Die ene uitzondering in de georkestreerde beeldvorming van Obama
Acht jaar lang was Barack Obama geregeld op bezoek in onze huiskamers. Op beeld weliswaar. Vele eenzijdige ontmoetingen, die onze beeldvorming over hem beïnvloedden. Maar welke beeldvorming is ingestoken, en welke niet? Vaak kom je daarachter door naar de herhalingen te kijken. Maar soms zit de kracht hem in de uitzondering, zoals in deze foto van Obama.
Barack Obama is al bijna acht jaar het gezicht van de Verenigde Staten. Met zijn slogan ‘Yes we can!’ leerden we hem kennen. Sindsdien is hij geregeld in onze huiskamers geweest. Op televisie en radio, in kranten en tijdschriften. En misschien ook wel in discussies op verjaardagsfeestjes.
Iedereen, de hele wereld, kent hem. Sterker nog, we kunnen hem uit duizenden herkennen. Het is (voor de meesten van ons) altijd een eenzijdige ontmoeting, met het medium ertussen. Inmiddels zijn we zo gewend aan beeld, dat we er dwars doorheen kijken. Terwijl juist dat beeld bepaalt hoe we naar de wereld kijken. Naast de politieke daden, zijn het de beelden die onze beeldvorming van president Obama bepalen.
Ruim een halfjaar heb ik door het archief van de Witte Huis-fotograaf Pete Souza gestruind. Op zoek naar patronen die beeldvorming van de Amerikaanse president blootleggen. Wat begon als een idee voor één stuk over Pete Souza groeide uit tot een serie.
Voordat hij in januari 2017 het Witte Huis verlaat, zal ik nog één keer grondig door het archief van Souza gaan, om te ontdekken hoe Obama zijn laatste maanden heeft besteed. Een kleine inventarisatie wijst al uit dat hij nóg vaker baby’s laat vliegen. Die symboliek van het nageslacht, zou dat toeval zijn?
Deze tiende verzameling vormde eerder de afsluiter van deze serie.
Verzameling 10: Obama en de grote uitzondering
In mijn zoektochten herkende ik soms duidelijke patronen in de beelden, zoals ‘Obama eet een hamburger’ en ‘Obama, zijn uitzicht en het verlangen’. Andere verzamelingen bleven onduidelijk, bleken te vanzelfsprekend of konden worden samengevoegd.
Al tijdens een van mijn eerste zoektochten door het archief was er één foto die opviel. De foto kreeg een eigen mapje, omdat hij nergens bij leek te horen. Het mapje werd niet verder aangevuld; de foto bleef de grote uitzondering. Een mooie afsluiter van deze serie dus.
De grote uitzondering
Kijk hem daar staan, de president van de Verenigde Staten. De machtigste man van de westerse wereld. Voor een enorme boeddhistische tempel. Op zijn blote voeten.
Hij wil dit moment delen, dat is duidelijk. Met de camera
Hij is opgetogen. Verrast misschien. Door de plek? Over zijn eigen blote voeten? Hij kijkt recht in de lens. Hij poseert duidelijk niet, er zit nog beweging in. Op de foto lijkt hij alleen, maar hij legt dit bezoek af met een hele delegatie. Maar waarom staat hij daar dan alleen en kijkt de rest toe? Hij wil dit moment delen met de camera. Of met wie er dan ook naar hem kijkt.
Obama is op bezoek bij Aung San Suu Kyi in Myanmar (voorheen Birma). Een van de plichtmatig- en plechtigheden is zijn bezoek aan Shwedagon Pagoda, een boeddhistisch tempelcomplex in de stad Yangon. Het is heilige grond en Obama moet zijn schoenen en sokken uitdoen.
Bijna nooit zien wij Obama door Souza van top tot teen gefotografeerd. Zeker niet zo. Maar het zijn niet alleen die blote voeten die deze foto uitzonderlijk maken. Deze foto is uniek, omdat zij in bijna alles verschilt van alle andere foto’s uit het fotoarchief van Souza.
Obama is verrast en deelt zijn verwondering direct met de fotograaf. Iets wat hij normaal niet doet. Meestal negeert hij Souza. Daarin zit juist de kracht van zijn beelden. Souza kan met zijn camera overal bovenop zitten, zonder dat zijn aanwezigheid invloed heeft op de situatie.
Eigenlijk toont deze foto alleen een blije man op blote voeten
Maar dat is hier anders. En dat Souza ook verrast is, zie je aan de compositie. Meestal is hij dicht bij de president, nu niet. Meestal heeft Souza controle over de kadering. Maar ook die is nu wat slordig. Veel voorgrond, en de tempel staat er niet helemaal op. Eigenlijk is het helemaal niet zo’n ‘goede’ (of: esthetisch verantwoorde) foto, zeker niet naar de maatstaven van Souza. De compositie is te willekeurig, de president te klein. Eigenlijk toont deze foto alleen een blije man op blote voeten. Een typische vakantiefoto voor in het familiealbum. Meer niet.
Wat een aandoenlijke foto eigenlijk. Zo echt, zo oprecht.
