Veel vluchtelingen die minder dan anderhalf jaar een huis in Nederland hebben, zijn nog sterk gericht op hun land van herkomst. Ze maken zich grote zorgen over familieleden die zijn achtergebleven.

Wat er in hun land gebeurt, volgen ze op de voet, soms bijna obsessief. Dat bepaalt in hoge mate hoe ze zich voelen. Het leven dat ze hebben achtergelaten laat hen voorlopig niet los.

Dat geldt in elk geval voor de ruim tweehonderd nieuwkomers die meedoen aan het initiatief Nieuw in Nederland. Zij vulden voor de tweede keer een vragenlijst in die ditmaal in het teken stond van banden met het moederland en van gezinshereniging. Dat deden ze samen met een lid van De Correspondent. Resultaten zijn maar vormen het startpunt voor journalistiek onderzoek.

1. Wat er in hun moederland gebeurt, bepaalt in hoge mate de stemming

Hoe vaak kijk je op telefoon, computer en/of televisie om te zien wat er aan de hand is in je land van herkomst? Dat was een van de vragen. Twee derde antwoordde: dagelijks. Wat ze horen of zien van hun vaderland, bepaalt bij drie vierde de stemming in hoge of zeer hoge mate.

Wat ze horen of zien van hun vaderland, bepaalt bij drie vierde de stemming in hoge of zeer hoge mate

Ter vergelijking: twee op de vijf ondervraagden informeert zich dagelijks over wat er gaande is in Nederland. Bij de helft kleurt dat de stemming in hoge of zeer hoge mate.

Wat er aan de hand is in het land van herkomst, raakt de meeste ondervraagden dus sterker dan wat ze in Nederland meemaken.

Een op de drie denkt dat Nederlanders goed of tamelijk goed op de hoogte zijn van wat er speelt in hun land van herkomst, een op vier houdt het op slecht tot tamelijk slecht.

2. Vluchtelingen maken zich grote zorgen over achtergebleven familie en vrienden

Het wel en wee van de achtergelaten familie houdt veel van de ondervraagden hevig bezig. De helft heeft dagelijks contact met die verwanten in het buitenland, in de meeste gevallen via WhatsApp en Facebook. Vrijwel allemaal vinden ze dat contact belangrijk, bijna negen van de tien zelfs heel belangrijk.

Contact met vrienden in het buitenland is ook belangrijk, maar veel minder dan met familie. Een van de zeven ondervraagden heeft dagelijks contact met vrienden. Een kwart van de nieuwkomers die meedoen, vindt dat heel belangrijk.

Over de familie maken vier van de vijf ondervraagden zich in hoge of zeer hoge mate zorgen. Op de open vraag waarover ze zich dan zorgen maken, komen de schrijnendste reacties.

Bijna iedereen is bang dat familie de omstandigheden in het land van herkomst - vooral de oorlog in Syrië - niet overleeft. Sommigen zijn al familie kwijtgeraakt, zoals deze man die huilend vertelt: ‘Mijn vader is dit weekend omgekomen in Aleppo en ik maak me nu grote zorgen om mijn moeder.’ Een klein aantal weet niet of de familie nog in leven is. Het niet beantwoorden van de telefoon door familie in Syrië leidt tot grote ongerustheid.

Ondervraagden maken zich ook zorgen over gebrek aan geld, eten en medische zorg is Syrië. Het land kent nog een ander probleem dat vijf keer opduikt in de antwoorden: ontvoeringen. Mannen worden van straat geplukt door de regering, IS, krijgsheren of gangsters en moeten meevechten of belanden in de gevangenis. Ondervraagden zijn bang dat dit ook hun broers, ooms of neven overkomt.

Iemand zegt bijvoorbeeld: ‘Ik ben bang dat onze vaders en broers worden aangehouden door het regime van Bashar al-Assad of door nepsoldaten en dat ze met auto en al worden meegenomen en nooit meer terugkomen. Dit soort dingen gebeurt voortdurend. Mensen gaan de deur uit en komen nooit meer terug.’

Als familieleden Syrië uit zijn gevlucht, zijn er weer andere zorgen. Hebben ze genoeg geld om in leven te blijven? Iemand schrijft: ‘Voor vrienden en familie buiten Syrië en Nederland maak ik me zorgen over hoe zij in eenzaamheid leven, of ze voor zichzelf kunnen zorgen.’

Ondervraagden maken zich de meeste zorgen over familieleden, maar veiligheid van vrienden is ook een bron van zorg. ‘Iedere keer dat de regering het leger een opdracht geeft (bijvoorbeeld om huiszoekingen te doen of een oorlog tegen Ethiopië te beginnen) ben ik bang dat dat gevolgen heeft voor mijn familie en vrienden,’ schrijft iemand over Eritrea.

3. Twee op de vijf vluchtelingen vroegen gezinshereniging aan

Gezinshereniging was het tweede thema van het onderzoek. Twee op de vijf ondervraagden vroegen gezinshereniging aan. Dat kan alleen voor een echtgenoot of echtgenote en voor kinderen. Minderjarigen kunnen dat ook voor ouders. Bij een kwart van de aanvragen ging het om één persoon, bij de helft om twee of drie en bij het laatste kwart om vier of meer.

Bij bijna de helft van de nieuwkomers heeft een aanvraag al tot gezinshereniging in Nederland geleid. Bij een op de tien nieuwkomers is minimaal één aanvraag afgewezen. Een op de vier heeft nog een aanvraag in behandeling. Nog eens een op de zeven is goedgekeurd, maar moet nog worden uitgevoerd.

