Tien visdrama’s om je bewust van te zijn (nu het toch Bewuste Visweek is)
Visslavernij, vissubsidies, plastic in je vis, wilde-vis-etende kweekvis, overgedimensioneerde vissersboten met oorlogstuig – het viswezen is geen pretje. Duizend problemen, één oorzaak: overbevissing. Eet je weer eens vis, weet dan dit.
De vis raakt op, want: overbevissing. Dus riepen het Wereld Natuur Fonds en twee viskeurmerken deze week uit tot ‘Bewuste Visweek.’ Opdat we voortaan louter nog keurmerkvis inslaan bij de supermarkt. Dat helpt.
Maar wil je ook iets begrijpen van wat er nu precies aan de hand is met de vispopulaties aller zeeën – los van de impact die het verdwijnen van vis heeft op ecosystemen, à la minder koraal, meer kwal – lees en bekijk dan de volgende verhalen.
1. Vissers vissen 50 procent meer vis dan gemeld
Wat is overbevissing? Hoeveel vis halen we uit zee? De Voedsel- en Landbouworganisatie (Food and Agriculture Organization, FAO) van de Verenigde Naties houdt de vangstgegevens van VN-lidstaten bij. Alleen lijkt de vissituatie hachelijker dan de FAO doet geloven.
Onlangs bleek uit onderzoek geleid door visserijwetenschappers Daniel Pauly en Dirk Zeller – waar meer dan tweehonderd wetenschappers bij betrokken waren – dat de daadwerkelijke visvangst anderhalf keer hoger ligt dan de FAO de afgelopen decennia meldde. Niemand die precies weet welke slachting zich afspeelt in de oceaan.
2. Mensen vergeten hoeveel vis er voorheen was
Hoeveel vissen zwemmen er nog in zee? En hoeveel zouden dat er moeten zijn? Het doel van duurzame visvangst is populatiebehoud. Maar ideeën omtrent de ideale omvang van zo’n populatie zijn nogal veranderlijk. Dit is wat Daniel Pauly in onderstaande TED Talk het Shifting Baselines Syndrome noemt.
Niemand herinnert zich wat al verloren ging, voordat men zelf begon met kijken. Elke vis die eens heel veel voorkwam, werd eerst zeldzaam voordat hij uitstierf. Pauly: ‘Je verliest geen overvloedige dieren. Je verliest zeldzame dieren. Daarom kijkt niemand ervan op. Maar ons geheugen is te kort om te weten wat er écht is verdwenen.’
3. Door visquota wordt veel goede vis dood geloosd
Hoewel we niet precies weten hoeveel vis er idealiter in zee zit, en hoewel we niet per se een heel goed beeld hebben van hoeveel vis we nu uit die zee scheppen, stellen landen – in het streven naar visbestandbehoud – toch quota in die aangeven hoeveel vis van welke soort vissers jaarlijks aan land mogen brengen.
In een uitstekende documentaire van Zembla wordt duidelijk dat die quota vaak averechts werken. Visquota leiden tot een fenomeen genaamd high-grading, waarbij grote visbedrijven – zoals het Nederlandse Parlevliet & Van der Plas – alleen díe vis landen die het meest opbrengt op de markt, of die toevallig door andere partijen besteld is bij de verkoopafdeling. Grote vissersboten dumpen teleurstellende visvangsten simpelweg dood terug in zee.
Mag dat? Nee. Kan dat? Makkelijk.
4. Vis vang je met oorlogstuig, de bijvangst is bizar
De Tweede Wereldoorlog was een heerlijke periode voor het visbestand in de Noordzee, dat zo’n zes jaar gevrijwaard was van netten en rap herstelde van vroege vormen van overbevissing. Helaas bracht deze periode ook een hoop oorlogstechnologie voort – zoals zeer accurate sonar en grote, snelle schepen – waar de visserij van nu nog altijd dankbaar gebruik van maakt in de jacht op vis.
Het gevolg: visvangst op dusdanig grote, industriële schaal dat eenzelfde jachttechniek toegepast op land totaal ondenkbaar zou zijn. Zie onderstaand clipje uit de film Cowspiracy (2014), dat laat zien hoe de jacht op vis er boven water uit zou zien.
5. Idioot: we bevissen óók visorgies
Veel vis in de oceaan heeft maar één keer per jaar seks. Vissen komen daartoe in enorme scholen samen, en altijd weer op dezelfde tijd en plaats. Dit heet een spawning aggregation of paai-aggregatie.
