Agenten krijgen een bodycam (en nog 7 innovaties bij de Nederlandse politie)
Smartphones en wifi voor alle agenten en rechercheurs (ja, echt), apps waarmee burgers zélf kunnen rechercheren, een proef met bodycams voor agenten tegen etnisch profileren: zo moet de toekomstige politie van Nederland eruitzien.
Nobelprijswinnaar voor de Chemie Ben Feringa is er met een nanoshop. Jan Rotmans praat over maatschappelijke veranderingen. Yuri van Geest spreekt over singulariteit. Je kunt met een 3D-bril rondlopen tussen de slachtoffers op een virtuele plaats delict. En er staan zelfrijdende auto’s.
De Van Nelle Fabriek in Rotterdam is op 3 november even de hipste plek van Nederland. En geloof het of niet, maar we hebben het hier over een congres van de Nationale Politie. Korpschef Erik Akerboom lanceert er vergaande plannen voor innovatie.
De geestelijk vader erachter is Hans Schönfeld, sinds 2013 Chief Innovation Officer bij de politie en persoonlijk strategisch adviseur van de korpschef. Schönfeld is een van de origineelste geesten binnen de politie. Een paar dagen voor het congres vertelt hij mij uitgebreid over zijn plannen. Zo wil hij experimenteren met bodycams, agenten smartphones geven en broedplaatsen inrichten.
Dat is bijzonder voor een dienst die grote financiële problemen heeft en op innovatiegebied ver achterloopt. En normaal gesproken zijn voor iedere beslissing zoveel handtekeningen nodig, dat de politie een soort mini-departement lijkt. Het is ook goed nieuws in een tijd dat de politie geplaagd wordt door schandalen.
Schönfeld: ‘Maar voor goeie ideeën is er met minder handtekeningen snel support.’ Voor die ideeën is ‘een budgetje’ beschikbaar. Daar is bijvoorbeeld een deel van het bekendste experiment uit Schönfelds stal mee betaald: de arenden die drones kunnen onderscheppen.
Waarom moet de politie innoveren?
Op Schönfelds werkkamer staan een drone, poppetjes van de Thunderbirds en een kast waarin managementhandboeken, de werken van futuroloog Adjiedj Bakas en Je hebt wél iets te verbergen van Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis gebroederlijk naast elkaar staan.
Schönfeld volgde een paar jaar geleden een innovatieopleiding aan de Singularity University van Ray Kurzweil in Palo Alto. ‘Ik ben gaan nadenken over wat er zou moeten veranderen in onze organisatie, nu het veranderen zelf verandert.’
Neem zijn eerste ritje met een zelfrijdende auto naar Palo Alto: ‘Ik vond het onaangenamer dan vliegen. Gaat-ie nou stoppen voor dat verkeerslicht, zou-ie niet die vrouw met die kinderwagen van de stoep rijden?’
Vandaar dat er een op het congres staat. Die zelfrijdende auto moet mensen aan het denken zetten. Wat betekent technologie voor de politie en voor de samenleving? Schönfeld: ‘Moet de politie niet met de autofabrikanten een elektronisch stopteken ontwikkelen?’
Ik ben gaan nadenken over wat er zou moeten veranderen in onze organisatie, nu het veranderen zelf verandert
‘Onze organisatie is gewend aan verandering 1.0: het gaat lineair, er is voorbereidingstijd. Maar met andere partners experimenteren, als er geen orders zijn: dat is heel andere koek.’
Schönfeld wil maar zeggen: de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen gaan nu zo hard, dat de politie de aansluiting kwijt dreigt te raken. ‘Bij de laatste grote DDos-aanval kwam maar 35 procent van computers en servers, de rest kwam van onbeschermde sensoren, zoals webcams en koelkasten.’
De politie moet daarmee leren omgaan. ‘Anders blijven we achterlopen. De opsporing moet beter. Ik zit met kromme tenen te kijken naar een tv-programma waarin slachtoffers van identiteitsdiefstal worden geholpen. Als die zich tot de politie wenden, weten wij vaak niet hoe we daarmee om moeten gaan. Dat kost ons vertrouwen. Daar moeten we iets aan doen.’
De politie moet, kortom, ‘ook leren om 2.0 te worden.’ Flexibel, creatief, exponentieel veranderend en ontwerpend. Niet vóór bedrijven en burgers werken, maar mét bedrijven en burgers nieuwe oplossingen bedenken.
