Worden we echt gelukkiger van opruimen? Help het me uitzoeken
Het wordt de laatste tijd vaak gezegd en geschreven: ruim je huis op en je zult ook je manier van denken radicaal veranderen. Ik ga het een maand proberen. Wat weten jullie hierover?
Opruimen heb ik nooit vanzelf gedaan. Ik bewaarde liever alles. Als mijn kinderkamer te lang een zwijnenstal was, schoof mijn moeder armen vol spullen in een vuilniszak: ‘Je ruimt het op, of het gaat weg.’
Tegenwoordig laat ik mijn bureau, vensterbank en vloer traag dichtgroeien, tot ik me niet meer kan bewegen zonder iets om te gooien.
Natuurlijk: ik begrijp de praktische voordelen van een opgeruimd huis of kantoor. En ik vind mijn kamer mooier naarmate hij minder op een vuilstort lijkt.
Maar de betekenis die tegenwoordig aan orde wordt toegekend gaat vaak veel verder. Populaire auteurs schrijven over opruimen alsof het een nieuwe religie is.
Kun je door op te ruimen simpelweg ‘kiezen’ voor een gemoedsrust, zonder daarbij dingen onder het tapijt te schuiven?
Ruim je huis op en je zult ook je manier van denken radicaal veranderen, schrijft het Japanse opruimfenomeen Marie Kondo. Grondig opruimen is ‘een overgangsrite naar een nieuw leven’ waarin je, door het gebrek aan zooi, ‘zult zien wat je eigenlijke normen en waarden zijn.’ Kondo beschrijft opruimen letterlijk als ‘gewijde handeling’ en baseert haar aanpak ‘op het bidden in shintotempels.’
‘Uiterlijke rommel is een manifestatie van emotionele, mentale, spirituele rommel,’ zeggen zelfhulpgoeroes The Mimimalists verder in hun podcast - de populairste van talloze podcasts, sites en blogs waar je kunt leren om met zo min mogelijk spul te leven.
En professionele opruimcoaches beloven meer lichamelijke en mentale gezondheid. Schoon schip maken zou bijvoorbeeld een positieve invloed hebben op allergieën en zelfs op je gewicht. Het maakt je besluitvaardiger. Enzovoort.
Volgens de Amerikaanse journalist Charles Duhigg, de auteur van het zelfhulpboek The Power of Habit uit 2012, is opruimen zelfs een zogenoemde hoeksteengewoonte: als je daaraan morrelt, komt er vanalles in beweging. Hij schrijft: ‘Elke ochtend je bed opmaken is gecorreleerd met meer productiviteit, meer welzijn, en je beter aan een budget kunnen houden.’
Het idee achter dit alles: uiterlijke orde (een leeg bureau) leidt tot innerlijke orde (een opgeruimd hoofd). Onze kamer weerspiegelt onze geest, maar is veel makkelijker te beheersen. Als we opruimen, brengen we vooral onze gedachten op orde.
Maar werkt dat echt zo? Kun je door op te ruimen simpelweg ‘kiezen’ voor een gemoedsrust, zonder daarbij dingen onder het tapijt te schuiven?
De komende maand ruim ik mijn werk- en slaapkamer elke dag keurig op, terwijl ik een antwoord zoek op de vraag: wat steekt er achter de nieuwe opruimwoede?