Vergelijk je appels met peren als je de kosten van de AOW vergelijkt met die van pensioenfondsen?

Het kost de Sociale Verzekeringsbank 111 miljoen euro om 37,3 miljard euro aan AOW uit te keren (de AOW is een omslagstelsel). Dat is weinig.

Pensioenfondsen maakten in 2015 namelijk maar liefst 6,3 miljard aan kosten. In datzelfde jaar keerden ze 27,4 miljard euro aan pensioen uit.

Is dat appels met peren vergelijken? In veel reacties onder mijn laatste artikel en op Twitter vonden mensen van wel.

De AOW is immers een simpele kwestie van incasso en excasso - belasten en uitkeren. Onze pensioenfondsen moeten daarentegen een spaarberg van 1.400 miljard euro beheren - vermogensbeheerders aanstellen, pensioenadvies inwinnen, bestuurders betalen. Gezien die grotere taakstelling is zes miljard misschien helemaal niet zo veel.

Dat klopt. Het is niet veel gezien de taak die ze hebben. Maar het punt van mijn artikel is juist dat je helemaal geen spaarberg van 1.400 miljard euro nodig hebt voor een pensioenvoorziening, dat er geen grote ‘voordelen’ kleven aan zulke spaarbergen en dat het -begrijpelijkerwijs- verschrikkelijk duur is om zulke spaarbergen aan te leggen.

Wat willen we nou van een pensioenstelsel? Daarvoor moeten we even uitzoomen. Ieder jaar maken werkende Nederlanders een berg aan goederen en diensten. De meeste ouderen produceren niet meer, maar consumeren nog wel - ze voegen niks meer toe aan die berg. Een pensioenstelsel is er om tegen zo laag mogelijke kosten een deel van die berg over te hevelen van werkende Nederlanders naar gepensioneerde Nederlanders. Of je nou een omslagstelsel (de AOW) of een kapitaaldekkingsstelsel (pensioenfondsen) hebt - uiteindelijk is dit de herverdeling die je wilt bewerkstelligen.

Als je dan 6,3 miljard euro per jaar kwijt bent om zo’n simpele taak te bewerkstelligen, dan heb je volgens mij iets uit te leggen.

Lees hier mijn artikel over waarom Nederland niet het beste pensioenstelsel ter wereld heeft