Nu bij de reorganisatie de meeste mensen ongeveer op hun plek zitten, is dit volgens Schönfeld een logisch moment om ‘het gat tussen 2.0 en 1.0 te dichten.’ Daar is een aantal actiepunten uit gedestilleerd, die ik hieronder samenvat.
Plan 1. Smartphones voor iedereen, tablets voor de basisteams
De eerste conclusie was dat de politie een achterstand had bij ‘het digitaal verbonden zijn.’ Daarom wordt de al geplande verstrekking van smartphones versneld. ‘Dat is op zich niet bijzonder, maar het maakt wel dat we alle executieve politiemensen en rechercheurs kunnen aansluiten op apps. Het is een basisvoorwaarde voor samenwerking.’
Is dat nou zo bijzonder? ‘Toch wel. Wij zijn het grootste bedrijf van Nederland, met 67.000 werknemers. Het is ook een behoorlijke investering in een tijd van krapte. Ik weet niet hoeveel overheidsinstellingen er zijn die al hun executieve personeel van smartphones hebben voorzien. Misschien lopen we als politie wel achter, maar straks trekken we toch een behoorlijk been bij.’
Omdat het lastig is om op een smartphone gegevens in te voeren, komen er ook 4.000 tablets voor de basisteams. ‘Daarmee kunnen we service op locatie bieden en bijvoorbeeld de aangifte thuis opnemen.’ In ieder politiebureau komt gratis wifi voor bezoekers en een beveiligd netwerk voor politiemensen zelf.
Plan 2. Apps die de politie en burger helpen
Smartphones zijn op zichzelf niet revolutionair, maar wel een basisvoorwaarde voor experimenten en samenwerking met de buitenwereld. ‘In Groningen ontwikkelen we met het bedrijfsleven, wetenschappers en publiek een app waarmee de burger kan helpen met de opsporing. De burger wordt daardoor minder afhankelijk.’
Waarom dat nodig is? ‘Er zijn bepaalde dingen die de burger wél kan doen, maar waar de politie alleen bij ernstige delicten aan toekomt. Denk aan een huis-aan-huis- of buurtonderzoek, dat lukt ons bijna niet meer. Dat kan de burger ook leren.’
Op verschillende plaatsen in Nederland lopen ook andere proeven met apps.
Plan 3. Experimenteren met bodycams
‘Iedereen heeft tegenwoordig camera’s. Je hebt er een op je smartphone, een in de babykamer, fietsers hebben er een op hun helm – iedereen heeft camera’s, alleen de politie niet.’
Er komt daarom een grote proef met bodycams, waaraan meerdere basisteams deelnemen. Ze nemen niet alleen op vanaf het moment dat de agent de knop indrukt, maar ook enkele minuten ervoor.
Als een van de collega’s vindt dat er etnisch geprofileerd is, kun je dat terugkijken. Was het professioneel of etnisch profileren?
‘Stel dat wij ruziekrijgen op straat en ik druk de camera in, dan pakt-ie automatisch het ontstaan van de ruzie mee. Voor de waarheidsvinding zijn die minuten belangrijk.’ De camera slaat bewust niet alles op, dat zou een veel te grote inbreuk zijn op de privacy.
Het gaat daarbij dus om een proef: ‘Wij willen zien hoe het publiek erop reageert en hoe de collega’s reageren.’ De proef wordt onafhankelijk geëvalueerd: ‘We willen gefundeerde kennis of het helpt bij de waarheidsvinding. Niet alleen strafrechtelijk maar ook of het helpt bij klachtafhandeling.’
Schönfeld benadrukt nog: het belangrijkste is het leren van collega’s. Als een actie is opgenomen, kan bij de debriefing samen worden teruggekeken: ‘Ging het goed? Als een van de collega’s vindt dat er etnisch geprofileerd is, kun je dat terugkijken. Was het professioneel of etnisch profileren?’
