Is het Nederlandse voetbal in crisis? Brengen wij nog topvoetballers voort? Leren we ze wel de juiste dingen?

En hoe gaat dat eigenlijk: jonge voetballers ‘opleiden?’ Welke trainingsvormen worden daarbij gebruikt? Waar komen die vormen vandaan, welk effect hebben die vormen - en weten we eigenlijk wel of ze effect hebben? Want wat weten we van leerprocessen van jonge voetballers? En wat is precies het doel van de opleiding, wat moet een speler aan het einde van het proces kunnen?

De komende maanden ga ik op deze vragen antwoorden zoeken, in een serie over jeugdvoetbal.

In krantenarchieven vind je weinig concreets over de werkwijze van die gelauwerde opleidingen

De Nederlandse jeugdopleiding geldt van oudsher als goed. Zozeer zelfs, dat het een vanzelfsprekendheid is geworden, een voetbalcliché, zonder dat iemand nog lijkt te weten waarom die opleiding goed is. Als je gaat zoeken in krantenarchieven, vind je verrassend weinig concreets over de werkwijze van die gelauwerde ‘instituten.’

Dat daar weinig over geschreven wordt, is niet zozeer een verwijt, maar een constatering. Uiteraard zijn de prestaties van de profs veel interessanter dan die van spelers die later mogelijk prof worden. En dingen als trainingsmethodiek en leerprocessen en oefenvormen? Ingewikkeld om uit te leggen, weinig mediageniek. Dat er weinig over wordt geschreven, da’s logisch.

Waarom slaagt de ene speler wel en de andere niet?

Tegelijkertijd raken die leerprocessen de kern van het voetbal. Want niet alleen moet je als jeugdopleider weten hoe jonge spelers voetbal leren, je moet ook weten wat je ze wilt aanleren, en dat vereist op zijn beurt een antwoord op even cruciale als moeilijke vraag: wat is van waarde in het topvoetbal?

Nogal cruciaal, want wat je in de jonge jaren erin stopt, komt er in het stadion uit. Hoe komen de nieuwe Robbens, Wijnaldums, en Bruma’s tot stand? En waarom ‘slaagt’ de ene speler wel en de andere niet? De carrière van bijvoorbeeld Vincent Janssen (die nu spits is van Oranje, maar nog niet zo lang geleden in de Jupiler League speelde) bewijst dat die grens tussen succes en mislukking heel, heel dun kan zijn.

De grens tussen succes en mislukking kan in het voetbal heel, heel dun zijn

Vandaag trap ik de serie af met een stuk dat ik schreef nadat ik met een groep jonge jeugdtrainers van profclubs heb gesproken. Een groep twintiger en dertigers – trainers van AZ, Ajax, Cambuur, Groningen, PSV, FC Utrecht en De Graafschap - die om de maand in Arnhem (relatief centraal gelegen) samenkomen voor overleg.

Hun WhatsAppgroep: ‘Voetbaltrainers in Ontwikkeling.’

Hun ervaringen zijn natuurlijk maar één deel van het verhaal, en hun kritiek op de jeugdopleidingen is één perspectief. Maar ik vind de ‘Voetbaltrainers in Ontwikkeling’ een goed startpunt voor onderzoek. Deze trainers bevragen zichzelf en elkaar, zijn kritisch en optimistisch tegelijk, en willen zichzelf en hun pupillen verbeteren – iets waar ze liefdevol over praten.

Ik ga deze jonge mannen en hun ideeën individueel beschrijven, maar ik ga ook langs bij vele andere partijen. Bij amateurtrainers, wetenschappers, en ex-profs, bij de KNVB, consultancy’s, private voetbalscholen, bij buitenlandse opleidingen, en - o ja - bij jeugdspelers zelf.

Wie is er wereldkampioen opleiden? En waarom? Het woord is aan jullie

De vragen die ik de komende maanden ga stellen zijn zo groot dat ik ze nooit allemaal goed kan beantwoorden, maar ik ga een poging wagen.

Daarbij doe ik ook een beroep op jullie, want jullie weten veel meer dan ik ooit te weten kan komen. Klopt de conventionele wijsheid dat wij Nederlanders zo goed in opleiden zijn? En zo ja, wat maakt(e) ons dan zo goed? Waar moet ik echt een kijkje gaan nemen, wie moet ik echt spreken in binnen- of buitenland?

Plaats een reactie hieronder, of mail me. Binnenkort doe ik verslag van mijn eerste stappen.

Stervoetballers heeft Nederland niet dankzij, maar ondanks de jeugdopleidingen Is het Nederlandse voetbal in crisis? Wat kunnen we doen om betere spelers voort te brengen? En hoe leren jonge spelertjes het spel? De komende maanden ga ik deze vragen onderzoeken. Een ding is zeker: onze uitgangspositie is gunstig. De vraag is wat we daarmee gaan doen. Lees het eerste verhaal uit deze serie Spelers scouten voor Excelsior via een game: deze student doet het Een nieuwe generatie voetbalscouts en -analisten staat op. Ze hebben geen verleden als profvoetballer, maar desondanks veel voetbalkennis, opgedaan op internet. Ik profileer ze in een korte serie. Deel zes: Dave Coelers, gamer en scout van Excelsior. Lees het verhaal van Michiel hier terug Zeven voetballessen van Julian Nagelsmann, de jongste Duitse trainer ooit Hij zou zomaar de voorbode kunnen zijn van een nieuwe generatie Duitse trainers. Julian Nagelsmann is geen ex-prof, piepjong (29), en toch coacht hij Bundesligaclub Hoffenheim. Ik sprak hem en destilleerde daaruit zeven voetballessen. ‘One-touch-voetbal is een slecht idee.’ Lees het verhaal van Michiel hier terug