ziet. Een verhaal over een crystal meth-epidemie in Noord-Korea is nu eenmaal sappiger dan beschrijvingen van ‘mensenrechtenschendingen die zo erg zijn dat ze een eigen categorie vormen,’ zoals Amnesty het kwalificeert.
Want dat is wat zich in Noord-Korea al decennia voltrekt. Honderdduizenden mensen zijn door de jaren heen naar strafkampen gestuurd, waar zij jarenlang zestien uur per dag dwangarbeid verrichten en nauwelijks eten krijgen. Verkrachtingen, foltering en publieke executies zijn eerder regel dan uitzondering. ‘Misdadigers’ worden veroordeeld voor het vouwen van een foto van een van de Kims of het vertellen van een grap over de leider. Ook worden vaak hele families collectief gestraft voor de ‘overtreding’ van slechts één persoon.
‘De verhalen over de Noord-Koreaanse concentratiekampen zijn er al zolang als ik leef,’ aldus Breuker. ‘Ik vrees dat toekomstige generaties tegen ons zullen zeggen: jullie hebben het geweten en jullie hebben niets gedaan.’
Hoewel de goelags qua gruwelijkheid hun weerga niet kennen, is ook het dagelijks leven in Noord-Korea doortrokken van repressie en mensenrechtenschendingen. Nergens ter wereld worden vrijheden zo erg beperkt als in Noord-Korea. Burgers worden aan de lopende band geïntimideerd en veel mensen kampen met armoede en honger. Hoewel bij de meesten bekend is dat het met de vrijheid en mensenrechten slecht gesteld is in Noord-Korea, is vaak onbekend wat de omvang hier van is en hoe de repressie in de praktijk precies werkt en vorm krijgt.
‘Wat dus nodig is, is een serieuze discussie over hoe we met Noord-Korea om moeten gaan,’ zegt Breuker. ‘Maar als ik dit bij Europese beleidsmakers aankaart, stuit ik op een muur.’ De EU doet alsof er met het huidige beleid progressie wordt geboekt, maar bewijzen hiervoor ontbreken vooralsnog. Sterker nog: uit onderzoek van een Leidse werkgroep bleek dat er de afgelopen jaren duizenden Noord-Koreaanse dwangarbeiders zonder betaling werken in EU-lidstaten Polen en Malta. ‘Toen ik dit bij Europese politici aankaartte, werd dit glashard ontkend, terwijl we nota bene de namen van de dwangarbeiders hadden,’ aldus Breuker.
Hoe kan het beter?
Dan de hamvraag: hoe moeten media dan wel omgaan met (informatie over) Noord-Korea om een gedegen beeld te geven van het land en wat zich daar afspeelt? En hoe weet je als lezer dat het klopt wat er verteld wordt?
Op enkele oplossingen is hierboven al gezinspeeld: minder focussen op incidenten en de korte termijn en in plaats daarvan langdurige ontwikkelingen en een bredere context in kaart brengen en analyseren. Dit zal een rijker en nauwkeuriger beeld van Noord-Korea opleveren. Belangrijk is hierbij dat Noord-Korea en Noord-Koreanen serieus genomen en professioneel onderzocht worden.
Wij moeten Noord-Koreaanse vluchtelingen op zijn minst de kans geven hun verhaal te doen
En hoe kan dat beter dan door te praten met Noord-Koreanen zelf? Dat moet vanwege de politieke situatie noodgedwongen met mensen die het land zijn ontvlucht. Tot voor kort mocht die groep vooral vertellen hoe vreselijk het regime waardoor zij onderdrukt waren was, maar werd hen nooit gevraagd naar serieuze politieke en sociale ontwikkelingen in het land. Dat werd aan ‘experts’ overgelaten die nog nooit voet in het land gezet hadden. Op conferenties over mensenrechten in Noord-Korea was het niet ongebruikelijk als er geen enkele Noord-Koreaanse vluchteling was uitgenodigd.
De afgelopen jaren is hier wel verandering in gekomen. Op een conferentie in Leiden in 2014 waren meerdere Noord-Koreaanse ballingen uitgenodigd om over de maatschappelijke structuur en werking van het bewind in Noord-Korea te spreken. In drie jaar tijd zijn bijna evenveel memoires van Noord-Koreaanse vluchtelingen verschenen in het Engels en Nederlands als in alle jaren ervoor. En websites als Rimjin-Gang, New Focus International en Daily NK werken zelfs met bronnen in Noord-Korea, om zo informatie het land uit te smokkelen.
Maar in de kranten wordt nog altijd weinig naar Noord-Koreanen zelf geluisterd, terwijl zij unieke en eerstehands informatie over het land kunnen bieden. De toegenomen aandacht voor hun verhalen heeft onder academici en experts de afgelopen jaren al nieuwe inzichten in het vakgebied opgeleverd.
‘Als je met een Noord-Koreaan zelf spreekt, zal je ook niet zo snel lacherig doen over het land,’ zegt Breuker. ‘En Noord-Koreanen krijgen veel meer een menselijk gezicht en worden minder snel als robots neergezet.’
Uiteraard is dit niet zonder problemen. Veel Noord-Koreanen zijn getraumatiseerd, komen uit een totaal andere culturele achtergrond en zijn opgevoed met een heel andere definitie van ‘waarheid.’ Toch zijn dit nagenoeg de enige mensen die iets over het echte Noord-Korea kunnen zeggen. ‘Een goede journalist werkt vaker met problematische bronnen en weet hoe hij hiermee om moet gaan,’ zegt Breuker. ‘Wij moeten Noord-Koreaanse vluchtelingen op zijn minst de kans geven hun verhaal te doen.’