Het kabinet is nu ook om. Hoe Zwarte Piet langzaam maar zeker van kleur verandert
Het zwartepietendebat heeft het Sinterklaasfeest op zijn kop gezet. Wat begon met een verhitte discussie in een kunstenaarshol leidde begin deze week tot een standpunt van het kabinet. Ik was vanaf 2010 betrokken bij de anti-Zwarte Piet-beweging en blik met anderen terug op zes veelbewogen jaren.
De Groene Amsterdammer was er - voor zover ik kan nagaan - als eerste bij. Al in 1930 kraakte het weekblad een kritische noot over Zwarte Piet.
En wie in 1987 als kind naar Sesamstraat keek, had het ook al kunnen zien. Gerda Havertong zei toen tegen Pino: ‘Sinterklaas is nog niet eens in het land of zwarte mensen, grote mensen en kinderen, worden voor Zwarte Piet uitgescholden. [...] Voor veel zwarte mensen, grote mensen en kinderen, is het helemaal geen feest.’
In 1997 leidde Sonja Barend op televisie een heftige discussie, en in 1998 schreef een aantal activisten het boek Sinterklaasje, kom maar binnen zonder knecht.
Ook de kritiek op de Pietcritici, waar we de laatste jaren getuige van konden zijn via bijvoorbeeld de Facebookpagina ‘Pietitie,’ is niet nieuw.
Het Nieuwsblad van het Noorden signaleerde dit sentiment al in 1985: ‘De stereotiepe reactie van ‘blank’ Nederland is het probleem te bagatelliseren. Sinterklaas is een leuk kinderfeest, dat je niet met oneigenlijke acties moet proberen te bederven. De figuur van Zwarte Piet is niet bedoeld als discriminatie. Het is gewoon historisch zo gegroeid. Je kunt kleine kindertjes toch niet verwijten dat ze Sinterklaasliedjes zingen?’
Onze mensen pikken het niet dat peuters die toch niets van discriminatie weten, voor juniorfascisten worden uitgemaakt
Het artikel leest als een staalkaart van alle argumenten die tegen Zwarte Pietactivisten in stelling worden gebracht.
Het zou toch nog bijna dertig jaar duren tot de strijd tegen Zwarte Piet landelijk zijn eerste vruchten begon af te werpen. Nu het kabinet ook pleit voor aanpassing van Zwarte Piet lijkt definitief een keerpunt bereikt. Wat heeft ervoor gezorgd dat de ophef nu landelijke gevolgen heeft gekregen?
Het prille begin
Het nieuwe pietendebat begon in december 2010, tijdens een bijeenkomst van een diverse groep twintigers en dertigers in Amsterdam.
Op initiatief van schrijfster Simone Zeefuik en Bamba Nazar stelden zij zich de vraag die later voor zo veel maatschappelijke beroering zou zorgen: is Zwarte Piet racistisch? Een deel van de aanwezigen wist het antwoord al en gebruikte de avond vooral om contact te leggen.
Discussies als deze vonden al veel langer plaats. Toch groeiden ze nooit uit tot iets met landelijke impact. Ieder jaar viel na 5 december de discussie weer stil. Zou het ditmaal wel standhouden?
Ja, bleek al snel.
Bij die bijeenkomst in Amsterdam stond een groep activisten op die zich niet alleen in november, maar het hele jaar met Zwarte Piet zou gaan bezighouden.
Een actielijst én het eerste schisma
Een maand na de bijeenkomst kwamen in een andere zaal in Amsterdam de mensen samen die de hoofdrolspelers zouden worden van een nieuwe beweging. Kunstenaar Quinsy Gario bijvoorbeeld, maar ook dichter en blogger Jerry Afriyie en acteur Patrick Mathurin. Die laatste - momenteel bekend als de Nieuwe Sint - lanceerde in 2010 de videoclip ‘Sinterklaasje zonder knecht.’
Ze stelden een actielijst op met manieren waarop ze het racisme dat Zwarte Piet belichaamde aan de kaak konden stellen. Ze zouden gaan lobbyen in Den Haag, besloten ze. En bedrijven wijzen op hun verantwoordelijkheid.
Op grote lijnen was iedereen het daarmee eens. Maar wat er precies moest gebeuren en welke toon ze zouden aanslaan, daarover waren de meningen verdeeld. Zo leidde de naam van de beweging tot stevige discussies.
Gario stelde ‘Zwarte Piet is Racisme’ voor. Een duidelijk signaal, vonden sommigen. Anderen waren bang dat die wel erg stellig was, dat hij defensieve reacties zou oproepen en juist contraproductief zou werken.
Na nog maar een maand was het eerste schisma dus al een feit.