Beeldvorming werkt
Als ik Obama zie op televisie of in de krant, bekruipt mij een vreemd gevoel van herkenning
Het hele Witte Huis-fotoarchief van Pete Souza ken ik inmiddels van achteren naar voren. Als ik Obama op televisie of in de krant zie, bekruipt mij een vreemd gevoel van herkenning. Simpelweg doordat ik inmiddels vele uren naar hem heb gekeken. Ik heb het gevoel dat ik alles van hem weet. Of in elk geval, alles waarvan hij heeft gekozen dat ik het mag weten. Zoals zijn huidige voorkeur voor blauwe stropdassen, terwijl hij vroeger ook vaak rode droeg; tegen welk stukje bankleuning hij het liefste leunt; de hamburger die hij graag eet; dat hij een babyfluisteraar is; dat hij graag het hoogste woord voert; dat hij zijn vrouw net wat hartstochtelijker knuffelt dan zij hem; waarnaar hij verlangt als hij door zijn favoriete raam naar buiten staart.
Door elke nieuwe foto die Souza in de afgelopen maanden aan het archief toevoegde, word ik niet meer verrast, maar bevestigd in wat ik al heb ontdekt. Dat is de kracht van beeld en herhaling, oftewel: van beeldvorming. Het wekt de illusie iemand te laten zien zoals hij is. Je denkt iemand te leren kennen, te begrijpen en te waarderen.
Op vakantie
Terug naar deze ene ‘grote uitzondering.’ Hoe is deze foto in het archief terechtgekomen? Ik bleef deze foto maar als ‘de grote uitzondering’ zien, tot ik moest denken aan het stuk ‘De schrijver op vakantie’ van Roland Barthes.
Zijn uitleg duidt een tegenstelling die ook in dit beeld verborgen zit. De enige aanpassing die daarvoor nodig is, is overal het woord ‘schrijver’ vervangen voor ‘president.’ Dan wordt duidelijk hoe ook deze foto bijdraagt aan de beeldvorming over Obama.
Juist omdat hij president is, heeft hij de keuze zich van een menselijke kant te laten zien
De aanleiding voor Barthes’ analyse is een foto die is gepubliceerd in het Franse tijdschrift Le Figaro, waarop een bekend schrijver op vakantie is afgebeeld. Het is ogenschijnlijk een heel alledaags tafereel. Het moment van het jaar waar elke arbeider naartoe werkt. Op vakantie en op het strand is iedereen enkel vakantieganger. Maar juist door die herkenbare, ordinaire setting wordt de tegenstelling met het intellect van deze schrijver benadrukt. Juist omdat hij schrijver is, heeft hij de mogelijkheid zich van een menselijke kant te laten zien:
‘De ‘natuurlijkheid’ waarmee men onze president [was: romanschrijvers] vereeuwigd heeft, dient in feite om een sublieme tegenstrijdigheid te vertolken tussen het prozaïsche bestaan dat een al te materialistische tijd hen bezorgt en het grote prestige waarmee de burgerlijke maatschappij zo vrijgevig is als het haar mensen van de geest betreft (mits zij zich onschadelijk betonen). De wonderbaarlijke uitzonderlijkheid van de president [was: schrijver] blijkt wel uit het feit dat hij gedurende die vakantie, die hij broederlijk deelt met arbeiders en witte boorden, voortdurend doorgaat met werken, althans met produceren. Hij is geen echte werker maar ook geen echte vakantieganger.’
Want dat jij en Obama allebei een blauwe stropdas dragen, suggereert een verwantschap
In die alledaagsheid van een vakantie, van een man op blote voeten, denk je een overeenkomst tussen de president en je eigen leven te herkennen. Hierdoor kan je je als kijker geroerd en gevleid voelen. Want dat jij en Obama allebei een blauwe stropdas dragen, suggereert een verwantschap. Net als dat hij zich op eenzelfde manier voor de tempel laat fotograferen als jij voor de Eiffeltoren poseert. Maar juist in die overeenkomst wordt het contrast met zijn presidentieel handelen benadrukt.
‘Als de president [was: schrijver] in het openbaar in al zijn lichamelijkheid getoond wordt, als verteld wordt dat hij van droge witte wijn en vrijwel rauwe biefstuk houdt, dan worden voor mij de voortbrengselen van zijn kunst nog wonderbaarlijker, nog goddelijker.’
Het lijkt demystificatie, maar het tegendeel is waar. Dit is een bewuste mystificatie van de presidentiële verschijning. Waarbij ook Obama wil voldoen aan de verwachting die men van een president heeft.
‘Dat alles leidt tot hetzelfde idee van de president [was: schrijver] als bovenmenselijk, geheel ander wezen dat de maatschappij etaleert om des te beter te kunnen manipuleren met de gemaakte uitzonderlijkheid die zij hem toestaat.’
Alleen maar leuker
De foto ontroert en maakt me mistroostig. Want dit is het laatste deel van deze serie. Obama is, en dan heb ik het puur en alleen over de foto’s die Pete Souza van hem maakt, leuk om naar te kijken. Hoe hij praat, eet, lacht, knuffelt. Ik vond hem er alleen maar leuker door. Terwijl ik verwachtte er na tien verzamelingen niet meer in te trappen.
Maar nee, en ik ben me ervan bewust: ook ik maak onderdeel uit van het publiek waarvoor deze beeldvorming is bedoeld. Een beeldvorming die zeer effectief is, want we willen maar wat graag geloven dat hij bijzonder is. Geef hem maar eens ongelijk dat hij van de kracht van beeld gebruikmaakt, deze man op blote voeten.