In zijn rechterhand heeft hij een lila keukenaansteker, in zijn linkerhand een pakje explosieven. Hij is twaalf jaar oud en staat op het grasveldje naast de flat waar hij woont. Het is ruim een maand voor Oud en Nieuw en het miezert. Het jochie roept ‘kut’. Zo kan hij zijn vuurwerk niet afsteken.

Mehmet is zijn naam en hij is zeiknat. De gel uit zijn haar loopt in witte druppels over zijn wangen. Vriend Joey, ook twaalf, zoekt beschutting in een portiek. Hij vindt het zonde om het nu af te steken. Straks wordt de lont nat en is hij de vijf euro die hij aan zijn Cobra 6 besteedde kwijt. zijn illegaal vuurwerk - het hardst knallende dat in Europa verkrijgbaar is. Het vuurwerk staat vanwege zijn verwoestende kracht en overdonderende knal, vergelijkbaar met een handgranaat, bovenaan het verlanglijstje van zowel vuurwerkfanaten als vuurwerkbestrijders. Cobra’s zijn populair en spotgoedkoop.

En ze zijn heel eenvoudig te krijgen.

De Cobra wordt geproduceerd door het bedrijf uit Italië. Ook daar is dit vuurwerk illegaal, maar toeristen krijgen het vuurwerk moeiteloos de grens over. Joey kreeg het van zijn broer, maar waar die het vandaan heeft weet hij niet. Hij kijkt nog eens naar de Cobra’s in de hand van Mehmet en roept een paar keer nee, maar zijn vriendje is onverbiddelijk: hij moet over een kwartier thuis zijn en gaat er nú eentje afsteken.

BAM. Een grijze waas boven het grasveld. In de verte gaat een auto-alarm af. De klap echoot tussen de flatgebouwen en doet de grond trillen

Drie klikken met de aansteker later begint het lont van het explosief te branden. Mehmet rent kirrend richting zijn vriendje. Een vuurfonteintje pruttelt uit de vijftien centimeter lange staaf. Dan: BAM. Een grijze waas boven het grasveld. In de verte gaat een auto-alarm af. De klap echoot tussen de flatgebouwen en doet de grond trillen. Een vrouw die vijftig meter verderop haar hond uitlaat schreeuwt en wijst. Mehmet en Joey hebben ogen als schoteltjes, juichen met hun handen nog tegen de oren gedrukt. Dan zijn ze weg. In het grasveld ligt een krater.

Het beste vuurwerk knalt de grond in

Op 2 januari koppen de kranten elk jaar hetzelfde: ‘Nederland knalt velen miljoenen euro’s de lucht in’. Een mooie beeldspraak, maar wie puur voor de knallen gaat weet dat het ‘beste’ vuurwerk niet de lucht in gaat, maar de grond in. En hard ook. We doken in de wereld van het illegale vuurwerk om te ontdekken hoe je aan zulke heftige knallers kunt komen.

Vuurwerk moet in Nederland aan een aantal voldoen wil het legaal zijn. Allereerst moet het beschikken over een Nederlandse gebruiksaanwijzing, bevat het de aanduiding ‘geschikt voor particulier gebruik’ en staat er op de verpakking een vermelding of afbeelding die duidelijk maakt welke effecten je kunt verwachten van het voorwerp. Van legaal vuurwerk weet je zeker dat het uitvoerig getest is en niet te veel kruit bevat (tot 2 gram kruit per rotje is toegestaan).

Toch neemt het gebruik van zwaar illegaal vuurwerk in Nederland de laatste jaren sterk toe. In veel knallers zit tussen de 80 en 100 gram flitspoeder (kruit dat harder knalt dan regulier zwart kruit, maar dat ook zeer licht ontvlambaar is): en dat is twee keer zoveel als een paar jaar geleden, vuurwerkexpert van de Nationale Politie Ad Nieuwman eerder deze maand aan de Volkskrant. Om aan te geven hoe krachtig dat is: met één zo’n rotje kun je met gemak een grote opblazen. Ook wordt er de laatste jaren vaker melding gemaakt van schade die is aangericht door zelfgemaakte vuurwerkbommen. Elke dag tussen Kerst en Oud en Nieuw worden er talloze nieuwe gevallen gemeld.