De Sintintocht die eindigde in de cel
De discussie speelde zich nog vooral af in Amsterdamse kunstenaarskringen. Dat veranderde toen ze de straat op gingen. In de zomer van 2011 knoopten Gario en collega-kunstenaar Jerry Afriyie bijvoorbeeld op het Keti Koti Festival in Amsterdam gesprekken aan met bezoekers. Het T-shirt ‘Zwarte Piet is Racisme’ hielp daarbij.
Als de politie ze niet had gearresteerd had het protest nooit zo veel aandacht getrokken. Dan was de beweging nu niet zo groot geweest
In november van dat jaar speelden Gario en Afriyie zich pas echt in de kijker. Bij de tv-intocht in Dordrecht begroetten ze de Sint met hun ‘Zwarte Piet is Racisme’-shirts. Ze werden er een stuk minder vriendelijk ontvangen dan op het Amsterdamse festival: de politie pakte hen op omdat ze de orde verstoord zouden hebben.
Een filmpje dat iemand daarvan maakte, ging het internet over. Want waarom werden deze twee jongemannen zo hardhandig opgepakt? Ze hadden toch alleen een T-shirt met een prikkelende tekst aan?
Een belangrijk moment, vindt kunstenaar en initiatiefnemer Raul Balai. ‘Als de politie dat niet had gedaan, had het protest nooit zo veel aandacht getrokken. Dan was de beweging nu niet zo groot geweest.’
Bijval, maar ook forse tegenstand
In de jaren daarna professionaliseerde de beweging: de demonstraties op straat werden groter en beter georganiseerd. Een grote betoging op het Amsterdamse Beursplein trok in 2013 zo’n achthonderd zielen.
Tegelijk nam de weerstand toe. De Facebookgroep Pietitie wist een kleine twee miljoen Nederlanders te verenigen rond een gemeenschappelijk ideaal: ‘Kom niet aan Zwarte Piet.’
Zulke reacties horen erbij, denkt hoogleraar Transitiekunde Jan Rotmans. ‘Dat de beweging die weerstand opriep is al een teken van succes, van pijn, afscheid, verandering. Zonder weerstand word je niet gezien en gehoord en heb je geen impact.’
Op gesprek bij de burgemeester
Ondertussen sloeg de groep die uit de Amsterdamse ontmoetingen was voortgekomen aan het lobbyen. Ze voerde gesprekken met onder meer politici, intochtorganisaties, antidiscriminatiebureaus en scholen.
Politici en bedrijven zich afzijdig: ze negeerden de kritiek liever
Dat de activisten gesprekken voerden met de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan was voor de buitenwereld een belangrijk signaal, vindt initiatiefnemer Balai. ‘Tot dat moment hielden politici en bedrijven zich afzijdig: ze negeerden de kritiek liever.’
De beweging mocht dan een luisterend oor hebben gevonden, toch wilde Van der Laan Zwarte Piet toen niet uit de Amsterdamse intocht weren. Dit jaar wél: er waren geen pikzwarte pieten meer bij de intocht aanwezig, net als in enkele andere grote steden.
Piet belandt in het beklaagdenbankje
Ook in de rechtszaal en bij de Nationale Ombudsman begon Zwarte Piet voor beroering te zorgen. Die aanhouding van Gario en Afriyie in Dordrecht was onrechtmatig, oordeelde de Ombudsman in 2014. Hij noemde de arrestatie disproportioneel gewelddadig en in strijd met mensenrechten.’
Gario liet het er niet bij zitten. In 2013 maakte hij bezwaar tegen de vergunning van de Amsterdamse Sinterklaasintocht en werd hij in het gelijk gesteld door de rechter. Zwarte Piet was een negatief en schadelijk stereotype, vond die. Maar tot een echte overwinning kwam het niet: burgemeester Van der Laan ging in beroep en kreeg voor elkaar dat het vonnis vernietigd werd.
Een Utrechtse moeder die een zaak aanspande tegen de school van haar kind had meer succes. Zij stapte naar het College van de Rechten van de Mens en hoorde: scholen die Sinterklaas met traditionele Zwarte Pieten vieren, bieden geen discriminatievrije omgeving. En dus moeten ze het anders aanpakken.
Discussie in de klas en op tv
Inmiddels begonnen scholen Zwarte Piet ook op de agenda te zetten. Zij werden een handje geholpen door Nederland Wordt Beter (voortgekomen uit de actiegroep Zwarte Piet is Racisme). Die stichting bracht het lespakket Sinterklaas & Zwarte Piet uit: een handleiding voor scholen, docenten en ouders om de oorsprong van het Sinterklaasfeest en de discussie rondom de figuur Zwarte Piet in de klas te behandelen.
