De Grote Leugen, herhaal hem vaak genoeg en het wordt vanzelf waarheid. De Grote Leugen van onze tijd is een subtiele leugen: het is de schijn van redelijkheid die er heerst rondom de economische crisis.

De Grote Leugen van onze tijd is de absurde kosten-batenanalyse die onze beleids­makers loslaten op deze crisis. De regering vindt, hoewel het nooit zo cru wordt gesteld, het terugbrengen van het begrotingstekort en de staatsschuld eigenlijk belangrijker dan het terugbrengen van de werkloosheid en de leegstand.

Dat werkloosheid kosten met zich meebrengt die bijna alle micro- en macro-economische kosten overtreffen, lijkt in alle gewichtige discussie vergeten. Als iemand die eerst zinvol werk deed werkloos op de bank zit, treedt er een economisch verlies op. Een berekening op de achterkant van een sigarendoos: sinds 2008 heeft Nederland grofweg vierhonderdduizend meer werklozen. Stel dat al deze werklozen weer werk zouden krijgen en evenveel toevoegen als de gemiddelde arbeidsproductiviteit, dan zou het bbp in één klap met 26,9 miljard euro toenemen. Een enorm bedrag.

Nobelprijswinnaar James Tobin schreef ooit dat het ‘een hoop Harberger driehoeken kost om Okun’s gat te vullen’. Harberger driehoeken zijn de – veronderstelde – economische verliezen die optreden door markt­verstoringen als belastingen, subsidies, loon- en prijsregulering en ga zo maar door. Okun’s gat is het verschil tussen het potentiële bbp (bij volledig gebruik van economische middelen) en het werkelijke bbp. Zijn boodschap aan collega-economen was: hou de ogen op de bal. Tegen de economische verliezen van werkloosheid is niet op te hervormen. En dat inzicht is volledig verloren gegaan.

Tegen de economische verliezen van werkloosheid is niet op te hervormen. Dat inzicht is volledig verloren gegaan

Er wordt verondersteld dat de kosten van werkloosheid tijdelijk zijn. Op de lange termijn keert de economie zich als vanzelf weer om en tegen die tijd geeft niemand meer om de tijdelijke kosten van werkloosheid. Op de lange termijn zijn we natuurlijk allemaal dood, maar inmiddels is ook duidelijk dat langdurige werkloosheid zelfs negatieve gevolgen heeft voor die ongrijpbare lange termijn.

Bijvoorbeeld door kennis die verloren gaat en door werklozen die ontmoedigd raken en helemaal stoppen met werken. Drie economen van de Amerikaanse Centrale Bank laten in zien hoe de crisis zulke blijvende schade heeft aangericht. Het drietal schat dat het ‘potentiële bbp’ van de Verenigde Staten ruim zeven procent onder de trend van vóór de crisis lag. Bij zulke blijvende schade is bezuinigen, zelfs als staatsschuldreductie het enige doel is, een hopeloze strategie.

De non-econoom kan zich ook de sociale gevolgen van werkloosheid aantrekken. wijst uit dat een periode van werkloosheid mensen blijvend ongelukkiger maakt; dat werkloosheid tot leidt; dat de kinderen van werklozen slechter scoren op school, minder kans hebben op de arbeidsmarkt en ga zo maar door.

Maar goed, blijkbaar zijn de kosten van een hogere staatsschuld groter. Dus wat zijn die kosten precies? In de miljoenennota van 2013 beriep de regering zich nog op onderzoek van de Harvard-economen Reinhart en Rogoff. Volgens deze academici was er een magische grens bij een staatsschuld van negentig procent van het bbp. Bij overschrijding van deze grens zou de groei jaarlijks met 1,2 procentpunt afnemen. Het onderzoeksresultaat bleek te berusten op een spreadsheet-fout en dubieuze statistische wegingen. Hard bewijs dat de economische groei afremt door hogere schulden – en niet andersom – is er eigenlijk niet meer.

Hard bewijs dat de economische groei afremt door hogere schulden – en niet andersom – is er eigenlijk niet meer

Erg hinderlijk is de staatsschuld in het verleden in ieder geval niet geweest. In 145 van de afgelopen 193 jaar was de Nederlandse staatsschuld hoger dan nu. In onze beste jaren, van 1946 tot 1973, had Nederland een gemiddelde schuld van 91,4 procent van het bbp. Aanzienlijk hoger dan nu (71,3 procent). Op dit moment geeft Nederland, door de combinatie van lage rente en relatief lage staatsschuld, minder uit aan rente dan ooit. Bovendien heeft Nederland volgens het CPB op de lange termijn een begrotingsoverschot. Er is geen probleem met de overheidsfinanciën. Tegen de tijd dat alle babyboomers met pensioen gaan, slaat het begrotingstekort om in een overschot, omdat al het opgebouwde pensioenvermogen dan pas wordt belast.

De Grote Leugen is dat we het huidige crisisbeleid binnen de marges van de redelijkheid zijn gaan zien. Er is en was geen reden om de economie te offeren aan het altaar van de drie procent. Als we de laatste CPB-voorspellingen mogen geloven, hebben we nog drie jaar te gaan voordat we weer terug zijn op het economisch niveau van vóór de crisis. Daarmee snelt Mark Rutte wijlen Hendrik Colijn voorbij, die ons land na zeven jaar eindelijk uit de Grote Depressie wist te slepen. Dat is gruwelijk beleids­falen.

Hooivorken zijn voor minder uit de rekken gehaald.