De bodycams leggen dus niet alleen het gedrag van burgers vast, maar ook dat van agenten. ‘Politiemensen zijn net mensen, ze hebben ook emoties. Ze doen meestal het goede, maar niet altijd. En dat kan je ook niet verwachten van een organisatie met 67.000 mensen. Daarom vind ik het zo belangrijk dat we zelf de discussie zijn gestart over etnisch profileren, dat wij zelf de camera’s gebruiken om collega’s te laten discussiëren. Verandering zal van binnenuit moeten komen. Door het nieuwe leren, waarbij je elkaar er collegiaal op aanspreekt, niet in een klasje. Daar horen dit soort hulpmiddelen bij.’
Plan 4. Een lesprogramma tegen etnisch profileren
‘Toen ik in Amsterdam in de korpsleiding zat, hebben we Sinan Çankaya onderzoek naar etnisch profileren laten doen – en dat was nog voor Amerika in de fik vloog. De conclusie was: ook in Nederland wordt etnisch geprofileerd.’
‘En niet alleen bij de politie. Een paar vrienden van mij met een donkere huidskleur, die dikwijls op Schiphol komen, heb ik weleens gevraagd: merk je nou verschil, bij de douane, de marechaussee of als je in een taxi stapt? Als je die verhalen hoort, dan is dat niet iets waar ik als Nederlander trots van word.’
Dus is er, parallel aan de experimenten met bodycams, een lesprogramma voor agenten ontwikkeld, dat voor het eerst op het congres wordt gepresenteerd. ‘Daar zitten allemaal scènes in over etnisch profileren waar collega’s over kunnen discussiëren. We hebben bijvoorbeeld dat beroemde filmpje in het Vondelpark, waarin een witte man, een licht gekleurde man en een donkere man in een trainingspak een slot van dezelfde fiets proberen open te slopen. En we hebben verhalen van collega’s die een inbraak zagen in hun vrije tijd en die in burger een inbreker aanhielden. Die werden bijna door collega’s gearresteerd omdat die inbreker wit was en zij donker.’
Plan 5. Broedplaatsen inrichten voor snellere innovatie
Data zijn fundamenteel voor de politie. Om de exponentieel groeiende datastromen te kunnen blijven volgen en beheersen, gaat de politie in 2017 broedplaatsen inrichten, met daarin verschillende ‘nesten.’
Zo komen de nesten voor Basisvoorziening Informatie (de ruggengraat van de informatievoorziening), voor ‘big data en cloud,’ voor cybsersecurity, digital forensics (bijvoorbeeld ultrasnelle DNA-tests op de plaats delict) en realtime intelligence in de broedplaats.
Je kunt niet een data-analist een halfjaar laten zeuren om van een oud Nokiaatje naar een fatsoenlijke smartphone te upgraden
De ‘nesten’ zitten niet samen in één gebouw, maar werken virtueel samen. Ze kunnen van elkaar leren en hun budgetten zijn beschermd. De politie gaat daarbij samenwerken met consultants, technologie-experts, gedragswetenschappers, ethici en privacy-experts. ‘De doelstelling is dat een collectief besluit binnen twee dagen genomen wordt en binnen een werkweek wordt uitgevoerd.’ Dat is voor de logge politie-organisatie behoorlijk revolutionair.
Die vrijheid en snelheid is ook nodig om hoogopgeleide mensen binnen te houden: ‘Je kunt niet een data-analist een halfjaar laten zeuren om van een oud Nokiaatje naar een fatsoenlijke smartphone te upgraden. Dat stimuleert die jongens en meisjes niet.’
Plan 6. Politiechefs innovatief leren denken
Volgend jaar begint ook een proef met de Innovatie-expeditie, een training innovatief denken voor alle duizend politiechefs. ‘We leren nu wel vergaderingen voorzitten en functioneringsgesprekken voeren, maar voor innovatief en creatief denken is tijdens onze opleiding en daarna vrijwel geen plaats. De Innovatie-expeditie laat ons nadenken over wat er allemaal op de politie afkomt en wat dat voor de samenleving, de politie en ons als leidinggevenden betekent. Wat is The Internet of Things, wat is Blockchain, wat betekent dat?’
Blockchain is nu vooral bekend als de technologie achter Bitcoins, waar ook criminelen graag gebruik van maken. ‘Maar veel collega’s weten niet dat Blockchain ook een deel van internetfraude onmogelijk kan maken.’
