Zo vecht deze Syrische zich in Hoorn de bijstand uit

Dick Wittenberg
Correspondent Wereldverbeteraars
Photo by Niels Blekemolen for The Correspondent

De Syrische vluchteling Zohor Al Musry opent in Hoorn haar eigen karateschool. Een tip van een lezer die we kregen nadat ons onderzoeksproject Nieuw in Nederland maandag van start ging. Ik ontmoette een sterke vrouw die er trots op is dat ze - al na negen maanden - in Nederland haar eerste geld verdient.

Geen fanfare. Geen toespraak van de burgemeester. Zelfs geen bloemen. En toch was het een bijzondere bijeenkomst afgelopen dinsdag in wijkcentrum De Zaagtand in Hoorn.

De Syrische Zohor Al Musry, pas sinds begin dit jaar als vluchteling in Nederland, gaf haar eerste betaalde karateles. Ze is trots op elke euro waarmee ze haar bijstandsuitkering naar beneden haalt. Op eigen kracht zette ze een karateklas op. Daar kan geen toespraak van de burgemeester tegenop.

Een kwartier voor het begin van de eerste les verzamelen de gretigste leerlingen zich al voor de galerijflat waar Zohor met haar man en twee kinderen woont. Ze rinkelen met hun fietsbel om de aandacht van hun karatejuf te trekken. Van heinde en verre zijn ze gekomen, overwegend vluchtelingenkinderen, maar ook kinderen met Marokkaanse of Turkse ouders. In het kielzog van Zohor trekken ze in optocht naar het nabijgelegen wijkgebouw.

Foto’s: Niels Blekemolen

Vorig jaar won de 28-jarige Zohor bij de Syrische kampioenschappen karate in de klasse onder 60 kilo nog brons. Nu staat ze met gebalde vuisten in de gymzaal van een Nederlands wijkcentrum. Zesentwintig kinderen van tussen de vier en veertien jaar, jongens en meisjes, in karatepak of kleurige kleding, allemaal op blote voeten, kijken ademloos toe.

Een druk op de afstandsbediening van de geluidsapparatuur en de ruimte vult zich met ijle muziek. Klanken op het ritme van een ontspannen, trage ademhaling. Zohor maakt een lichte buiging. Van het ene op het andere moment is ze één brok energie. Ze deelt stoten uit. Ze laat een variëteit aan schoppen zien. En bij elke stoot en schop klinkt een luidkeels ‘hoi’ vanuit haar onderbuik. Ze eindigt even plotseling als ze begon: met een lichte buiging.

Ze neemt het woord met een stem die tot de verste uithoeken van de gymzaal reikt. ‘Dit,’ zegt ze, zich tot de kinderen richtend, ‘ga ik jullie leren.’ Dan wendt ze zich tot de ouders, voornamelijk moeders, die langs de wand op stoelen zitten. ‘Dit ga ik jullie kinderen leren.’ Dat zegt ze in het Nederlands, al spreekt ze die taal nog gebrekkig. De verdere les geeft ze alle aanwijzingen ook in die taal. Haar expressieve gebaren begrijpt iedereen.

Foto’s: Niels Blekemolen

Zohors leven in Syrië

Karate is voor de 28-jarige Zohor een bron van levenskracht. Al toen ze net zo oud was als haar dochter Rafif van bijna vier, nam haar vader haar mee naar karate. Ze bleek van het begin af aan een natuurtalent. Haar vader liet haar uitkomen tegen kinderen die verder waren gevorderd. Meestal bleef ze overeind.

Maar toen trouwde ze acht jaar geleden in Damascus. En werd ze zwanger van haar zoon Omar, nu bijna zeven. Er brak ‘een onrustige tijd’ aan. Zo noemt ze die periode waarin ze steeds verhuisde. Het meest chaotisch waren de laatste jaren, sinds het begin van de burgeroorlog. Hun huis werd verwoest. Haar man Mohammad, nu 35 jaar, moest Syrië in 2014 ontvluchten.

Dat was het moment waarop ze weer haar toevlucht zocht bij de sport die haar altijd kracht had gegeven: bij haar karatevader, bij haar karatevriendinnen. En ze vatte al snel het plan op om voor het Syrische kampioenschap te trainen, tegen alle logica in. Want ze had jaren niet getraind. Voor een topkarateka, zo heet een beoefenaar van deze verdedigingssport, was ze al oud.

De foto’s op haar smartphone zijn gemaakt door Ahmad Marof.

Al trainend verdroeg ze de afwezigheid van Mohammad, die september 2014 in Nederland terechtkwam en in maart 2015 een verblijfsvergunning kreeg. Al trainend doorstond ze de onzekerheid over een gezinshereniging. Om legaal naar Nederland te komen, zou ze naar Libanon moeten reizen. Daarvoor bezat zij de juiste documenten. Maar haar kinderen hadden niet die papieren. Een mensensmokkelaar zou hen illegaal de grens over moeten brengen, begeleid door hun karate-opa.

Op haar smartphone laat Zohor twee foto’s zien die grote betekenis voor haar hebben. De ene, een intieme portretfoto van haar, symboliseert haar vrouw-zijn. De andere, een actiefoto terwijl ze aan het trainen is voor het kampioenschap, toont haar kracht als karateka.

Zohors leven in Nederland

Op 13 januari van dit jaar werden zij, Mohammad en hun twee kinderen in Nederland eindelijk herenigd. ‘Miraculeus,’ zegt haar man. Snel daarna ontstond het plan om in Hoorn een eigen karateschool te beginnen. ‘Ik barst van de ideeën,’ zegt Zohor, ‘zowel sportieve als zakelijke.’

Eerst klopten ze aan bij het wijkcentum. Dat verwees door naar de gemeente. En de gemeente zei dat ze bij de Stichting WerkSaam moesten zijn, de arbeidsbemiddelaar van West-Friesland. ‘Probeer het eens bij het wijkcentrum,’ kregen zij en haar man daar te horen. Zo leerde ze haar eerste Nederlandse uitdrukking: iemand van het kastje naar de muur sturen.

Ze nam het heft in eigen handen. Ze organiseerde een proefles karate in een speeltuin, bij gebrek aan een zaal.Omdat ze in korte tijd al heel veel vluchtelingenmoeders had leren kennen, kwamen daar heel veel kinderen op af. Kinderen die zich opgaven voor karate, voor 10 euro in de maand. Toen kon Zohor de gymzaal in het wijkcentrum huren voor twee uur in de week.

‘Ik houd van kinderen,’ zegt Zohor. ‘En ik houd van karate. Ik denk dat karate kinderen een levensles geeft. Karate leert om kracht te ontwikkelen en die op een gedisciplineerde manier te gebruiken. Karate is een verdedigingssport die geen ruimte laat voor geweld.’

Met het geven van de karateles verdient ze netto misschien 150 tot 180 euro in de maand. Dat bedrag zal op haar bijstandsuitkering worden ingehouden. Financieel schiet ze er dus niks mee op. Maar ze is er trotser op dan op haar bronzen medaille. ‘Ik kost Nederland nu minder. Mijn eerste verdiensten zijn voor mij belangrijker dan die hele uitkering,’ zegt ze met fonkelende ogen, een vrouw die in Syrië vier jaar bankfinanciën studeerde. ‘Ooit betaal ik die uitkering met rente terug.’

Deze reportage is onderdeel van het initiatief Nieuw in Nederland. Zonder financiële bijdrage van was dat niet mogelijk geweest. Dit verhaal is ook vertaald in het en het

Lees ook: