Deze Eredivisiespelers ga ik volgen. Wat willen jullie van hen weten?
Meestal hoor je voetballers alleen na de wedstrijd. Je ziet ze balen of nagenieten van gemiste of benutte kansen. Maar wat doen ze op niet-wedstrijddagen? Hoe proberen ze beter te worden? En is het eigenlijk wel leuk, elke dag voetballen? Met drie Eredivisiespelers ga ik dit seizoen geregeld praten over de inhoud van hun vak.
De komende maanden ga ik drie Eredivisiespelers iets intensiever volgen: Bart Vriends van Sparta, Wout Brama van PEC Zwolle, en Willem Janssen van FC Utrecht.
Met hen ga ik praten over hun vak: voetballer. Wat zijn hun sterke punten, wat zijn hun zwakke punten? Waar verbeteren ze zichzelf in, en hoe doen ze dat? Hoe denken ze over tactiek? Hoe evalueren ze hun prestaties? Waarom zijn ze gescout? En is het eigenlijk wel zo leuk, elke dag voetballen?
Kortom: hoe denken ze over voetbal?
Nu zijn niet alle voetballers per se denkers - velen zijn eerder doeners, atletisch begaafde mensen die profvoetballer zijn geworden zonder er al te expliciet over na te denken. En daar is - voor alle duidelijkheid - niets mis mee.
Maar voor mijn doelen is het noodzakelijk dat spelers juist wel dubben en denken over hun vak. Als je erover denkt, dan kun je erover vertellen, en als je erover vertelt, kan ik het snappen, en als ik het snap, kan ik het opschrijven.
Dit is geen representatieve steekproef onder alle Eredivisiespelers. Op deze drie spelers kwam ik door mensen in en om het voetbal te vragen wie zij zien als zelfkritische, lerende spelers. Bovendien: Brama werd een tijdje geleden uitgeroepen tot slimste speler van de Eredivisie. Vriends maakte twee jaar geleden bij De Wereld Draait Door naam als topografisch wonder.
En Willem Janssen - die kun je simpelweg als televisiekijker zien denken, lijden, balen, denken, en voetballen.
‘Ik denk er soms zelfs misschien te veel over na,’ vertelde Janssen toen ik hem belde met het voorstel. ‘Dat is ook weer niet goed.’
Denken is een risico. Je kunt verzanden in negativisme: waarom gaat het niet zoals ik hoopte dat het zou gaan, zoals ik bedoelde, zoals we hadden afgesproken? Spelers die dat niet doen, die niet twijfelen, en niet de schuld bij zichzelf leggen, hebben op een zekere manier ook een voordeel: ze gaan onverstoorbaar verder. Maar je kunt je natuurlijk ook verbeteren-door-te-denken. En daarnaar was ik op zoek.
De komende weken publiceer ik interviews met deze spelers over de aspecten van het spel waar ze in het bijzonder op letten. Gedurende het seizoen komen er updates over de thema’s: hoe gaat het met de dieptepasses? Win je zo veel kopduels als je zou willen winnen? Wie was een vervelend goede tegenstander?
Ik vraag ook nadrukkelijk jullie, de lezers, om me vragen voor te schotelen die ik aan hen kan stellen. Als je zaken van de spelers wilt weten, stel ze hieronder.