Jagen op de Big Five

Om deze redenen werd in 2011 de (Opsporing Vuurwerk Bommenmakers) opgericht. Zij jagen online op (ver)kopers van de zogenoemde Big Five: de vijf gevaarlijkste soorten illegaal vuurwerk.

Eén daarvan is de mortierbom: een kartonnen bol met grote hoeveelheid kruit erin, die eigenlijk bedoeld is om tijdens professionele vuurwerkshows hoog in de lucht af te gaan. De illegale variant wordt op de grond tot ontploffing gebracht. Andere soorten gevaarlijk lawinepijlen, batterijen en romeinse kaarsen.

Qua populariteit met stip op één: de Bangers. Knalvuurwerk met een zeer grote hoeveelheid kruit erin. De Cobra 6 is de heftigste Banger die in Europa te verkrijgen is. Hij bevat 48,5 gram kruit per stuk: bijna 25 keer zoveel als in Nederland per knaller is toegestaan. Het bezitten ervan komt je te staan op een boete van 340 euro. Het herkennen van een Cobra is niet moeilijk: een Cobra in de verte klinkt als een donderklap, een Cobra van dichtbij klinkt als een bom.

Online vuurwerk kopen

Hoe makkelijk is zulk vuurwerk te krijgen? In een shoarmatent in Rotterdam staan we te wachten op onze afspraak: een vuurwerkverkoper die we op een forum hebben gevonden. Hij stuurt ons een sms: ‘Koop een blikje cola en loop heen en weer. Dan herken ik je.’ Het is een nerveuze jongen in een te grote trui. Hij is zijn mavo aan het afronden en heeft een paar dagen vrij. Dit is het eerste jaar dat hij illegaal vuurwerk verkoopt. Als we hem vertellen dat we een verhaal over illegaal vuurwerk aan het schrijven zijn, wijst hij naar de hemel. ‘Het weer is klote man, ik moet ervandoor.’

In een wc-hokje op Rotterdam Centraal bekijken we het resultaat van onze transactie. De Cobra 6: drie gitzwarte exemplaren voor vijftien euro. Ze ogen als de dynamietstaven waarmee in tekenfilms bruggen worden opgeblazen. Op internet wordt het spul in grote bewoordingen aangeprezen én gevreesd. Op een forum staat ‘De Cobra 6 heeft de kracht van een handgranaat.’ In een Youtube-filmpje beweert een jongen stellig: ‘De Taliban gebruikt deze bommen voor de jihad. Ze blazen er volledige flatgebouwen mee op.’

De grenswinkels vinden gretig aftrek. Cobra’s vinden we er niet; wel vlinders en strijkers, beide knallers die in ons land verboden zijn, maar die in de kofferbak zo mee de grens over komen

We proberen na deze aankoop via een andere website opnieuw Cobra’s te regelen, maar dit keer worden we opgelicht. ‘Je hebt driemaal de Cobra 6 nodig?’, mailt iemand die zich voordoet als Sofyan. ‘Klopt,’ antwoorden we. ‘Waar woon je?’ vraagt Sofyan. ‘Utrecht.’ ‘Dan kan ik je bestelling alleen via de post sturen. Tenzij je langs wilt komen? Ik woon in Maastricht.’ ‘Met de post is wellicht handiger dan.’ We maken het geld anoniem naar hem over. Daarna horen we niets meer. Een gangbaar verhaal, zo lezen we online.

Omdat mensen te bang zijn om in het echt vuurwerk te kopen, laten ze hun spul opsturen per post. In een poging alles zo anoniem mogelijk te regelen is het makkelijk om opgelicht te worden. Vuurwerk versturen per post is overigens ontzettend dom: je brengt daarmee iedereen die onderweg met het pakket in aanraking komt, in gevaar. We zijn dus opgelicht, maar achteraf gezien is dat maar goed geweest ook.