Twee op de vijf ondervraagden vroegen gezinshereniging aan

Bij slechts drie nieuwkomers is de aanvraag goedgekeurd maar kan niet worden uitgevoerd. Dat zijn schrijnende gevallen. In een reportage komen we daar later op terug.

Over hoe gezinshereniging in Nederland wordt afgehandeld, lopen de meningen van de ondervraagden sterk uiteen. De helft is tevreden tot zeer tevreden. Een op de drie is juist ontevreden tot zeer ontevreden.

De helft van de ondervraagden heeft inmiddels familie in Nederland. Bijna iedereen heeft vrienden in Nederland, meer dan negen op tien. Toch voelen twee van de vijf zich dagelijks of een paar keer per week alleen. En een op de drie maakt zich in hoge mate of zeer hoge mate zorgen over zichzelf. De meesten maken zich dus meer zorgen over familie en vrienden in het buitenland dan over zichzelf in Nederland.

Al met al kan worden geconstateerd dat veel ondervraagden hun handen vol hebben aan zorg om familie in het land van herkomst en aan gezinshereniging.

4. Andere antwoorden en ervaringen

We stelden ook twee open vragen: Wat mis je het meest uit je land van herkomst? En wat vind je fijn aan Nederland? En we vroegen om een foto van iets in de woning van de nieuwkomer dat hem of haar doet denken aan het land van herkomst. Een selectie uit antwoorden en foto’s publiceren we deze week.

We ontvingen dit keer 223 ingevulde vragenlijsten. Dat zijn er zo’n vijftig minder dan vorige keer. Vaak waren het basale, triviale redenen waarom Correspondentlid of nieuwkomer het moesten laten afweten. ‘Helaas....al even ziek!’, meldt iemand. Een ander lid meldt: ‘Het lukt deze keer niet om de vragenlijst in te vullen. Thanaa liet weten dat ze na de eerste vragenlijst aan het piekeren was geslagen over Syrië.’

Sommige nieuwkomers hadden het tijdelijk te druk met een stageplek zoeken of met het schilderen van hun huis in afwachting van gezinshereniging. En er waren er die wel wat anders aan hun hoofd hadden omdat ze ‘zeer slecht nieuws over familie in Syrië hadden gekregen,’ zoals een Correspondentlid schrijft. Of omdat de nieuwkomer een spreekbeurt moest voorbereiden ‘over De Correspondent.’

In een enkel geval liep het contact tussen Correspondentlid en nieuwkomer uit op een frontale botsing: ‘Ik haak af,’ schreef een Correspondentlid. ‘De vrouw met wie ik inmiddels twee keer afsprak, postte op Facebook foto’s van de in Israël, voorzien van jubelende commentaar: ‘Nog nooit zulke mooie foto’s gezien,’ ‘Moge Allah ze een voor een verbranden.’ Ik heb voorzichtig gevraagd of ik iets verkeerd begreep, of dat Google Translate in de war was. Maar nee, ze was echt heel erg blij. Ik heb laten weten dat ik me hierdoor gekwetst en geshockeerd voel. [...] Dus het spijt me zeer voor het bijzondere en waardevolle project Nieuw in Nederland, maar ik stop ermee.’

Bij de honderden contacten tussen Correspondentleden en nieuwkomers zijn de aangename ervaringen gelukkig veruit in de meerderheid. Tientallen deelnemers laten weten dat ze al uitzien naar een volgende ontmoeting naar aanleiding van een volgende vragenlijst. Die zal grotendeels in het teken staan van inburgering.

Dit verhaal is onderdeel van het initiatief Nieuw in Nederland. Zonder financiële bijdrage van was dat niet mogelijk geweest. Dit verhaal is vertaald in het en het

Grasduin hier door alle cijfers van het tweede onderzoek van Nieuw in Nederland Vandaag publiceren we de resultaten van de tweede vragenlijst van Nieuw in Nederland. Het initiatief waarbij Correspondentleden vluchtelingen interviewen over hun nieuwe bestaan in Nederland. Voor de liefhebber: de grafieken van álle data. Lees hier de update van Sanne Blauw en Dick Wittenberg


Meer weten?

Hoe toneel 22 Syriërs in Hoogeveen deed inburgeren Toneelspelen bij wijze van inburgering, dat is in Nederland nooit eerder vertoond. Hoogeveen nam de proef op de som en ik ging kijken. De taal werd geleerd, vooroordelen verdwenen, contacten werden gelegd. ‘Ieder van ons is hier heel gelukkig mee.’ Lees het verhaal hier De wonderbaarlijke comeback van een dameskapper (of waarom iedereen een Fatima nodig heeft) De Syrische Maher Mansour (39) bouwde in Nederland binnen vier jaar net zo’n succesvol bedrijf op als in het land waar hij alles verloor. Maar zijn droom zou geen werkelijkheid geworden zijn zonder Fatima El Kaddouri. Had elke vluchteling maar zo iemand. Lees de reportage hier Hier verzamelen we alle verhalen én vertalingen van het initiatief Nieuw in Nederland Ruim driehonderd Correspondentleden interviewen vluchtelingen over hun nieuwe bestaan in Nederland. Hun verhalen vormen de basis voor de stukken binnen het initiatief Nieuw in Nederland. Hier zetten we al die verhalen én vertalingen op een rij. Lees de verzameling hier