Helaas weten ook vissers inmiddels waar en wanneer die visorgies zich voordoen. In korte tijd vissen vissers deze zeer geconcentreerde, lustige vispopulaties – die anders vele vierkante zeemijl bestrijken – eenvoudig op. De gevolgen voor het visvolk zijn desastreus. Niet alleen wordt het gedecimeerd, ook van de voortplanting komt niks meer terecht. Zie onderstaand filmpje.
6. Vissersvloten groeien gestaag door subsidies
Ondanks alle tekenen van overbevissing groeit de mondiale vissersvloot nog altijd. Dat komt doordat visserijen wereldwijd elk jaar kunnen rekenen op ruim 35 miljard dollar aan subsidies, bleek uit onderzoek van de Europese Unie.
Het gros van die subsidies is vissersvloot-capaciteitsverhogend en niet vissersvloot-afbouwend of ‘conserverend.’ Europa is verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van alle subsidies. Zo ontving alleen al Neerlands grootste vissersbedrijf Parlevliet & Van der Plas bijna veertig miljoen euro subsidie van de EU tussen 1994 en 2010, blijkt uit bovenstaande Zembla-aflevering.
7. Ook slavernij houdt de visindustrie drijvend
De zucht naar meer en meer vis maakt ook menselijke slachtoffers. Zo ontdekte The Guardian dat van de 300.000 werkzame mensen in de Thaise vissersindustrie de overgrote meerderheid bestaat uit migranten, van wie slechts een fractie geregistreerd staat. De rest zijn geesten – vaak slaven. Thaise slaafvissers vangen de garnalen en de troepvis die in onder andere Aldi-maaltijden zitten, of die gevoerd worden aan kweekvis.
8. Kweekvis eet nog veel wilde vis
Laten we dan alsjeblieft ophouden met wilde vis eten, denk je misschien. Toch is ook het alternatief – kweekvis – vooralsnog geen zaligmakende oplossing. Want veel goed verkopende kweekvissen zoals zalm zijn carnivoren: ze eten zelf ook vis. En deze kweekcarnivoren worden gevoerd met, jawel, vis uit het wild.
Viskwekers spreken wel van de zogenaamde fish-in-fish-out-ratio, die aangeeft hoeveel kilo wilde vis je nodig hebt voor één kilo kweekvis. Vroeger kostte één kilo kweekzalm bijvoorbeeld vier kilo vis uit het wild, blijkt uit onderstaande verhelderende aflevering van de Keuringsdienst van Waarde. Nu is dat minder, maar het alternatieve zalmvoer moet alsnog ergens vandaan komen.
9. Er zit steeds meer plastic in wilde vis
Een andere vraag is: hoe goed is het visproduct dat op je bord ligt nog? We dumpen tonnen troep en plastic in zee en vis zwemt daarin, letterlijk. Ook kweekvis. Daarbij absorberen microplastics veel dubieuze chemicaliën.
Plastic voor vissen is wat junkfood is voor tieners. Onderzoekers ontdekken dat steeds meer vissen het eten van schadelijke microplastics verkiezen boven het eten van plankton. Onderstaand filmpje legt uit hoe plastics van de prullenbak in de voedselketen belanden.
10. Conclusie: Aquacalypse Now is niet ondenkbaar
In 2006 waarschuwden twee viswetenschappers in het toonaangevende blad Science dat het einde der visch nabij is. Ze beschreven hoe steeds meer visserijen uitgeput raken. Mocht die trend doorzetten, dan was het tegen 2048 over en uit voor alle vis in zee.
Toegegeven, die analyse kent de nodige gebreken.
Toch is er alle reden tot zorg. ‘Of het nu in 2048 is, een decennium later, of decennia later, één ding staat vast: vissen verkeren in een lastig parket,’ stelt Daniel Pauly in het artikel ‘Aquacalypse Now’ voorThe New Republic. Pauly vergelijkt de industriële visserij met een piramidespel.
Want wanneer de ene vissoort overbevist is, stapt de visserij over op de overbevissing van weer een volgende vissoort, tot ook die populatie instort. Steeds weer verdwijnen die eerdere vispopulaties uit het geheugen.
Dit overstappen zal zich herhalen totdat er geen nieuwe vissoorten meer zijn om op over te stappen. Pauly: ‘Of tot de introductie van houtsnijdende maatregelen.’