Het gemak waarmee het spul te krijgen valt, zien we ook in onze eigen omgeving terug. Een uur nadat we wat vrienden en familieleden whatsappen is er iemand die al voor de volgende dag een pakje Cobra’s kan regelen. Hij heeft ze van een vriend gekregen, een vrachtwagenchauffeur die ze van de zomer in Tsjechië is gaan halen. Ze kosten 20 euro voor drie Cobra’s, iets meer dan de standaardprijs.

Zelf rijden we naar België, waar op de grens overal vuurwerkwinkels staan. Vuurwerk verkopen is in België het hele jaar door toegestaan en het vuurwerk dat ze daar hebben knalt harder dan het Nederlandse. In België is, in tegenstelling tot hier, gebruik van het zogenoemde flashkruit toegestaan. brandt veel feller dan het in Nederland gebruikte buskruit, waardoor er veel meer druk wordt opgebouwd in de huls van het vuurwerk en de uiteindelijke klap harder is. De grenswinkels vinden dan ook gretig aftrek. Cobra’s vinden we er niet; wel vlinders en strijkers, beide knallers die in ons land verboden zijn, maar die in de kofferbak zo mee de grens over komen.

Aantrekkingskracht

Tijdens de jaarwisseling van 2012 naar 2013 werden in Nederland 810 mensen met vuurwerkverwondingen behandeld op de spoedeisende hulp - een stijging van 20 procent ten opzichte van de vorige Oud en Nieuw. In ongeveer 20 procent van de gevallen ging het om illegaal vuurwerk of zelfgemaakte vuurwerkbommen.

Uit cijfers blijkt dan ook dat steeds meer mensen tégen het afsteken van vuurwerk zijn. Uit een recente poll van de actualiteitenrubriek bleek twee derde van de Nederlanders vóór een verbod op particulier vuurwerk te zijn. En het meldpunt voor vuurwerkklachten heeft dit jaar ook alweer tienduizenden meldingen ontvangen. Maar hoe valt dat te rijmen met het feit dat er nog steeds elk jaar meer vuurwerk verkocht wordt dan het voorgaande? Wat is er zo aantrekkelijk aan knallen, dat zwaar illegaal vuurwerk zo populair is onder jongeren?

Tijdens de jaarwisseling van 2012 naar 2013 werden in Nederland 810 mensen met vuurwerkverwondingen behandeld op de spoedeisende hulp: een stijging van 20 procent vergeleken met het jaar daarvoor

Mariëtte Huizinga, ontwikkelingspsycholoog en hoofddocent aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, is gespecialiseerd in de ontwikkeling van risicogedrag bij kinderen en tieners. Volgens haar experimenteren kinderen graag met vuurwerk, omdat er tijdens hun puberteit nog onvoldoende balans is tussen het cognitieve systeem (handelen vanuit kennis of logica) en het affectieve systeem (handelen vanuit gevoel of impuls). ‘Het probleem is dat de ontwikkeling van het affectieve systeem eerder piekt tijdens de puberteit. Daarom zijn kinderen heel gevoelig voor prikkels, spanning en sensatie. Bij iets dat spannend is, zoals vuurwerk, wordt de ratio overschreeuwd door de impuls. Kinderen zíen vaak wel of iets verstandig is of niet, maar ze handelen er niet naar omdat hun cognitieve systeem nog onderontwikkeld is.’

Een andere belangrijke factor bij het willen opzoeken van risicovol gedrag, is volgens Huizinga druk vanuit vriendjes en vriendinnetjes. ‘Kinderen, in het geval van vuurwerk vooral jongetjes, jutten elkaar enorm op. Zo’n vriendengroep is één groot orkest van wilde plannen. Daar komt nog bij dat illegaal vuurwerk natuurlijk ook een hoog ‘verboden fruit’-gehalte heeft. En dat is altijd aantrekkelijk.’