Een voorproefje van de Innovatie-expeditie komt al op het congres aan bod. Wat vinden we bijvoorbeeld van op afstand bestuurbare dieren? ‘Je kunt een kakkerlak twee spelden in zijn hersenen steken en een cameraatje op zijn rug plakken. Je kunt hem besturen met je iPhone en zo een kamer in laten lopen. Wat vinden we hier ethisch van? Wat komt er op ons af, zijn het kansen of bedreigingen? Bij al die thema’s horen ook ethici en privacy-experts. Laat er maar discussie over losbarsten.’
Idee 1. Maak het strafrecht slimmer
Naast concrete plannen, deelde Schönfeld ook een aantal andere ideeën met me. Niet alleen de politie, ook het strafrecht zou moderner moeten worden. ‘Sommige zaken moet je niet meer via de strafrechter laten lopen, dat kan veel eenvoudiger.’
Wetgeving is natuurlijk het terrein van de politiek (de politie voert de wetten uit) maar na het vertrek van Ivo Opstelten en Fred Teeven is er op het ministerie van Veiligheid en Justitie en bij de Nationale Politie een andere wind gaan waaien. De tijd dat de minister een stoere maatregel aankondigde en dat de politie die dan ging uitvoeren, is voorbij. Erik Akerboom kondigde kort na zijn komst al aan dat de politie als uitvoerder van het veiligheidsbeleid graag vooraf mee wil denken en invloed uit wil oefenen.
Een voorbeeld van mogelijk nieuw beleid zijn thuisplantages: die tappen illegaal veel stroom af en zijn levensgevaarlijk vanwege het brandgevaar. ‘Nu moeten we ze opsporen, dan moet de politie erheen, dan komt er een bedrijf dat de plantjes moet weggooien, dan moet er een dik pv [proces verbaal, BdK] naar het OM...’
Als er een thuiskwekerij ontdekt wordt, moet de eigenaar een brief krijgen
Schönfeld leidt nu een werkgroep die nadenkt over een andere aanpak. De gedachte is dat als er een thuiskwekerij ontdekt wordt, de eigenaar een brief krijgt: ‘U bent illegaal aan het kweken, u krijgt twee weken de tijd om ermee te stoppen. Anders wordt uw hypotheek ingetrokken, u komt op een lijst van moeilijk te verzekeren personen, u kunt zich dan nog wel verzekeren maar het wordt heel duur. Dat zijn we nu aan het uitzoeken. En dan testen: werken die brieven ook ? Dat is een heel andere manier van afhandelen.’
Idee 2. Stel een ophaalpolitie in
De politie heldert ieder jaar minder zaken op en het is een illusie dat dat op de huidige manier beter gaat worden. ‘Nu er overal sensoren in komen, moeten we gaan nadenken over een ophaalpolitie - naast de opsporingspolitie,’ zegt Schönfeld.
Als je telefoon, laptop of e-bike weg is, kijk je via die sensoren waar hij is. Nu kan de politie er vaak niets aan doen, maar dat gaat veranderen: ‘Als je ervoor verzekerd bent, kan ik me een ophaalpolitie voorstellen. Dat is een beveiligingsbedrijf dat betaald wordt door de verzekeraars. De echte politie komt er alleen bij als mensen niet opendoen of moeilijk doen.’ De gedachte is dat een slimme dief meewerkt en de laptop of fiets vrijwillig teruggeeft, om een zwaardere, strafrechtelijke aanpak te ontlopen.
‘Het strafrecht moet echt weer het ultimum remedium worden. Dat moeten we inzetten bij high impact-delicten, waarbij echt het huis of lichaam van de burger bedreigd wordt. Het strafrecht zou niet meer iets moeten zijn waar de gemiddelde politieman mee opstaat en mee naar bed gaat. Want dat werkt niet, het is niet echt effectief.’
Schönfelds punt: organisaties die niet meer willen investeren, zijn ten dode opgeschreven. ‘Wij gaan als politie natuurlijk niet failliet, maar we kunnen in moreel opzicht wel failliet gaan en ik wil er alles aan doen om dat te voorkomen.’
Het verhaal van Schönfeld is het eerste artikel in een reeks over vernieuwing bij de politie. Ik ben bezig met verhalen over de bestrijding van cybercrime en de toekomst van het politieverhoor. Vrijwel alle plannen van de politie kunnen forse gevolgen hebben voor onze privacy. Daar wil ik later in een afsluitend artikel nog op reflecteren.
Lees ook:
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!