Ode aan het risico. Want braafheid heerst

David Van Reybrouck
Correspondent Revolutie in Indonesië
Illustratie: Tzenko (voor De Correspondent)

Westerse samenlevingen zijn geobsedeerd door veiligheid. Voor onze staten, onze lichamen, onze kinderen. Maar we kunnen niet elk onheil beteugelen. Ode aan een neologisme: risicovreugde.

Frankrijks bekendste boeddhist, Matthieu Ricard, bracht in de zomer van 2015 onthutsende cijfers

  • Vandaag spelen kinderen tien keer minder buiten dan dertig jaar geleden.
  • Tussen 1997 en 2003 is het aantal kinderen tussen negen en twaalf jaar dat in de natuur speelt met de helft gedaald.

Ook in Vlaanderen zijn er steeds meer kinderen die nog nooit een schram, een wondje of een buil hebben Fijn? Nee. Ze worden een gevaar voor zichzelf en de samenleving: wie zijn hele kindertijd op rubbertegels en in het ballenbad doorbrengt, heeft een ‘risicocompetentie’ van twee keer niks. Juist die omgevingsanalfabeten begaan ongelukken.

De Katholieke Hogeschool in Leuven gaat onderzoek doen om te achterhalen hoe kinderen beter met gevaar kunnen leren omgaan. Laat ze ook eens met een scherpe schaar knutselen, was een van

Van schram naar scherm: zo zou je de evolutie kunnen voorstellen.

Die veiligheidsreflex beperkt zich lang niet tot de speelplaats, de tuimelaar en het kindvriendelijke restaurant. Heel onze samenleving lijkt zozeer in de ban van het veiligheidsdenken, dat risicovermijdend gedrag de norm is geworden.

Heel onze samenleving lijkt zozeer in de ban van het veiligheidsdenken, dat risicovermijdend gedrag de norm is geworden

Wie vandaag een risico overweegt, is niet langer moedig, maar roekeloos. Wie vandaag zo goed mogelijk de gevolgen van een besluit op voorhand probeert in te schatten, in de hoop op een goede afloop, maar met de aanvaarding van het eventuele tegendeel, is niet langer verantwoord bezig, maar onverantwoord.

Braafheid heerst. Net zoals in de jaren vijftig staat er een maatschappelijke bonus op. De goede burger is een brave burger. Bij voorkeur ook: een gedweeë consument. De ideale onderdaan van het laat-kapitalisme heeft geen blauwe plekken; hooguit interne kwetsuren die met wat gepaste gedragstherapie en nu en dan een shopping spree afgezwakt kunnen worden.

Wie drie weken na het overlijden van een dierbare nog verdriet heeft, lijdt aan pathologische rouw, aldus de DSM V. Maar er bestaat een pilletje

Omdat we niet meer overweg kunnen met het noodlot, proberen we het uit te bannen door middel van regelgeving. Kapers komen binnen in de cockpit van een vliegtuig? We zorgen dat die deur nooit meer van buiten open kan. De piloot is de ideale burger: man, wit, knap en slim - we kunnen niet bevroeden dat de wanhoop zich ook in zijn hoofd kan nestelen.

De tragiek van onze tijd: dat we het tragische menen te moeten bestrijden. En dat die bestrijding, die neurotische dwang tot beteugeling van het onbeteugelbare, veel gevaarlijker is dan het aanvankelijke risico.

Het is belangrijk om niet alles in regels te willen proppen. Het is belangrijk om te merken dat je niet alles kunt beheersen. Het is bevrijdend om enige mate van risico toe te laten.

Vorig jaar ging in het Vlaanderen-Nederlandcentrum deBuren directeur Dorian Van der Brempt met het pensioen. Hji bedacht ooit het woord ‘risicovreugde.’ Een heerlijk en broodnodig neologisme tegen het woord ‘risicoaversie’ dat in sneltreinvaart gemeengoed is geworden.

Welaan dan: risicovreugde! De vreugde van te wagen. Het plezier van het proberen. Risicovreugde is de hoogste vorm van generositeit en de mooiste vorm van vrijheid. Wie kersen wil eten, moet in de bomen klimmen.

Meer odes?