Zeven ongemakkelijke waarheden over Griekenland die Jeroen Dijsselbloem negeert

Volgens minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën, PvdA) gaat het de goede kant op met Griekenland. In een opiniestuk voor NRC Handelsblad verdedigt hij het crisisbeleid in Europa. Maar de minister vergeet daarbij wel een groot aantal minder florissante ontwikkelingen te vermelden.

Het optimistische verhaal van Dijsselbloem leunt hoofdzakelijk op twee wapenfeiten: ‘Op de ranglijst van de Wereldbank van landen met een goed ondernemersklimaat steeg Griekenland van een 190ste plek in 2010 naar een 60ste in 2016’ en ‘De overheidstekorten zijn teruggebracht naar 1,6 procent dit jaar.’

Wat Dijsselbloem vergeet:

- De Griekse economie is acht jaar na de crisis nog altijd meer dan twintig procent kleiner. Dat is een slechtere economische prestatie dan bijvoorbeeld die van de Verenigde Staten in de jaren van de Grote Depressie (jaren dertig).

- De werkloosheid in Griekenland bedraagt momenteel nog 25,2 procent. Het IMF verwacht dat pas in 2060 (!) de werkloosheid zal zijn teruggekeerd op het niveau van voor de crisis. Er zullen nog ongeveer twee decennia van werkloosheid in de dubbele cijfers volgen.

- De kindersterfte steeg tijdens de crisis met 43 procent, het aantal zelfmoorden met 36 procent.

- Ruim de helft van de Griekse kinderen groeit momenteel op in armoede.

- 58 procent van de Grieken heeft betalingsachterstanden. Belastingschulden verdubbelden naar 88 miljard euro tijdens de crisis.

- Er is nog steeds geen Kadaster. Naar schatting zo’n twintig procent van de Griekse huizen is illegaal gebouwd en heeft geen geregistreerde eigenaar.

- Oh ja, en Jeroen Dijsselbloem is, na de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble, de meest gehate politicus in Griekenland. Aanzienlijk minder populair dan bijvoorbeeld Vladimir Poetin.

Maar toch, fijn dat het ondernemersklimaat zo is verbeterd.