Er zijn minstens vijf redenen om te luisteren naar Hesdy Lonwijk (Paramaribo, 1976).

1. De wordt zondag 25 september gehouden. Het is de bedoeling dat minimaal 20.000 mensen in Amsterdam van de Bijlmer naar het Museumplein lopen. De organisatoren, waaronder Hesdy Lonwijk, noemen het uitdrukkelijk geen protestmars. Het moet een parade zijn voor het ideaal van een inclusief Nederland. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn, dus óók zijn woede over onrecht en racisme kunnen tonen. Juist dat is in Nederland allesbehalve vanzelfsprekend, menen de organisatoren.

2. Hesdy Lonwijk kwam op zijn dertiende van Suriname naar Nederland en doet zijn voordeel met die gelaagde identiteit. In Suriname is hij een ‘tata,’ hier is hij zwart. Door zijn ervaringen met racisme, ontpopt hij zich nu noodgedwongen tot parttime activist. Nooit gedacht dat hij dat in zich had, zegt hij. ‘Ik ben zwart, maar ik voel me niet zwart.’ Het is de wereld die hem erop wijst. Zelf is hij trots op zijn geschiedenis, op wie hij is.

Iedereen moet zichzelf kunnen zijn, dus óók zijn woede over onrecht en racisme kunnen tonen

3. Daarnaast is Lonwijk filmmaker. Zijn eindexamenfilm, werd in 2007 bekroond tot de beste van zijn jaar. De film gaat over een thaibokser die worstelt met zijn homoseksuele geaardheid. Zo laat Lonwijk zich leiden door zijn nieuwgierigheid en zal hij als maker altijd proberen om taboes te doorbreken. De film van John Cassavetes heeft hem de ogen geopend. Hij gaat er op het Nederlands Filmfestival een lezing over houden.

4. Breekpunt in zijn carrière: hij was met een omroep en een producent bezig met een serie over armoede en overleven in de Afrikaanderwijk in Rotterdam. In de wijk leven talloze bevolkingsgroepen, dus werd er een zeer diverse cast voorgesteld. De plannen gingen niet door. Waarom niet? Volgens Lonwijk omdat de cast niet wit genoeg was.

5. Op zijn zestiende ging hij thaiboksen. Hij had talent. Het heeft hem zelfvertrouwen gegeven en geleerd wat beheersing is. Zelf zou hij, ook in de strijd tegen racisme, nooit geweld gebruiken. Toch kleeft er één voordeel aan het feit dat het racisme nu overal openlijk naar buiten komt. Dan wordt tenminste duidelijk dat racisme niet iets is wat tussen de oren zit, maar dat het een probleem is van iedereen.


Luister en lees verder:

Luisteren: Strijden tegen institutioneel racisme doe je door empowerment Mitchell Esajas (Amsterdam, 1988) is een van de aanjagers van het zwartepietendebat. Hij behoort tot een generatie die zich niet neer wil leggen bij het bestaan van institutioneel racisme in Nederland. In Amsterdam-Noord en de Bijlmer werkt hij aan de empowerment van jonge mensen die niet geloven dat ze ooit naar de universiteit zouden kunnen gaan. Beluister het interview hier Luisteren: Zihni Özdil over het racisme in het DNA van Nederland Zihni Özdil is een jonge historicus met een polemische geest. Hij kiest frontaal de aanval tegen het institutioneel racisme in Nederland. Het institutioneel racisme waar wij volgens Özdil de ogen voor sluiten. Een verdiepend gesprek over Geert Wilders, ‘allochtonen’ en een nieuw burgerschap. Beluister het interview hier terug Toen ik ophield mezelf te censureren over dagelijkse vooroordelen Waarom spreek ik me niet uit, als ik het gevoel heb met racisme en vooroordelen te maken te hebben? Op het vliegveld, in het hotel, op reis, steeds censureer ik mezelf. Tot ik het niet meer hou als ik in de bus zit. Lees de column hier terug