Godwin-alert: Je kunt het fenomeen Trump niet begrijpen zonder de nazi’s
Je blijft na een verkiezingsuitslag als deze altijd achter met de vraag: hoe kan dit? Zo’n vraag kent geen eenduidig antwoord. Je doet de werkelijkheid sowieso geweld aan met het uitlichten van slechts één oorzaak in het web der oorzaken. Toch ga ik dat doen. Ik wil het hebben over één oorzaak: het falende politieke midden.
Toen de verkiezingen zich aandienden stond het land er beroerd voor. De werkloosheid was opgelopen van 7,5 naar maar liefst 30 procent; de industriële productie was met meer dan 40 procent in elkaar gedonderd en het land zuchtte onder een onbetaalbare schuldenberg.
Ik heb het over Duitsland, juni 1932.
‘Er is geen alternatief’ (1932)
Ja, ik weet het, het is een taboe om deze vergelijking te maken. Dat heet een Godwin: zodra je de nazi’s erbij haalt, diskwalificeert dat je automatisch. Noem je alle populisten Hitler? Noem je hun aanhang nazi’s? Noem je Trump country of Wildersland nou Weimar-Duitsland? Het antwoord is: nee. Geen van alle.
Ik maak de vergelijking om duidelijk te maken hoe demagogen winnen als de gevestigde orde faalt. Want de opkomst van Hitler vond plaats in dezelfde leegte van het politieke midden die nu ook veel westerse democratieën typeert.
De opkomst van Hitler vond plaats in dezelfde leegte van het politieke midden die nu ook veel westerse democratieën typeert
Heinrich Brüning, de conservatieve premier, een man beter bekend als ‘De Hongerkanselier,’ regeerde al twee jaar per decreet. De mensonterende armoede bestreed Brüning met gedisciplineerde bezuinigingen, versobering van lonen, behoud van de goudstandaard en daling van prijzen. Dat deed pijn ja, maar Duitsland kon zelf niks doen om het economisch tij te keren. ‘Alle theoretici zijn het daarover eens,’ wist Brüning.
Ook de Duitse sociaaldemocraten zagen weinig alternatieven. ‘Ik geloof dat we niet veel kunnen doen aan de economische crisis tot deze haar werk heeft gedaan,’ schreef Rudolf Hilferding, partijideoloog en voormalig minister van Financiën van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD).
Er waren wel plannen van de vakbonden om de werkgelegenheid aan te jagen, maar deze werden door de sociaaldemocraten als ‘onmarxistisch’ bestempeld. Kapitalisme moest je vooral niet vriendelijker maken, dat zou de revolutie alleen maar vertragen. ‘Tot het bittere einde bleven [de sociaaldemocraten] baanscheppend beleid als demagogie bestempelen,’ schrijft historicus Robert A. Gates.
Het politieke midden had, kortom, niets te bieden.
Het revolutionaire alternatief
Er was één partij die wel geloofde in een alternatief: de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij. ‘Economen beweren dat we het geld niet hebben om banen te scheppen,’ zo stond in het verkiezingsprogramma van de nazi’s. ‘Nonsens! Zolang we geen banen hebben zullen we ook het geld niet hebben.’
De nazi’s hadden nooit groot electoraal succes geboekt, maar de Depressie was een godsgeschenk voor hen. De Duitse economisch historicus Christian Stögbauer laat op basis van regionale gegevens over werkloosheid en nazi-aanhang zien dat voor elk procentpunt werkloosheid de nazi’s 0,79 procent meer stemmen kregen.
Hitler was een genocidale opportunistische maniak. Maar in één ding had hij gelijk: Duitsland hoefde al die economische ellende niet te ondergaan. ‘De laatste parlementaire leiders van de Weimarrepubliek offerden de massa op aan hun geloof in het zelfhelende vermogen van het industriële kapitalisme,’ schrijft historicus Robert A. Gates. ‘Het waren de nazi’s, niet de sociaaldemocraten, die onorthodox beleid riskeerden om de economische crisis te bestrijden.’
‘Er is geen alternatief’ (2016)
Waarom won Donald Trump? Ik pretendeer niet de waarheid in pacht te hebben. Maar ik geloof dat ook ditmaal de gebreken van het politieke midden een rol speelden.
Wat vooral voor Hillary pleitte, was dat ze niet Trump was
De onvrede over de status quo was groot. Wie in de Verenigde Staten arm is geboren blijft vaak arm, de ongelijkheid is schrikbarend hoog en er is geen ontwikkeld land waar mensen zich zo te pletter werken. Ruim 78 procent van de Amerikanen wilde grootscheepse verandering in het politieke systeem en nog eens 72 procent wilde grootscheepse verandering in het economisch systeem. Amerikanen, zo bleek uit dezelfde peiling, verwachtten niet dat Hillary Clinton die verandering zou brengen.
Wat vooral voor Clinton pleitte, was dat ze niet Trump was. ‘Ik ben de laatste tussen jullie en de apocalyps,’ zo vertelde ze zelf in een vraaggesprek met The New York Times. Klinkt dat veel beter dan het sociaaldemocratische ‘Versla Hitler! Stem Hindenburg!’?
Het ‘redelijke geluid’
D66-leider Alexander Pechtold gaf deze week een interview met het AD. ‘Mijn grootste doel is dat Nederland op 16 maart niet wakker wordt met zo’n uitslag,’ zei Pechtold.
Is dat het grootste doel? Niet het uitroeien van armoede? Een einde aan werkloosheid? Het uitbannen van bureaucratie in de zorg? Het stopzetten van vernedering in de sociale zekerheid? Het verduurzamen van de Nederlandse energievoorziening?
Natuurlijk gaan we dat niet allemaal in vier jaar bereiken. Maar laten we alsjeblieft zo onredelijk zijn dat wel te verwachten.
De politiek die vandaag de dag voor links of progressief moet doorgaan, lijdt onder een totaal gebrek aan ambitie. Ze laat zich beperken tot wat ‘redelijk’ heet. Als populisme betekent dat we die beperkingen niet zo serieus nemen, dan hebben we nog veel meer populisme nodig.
Keer op keer zet iemand als Alexander Pechtold zich af tegen ‘het populisme’ en pleit hij voor ‘redelijkheid’ (lees: meer van hetzelfde). ‘De wereld verandert snel, wordt concurrerender en complexer,’ zei hij deze week nog. ‘Politici hebben hun best gedaan onze verworvenheden intact te houden, maar ze zijn niet de schuld van die veranderingen. Zet je er samen de schouders onder of zoek je een zondebok? Het populisme doet het laatste en doet de ene onhaalbare belofte na de andere.’
Ben jij ook slachtoffer van onveranderlijke krachten? Helaas. Stem D66.
Precies daar dringt de vergelijking met de jaren dertig van de vorige eeuw zich op. Net als in Weimar-Duitsland hebben mensen die fundamentele verandering willen maar twee keuzes: of de verliezerspolitiek van het ‘redelijke’ midden, of het populisme dat de belofte van een revolutie combineert met het aanwijzen van zondebokken. Wat ontbreekt, is het radicale midden: een winnaarspolitiek die verandering belooft voor iedereen.
Het midden moet weer een doel krijgen dat verder gaat dan de populist van de macht afhouden. En snel ook.