Huizinga introduceert de term ‘ als we informeren naar volwassenen die grote risico’s nemen met vuurwerk. ‘Bij de meeste mensen wordt het cognitieve systeem na de puberteit sterker dan het affectieve, waardoor impulsieve of extreme acties als vuurwerkbommen bouwen minder aantrekkelijk worden. Volwassen mannen die nog steeds bommen bouwen in hun schuur, zijn verslaafd geraakt aan de spanning. Deze mensen kunnen niet meer stoppen met het opzoeken van grenzen, het is dwangmatig geworden. En dat je bouwsel op elk moment in je gezicht kan ontploffen, dat is blijkbaar ook spannend.’

De schuurtjesman uit Twello

In het Gelderse Twello woont zo’n schuurtjesman. ‘Het begon in de wijk. Als klein jochie zag ik stoere zestienjarigen rondlopen met lawinepijlen, nitraten, vlinders. Ik keek tegen die jongens op. Die klappen waren toch een stuk harder en spectaculairder dan die van de Astronauten die ik en mijn vriendjes op zak hadden.’

Naarmate hij ouder werd wist de schuurtjesman ook de hand te leggen op het zwaardere spul. Maar zelfs dat ging op den duur vervelen en dus begon hij met andere materialen te knutselen. ‘Toen ik vijftien was begonnen we met vrienden bommen te bouwen. We kochten een fles bij de Kruidvat en maakten die met duct tape vast aan een Cobra 6. Daar plakten we dan weer een busje haarlak aan vast en dat staken we dan in de fik.’ Over zijn wasbenzinebom zegt hij ernstig: ‘Het begon klein; zoiets moet je niet gelijk groots aanpakken. Dan ben je niet goed bezig.’

Het zijn mensen zoals de schuurtjesman uit Twello die het nieuws halen met hun vuurwerkvandalisme. Maar niet iedereen die van knallen houdt, heeft slechte bedoelingen. Toon Gemmink (35) is een zelfbenoemd vuurwerkfanaat. Hij baalt van mensen die vuurwerk misbruiken. ‘Door al dat vandalisme wordt de vuurwerkdiscussie in Nederland nu op een verkeerde manier gevoerd. Veel mensen klagen over overlast door vuurwerk, maar het vuurwerk dat die overlast veroorzaakt, is allemaal illegaal. In plaats van dat illegale vuurwerk aan te pakken, willen sommige mensen nu maar gelijk de hele traditie van het zelf vuurwerk afsteken afschaffen.’

Ouwe rot

Hoewel een steeds grotere groep Nederlanders pleit voor het verbieden van particulier vuurwerk, lijkt het effectief bestrijden van vandalisme en overlast vooral te zitten in het aanpakken van de illegale vuurwerkhandel. Een deel van die vangsten wordt gedaan door jochies en schuurtjesmannen en hun bommen van straat te rapen. Een ander deel van de oplossing zou kunnen liggen in het in kaart brengen van wat particulieren gedurende het hele jaar vanuit Polen, Italië of België aan vuurwerk meenemen naar Nederland. Maar vooral ook de grotere partijen illegaal zwaar vuurwerk, waarvan bekend is dat ze via de havens van Antwerpen en Rotterdam Nederland ingevoerd worden, zouden eerder onderschept kunnen worden.

Gemmink zou een verbod in elk geval eeuwig zonde vinden. Hij is een van de oprichters van de site Het online platform telt zo’n 34.000 leden, allemaal vuurwerkfanaten. Jaarlijks heeft Freakpyromaniacs zo’n anderhalf miljoen bezoekers. Toon groeide op in Katendrecht, het Chinatown van Rotterdam. Als zevenjarig jongetje stond hij met zijn opa naar het vuurwerk van de Chinezen te kijken.

‘Voor veel mensen is vuurwerk vooral herrie. Maar als je iets beter luistert begrijp je dat vuurwerk niet alleen beeldschoon is om te zien, maar dat het een muzikale compositie is. Er zit ritme in. Niets is mooier dan ‘s avonds buiten zijn met vrienden, eten en wijn. Zelf iets afsteken of je met z’n allen vergapen aan het schilderij van licht dat verschijnt op die zwarte hemel. Tranen.’