De afgelopen tien dagen zagen we bij De Correspondent de zonzijde van de Nederlandse samenleving. Sinds we maandag 3 oktober het initiatief Nieuw in Nederland lanceerden om 300 tot 600 leden aan vluchtelingen met een verblijfsvergunning te koppelen, worden we overstelpt door inschrijvingen, aanbiedingen om het initiatief te ondersteunen als telefonist, vertaler, journalist, administrateur of fotograaf én suggesties voor verhalen.

We werken dag en nacht om op alle reacties persoonlijk te reageren en het initiatief in goede banen te leiden. Bij voorbaat verontschuldigingen aan leden die te lang op een reactie wachten. Vriendelijk verzoek: haak niet af, probeer het nog een keer. Ondertussen: de antwoorden op de zeven meestgestelde vragen.

1. Is het doel om 300 tot 600 leden aan nieuwkomers te koppelen al bereikt?

Nog niet. Tot nu toe lieten bijna 1.400 leden weten dat ze willen meedoen. Daarmee prijzen we ons gelukkig. Zij laten zien hoeveel animo er bestaat voor het initiatief.

Maar die enthousiaste leden doen pas definitief mee als ze zich aanmelden met een nieuwkomer. Dat kan nog tot 20 oktober met het formulier dat alle inschrijvers per mail kregen toegestuurd.

2. Waarom kunnen alleen leden meedoen?

Niet omdat we met het initiatief leden willen winnen en zo ‘een hoop geld [willen] verdienen,’ zoals iemand op Facebook schreef. De ware reden is dat we willen voorkomen dat het initiatief wordt gesaboteerd door lieden die nieuwkomers liefst zo snel mogelijk uit Nederland zien verdwijnen.

Daarom - we gaan ervan uit dat die lieden geen Correspondentlid zijn - kijken wij of de mailadressen van inschrijvers in ons ledenbestand voorkomen. Dat leidt tot een lichte vertraging in het toesturen van het aanmeldformulier.

3. Ik heb me ingeschreven, maar hoe kom ik nu in contact met een vluchteling?

Een paar tips:

  • Google het woord ‘vluchtelingen’ in combinatie met je woonplaats, of een plaats dichtbij. Dikke kans dat je stuit op een lokaal initiatief om iets te doen voor vluchtelingen of een contactpersoon die je verder kan helpen. Het klinkt simpel, maar is zeer effectief.
  • Ga naar onze Statushouders in heel Nederland hebben hier aangegeven dat ze belangstelling hebben voor ons initiatief, dus je kunt kijken of er iemand bij zit in jouw woonplaats. Je kunt zelf ook een oproep plaatsen.
  • Ga naar Op dit platform voor vluchtelingen en niet-vluchtelingen kun je aangeven dat je in contact wilt komen met een statushouder die zich het afgelopen jaar ergens in Nederland heeft gevestigd. De communitymanagers helpen je bij je zoektocht.
  • Meer tips kun je lezen in onze gids: En mocht je vragen hebben, mail ons: nieuwinnederland@decorrespondent.nl.

4. Waarom maken jullie gebruik van Facebook?

Een terechte vraag: correspondenten Maurits Martijn en

Dimitri Tokmetzis waarschuwen niet voor niets voor de

Maar voorlopig is het nog knap lastig om Facebook te mijden als je een groep mensen een platform wilt bieden om informatie, tips en ervaringen uit te wisselen. Bovendien: leden die meedoen aan het initiatief kunnen zich aanmelden voor de Facebookgroep, maar hoeven dat niet.

5. Kan een lid met meerdere nieuwkomers meedoen?

Zeker. Dan moet hij of zij zich wel meerdere keren aanmelden, elke keer met zijn of haar naam, en telkens met een andere naam bij de vluchteling.

6. Kunnen jullie ook een vertaling in Tigrinya verzorgen?

We zien de zin daar zeker van in: dit is namelijk een van de meest gesproken talen van Eritrea, waar veel vluchtelingen vandaan komen. We zijn het ook van plan. Maar tot nu toe zijn we er nog niet in geslaagd geschikte, professionele vertalers te vinden. Zie de volgende vraag.

7. Gaat het opstarten van het initiatief probleemloos?

Dat is een vraag die niemand stelt. Maar we beantwoorden hem graag, omdat we zo open mogelijk willen zijn, ook over wat er misgaat.

De eerste Arabische vertaling van de oproep verscheen in spiegelschrift op onze website. De eerste Arabische vertaling was ook niet goed genoeg. Gelukkig kwamen we daar snel achter dankzij een alerte arabist, lid van De Correspondent. Inmiddels staat op de website een correcte Arabische tekst. Opnieuw zagen we: 47.000 leden weten meer dan één Correspondent.

Dat bleek ook bij ons gebruik van cijfers over asielaanvragen in 2015. We baseerden ons op uitspraken van bewindslieden. Die bleken misleidend. De Immigratie- en Naturalisatiedienst noemt weliswaar een aantal van bijna 59.000 aanvragen in 2015, zoals wij braaf overnamen. Maar daarbij gaat het niet alleen om eerste aanvragen, ook om herhaalde aanvragen en om aanvragen in het kader van gezinshereniging. Het aantal eerste aanvragen in 2015 was 43.000. Op advies van een van onze leden hebben we het eerste misleidende cijfer van 59.000 gecorrigeerd en vervangen door 43.000.

Deze update is onderdeel van het initiatief Nieuw in Nederland. Zonder financiële bijdrage van was dat niet mogelijk geweest.

Wil je meedoen met Nieuw in Nederland? Help je mee om zicht te krijgen op hoe het vluchtelingen na vestiging in Nederland vergaat? Schrijf je dan nu in voor Nieuw in Nederland. Dat doe je via dit formulier. Je ontvangt nieuws en updates in je mailbox

Meer verhalen binnen dit initiatief:

Hoe kom je in contact met een vluchteling? En meer vragen over Nieuw in Nederland beantwoord Doe mee met een uniek initiatief. Hoe gaat het verder met vluchtelingen als ze eenmaal hier zijn? De Correspondent mobiliseert honderden leden om dat uit te zoeken. In dit stuk: hoe je in contact komt met een vluchteling. Lees de gids hier terug Honderden Correspondentleden praten met vluchtelingen over hun eerste jaar in Nederland. Doe je mee? Doe mee met een uniek initiatief. Hoe gaat het verder met vluchtelingen als ze eenmaal hier zijn? De Correspondent mobiliseert honderden leden om dat uit te zoeken. Geef je vandaag nog op. Lees de oproep hier terug Zo vecht deze Syrische zich in Hoorn de bijstand uit De Syrische vluchteling Zohor Al Musry opent in Hoorn haar eigen karateschool. Een tip van een lezer die we kregen nadat ons onderzoeksproject Nieuw in Nederland maandag van start ging. Ik ontmoette een sterke vrouw die er trots op is dat ze - al na negen maanden - in Nederland haar eerste geld verdient. Lees de reportage hier terug