‘De media hebben over dit lespakket eindelijk neutraal, soms zelfs positief bericht,’ vertelt Devika Partiman van Nederland Wordt Beter. ‘Dat gaf voor mij aan dat er nu eindelijk geluisterd wordt naar de bezwaren tegen Zwarte Piet, dat ze begrepen worden.’
En dan waren er nog de films over het racisme van Zwarte Piet, zoals de docu Zwart als Roet van Sunny Bergman. En de Pietmakeovercampagne van onder meer tv-maker Anousha Nzume.
Inmiddels was Zwarte Piet is Racisme lang niet meer de enige protestgroep. Zo was er bijvoorbeeld de actiegroep MAD Mothers, die zich via internet vooral richtte op (zwarte) ouders. Het doel: zorgen dat zij Zwarte Piet zouden aankaarten bij besturen van scholen en kinderdagverblijven.
Fabrikanten en winkels onder druk
Ook het bedrijfsleven kreeg met activisten te maken. Zo startte MAD Mothers de actie Drie Dwaze Weken, gericht op de Amsterdamse Bijenkorf. In december 2014 etaleerde die winkel nog grote mechanische zwarte ‘klimpieten’: poppen die in de hal van het warenhuis over touwen heen en weer klommen. De groep besloot een omweg te nemen: ze richtte zich niet op de Bijenkorf zelf, maar op de grote kledingmerken waarmee die samenwerkte.
Er was net online een filmpje opgedoken waarin Kim Kardashian klaagde over ‘blackface.’ Saillant, want Kims zus Khloe zou vlak voor 5 december in de Bijenkorf een nieuwe kledinglijn lanceren. De activisten waren er snel uit: ze gingen zich via Twitter en e-mail richten op de Kardashians en op de CEO’s van modemerken Louis Vuitton en Benneton. De actie had succes: een halfjaar later maakte de Bijenkorf bekend de Zwarte Pieten in te ruilen voor ‘gouden pieten.’
Ook speelgoedfabrikant Fisher-Price, die Zwarte Piet-poppetjes verkocht, werd het mikpunt van een MAD Mothers-campagne. De groep riep via sociale media aanhangers op bij het bedrijf over de poppetjes te klagen.
Andere groepen zetten op een vergelijkbare manier het Amerikaanse moederbedrijf van Sesamstraat en televisiezender Nickelodeon onder druk. Inmiddels is Zwarte Piet niet meer in Sesamstraat en Nickelodeon-programma’s te bekennen. Het Sinterklaasjournaal worstelt ondertussen nog met Zwarte Piet.
Nederland is verdeeld, maar dat is deel van het succes
Hoewel 79 procent van de Nederlanders tegen aanpassing van het uiterlijk van Zwarte Piet is, staan steeds meer mensen open voor verandering. Anti-Piet-activisten prijzen zich (voorzichtig) gelukkig, zeker nu het kabinet ook voor verandering van het uiterlijk van Zwarte Piet is. Daar moet bij gezegd worden dat tegenstanders zich steeds hardnekkiger lijken vast te bijten in de traditie en politiegeweld tegen anti-Zwarte Piet-demonstraten nog steeds voorkomt.
‘Het is veel mensen intussen wel duidelijk dat Zwarte Piet symbool staat voor veel meer dan een onschuldig figuur in een kinderfeest,’ vindt Anousha Nzume. ‘Hij staat echt symbool voor het racismedebat, voor hoe we in Nederland omgaan met donkere mensen.’
‘En dat hebben we helemaal voor elkaar gekregen zonder geld, zonder een kantoor of werknemers of tijd,’ vertelt Devika Partiman van Nederland Wordt Beter. ‘We vergaderen nauwelijks, zien elkaar maar heel weinig. En toch kunnen we, mede dankzij een lullige Facebookgroepschat en WhatsAppgroep, dit samen succesvol doen.’
Zwarte Piet gaat hoe dan ook verdwijnen, voorspelt Partiman. ‘Ik kan niet zeggen hoelang dat nog duurt, maar het gaat gebeuren.’ En als die missie geslaagd is?
‘Dan gaan we het hebben over Nederlandskoloniale verleden,’ zegt Partiman. ‘En over het effect dat dit tot op de dag van vandaag heeft op de wereld en op Nederland. En ik hoop dat de afschaffing van de slavernij écht nationaal herdacht en gevierd gaat worden.’
Voor dit stuk heb ik gesproken met Jerry Afriyie, Roelof Jan Minneboo, Raul Balai, Anousha Nzume, Sunny Bergman, Barryl Biekman, Marlyn Mimi Mau-Asam, Mercedes Zandwijken, Mitchell Esajas, Devika Partiman, Simone Zeefuik en Jan Rotmans.