Maak kennis met de vrouwenscout die de politiek minder mannelijk wil maken
Waarom is het toch zo lastig om evenveel vrouwen als mannen in de politiek te krijgen? Vrouwenscout Attiya Gamri is voorzitter van het vrouwennetwerk van de PvdA. Een kijkje in haar kweekvijver maakt duidelijk wat het probleem is.
‘Ik ben teleurgesteld,’ zegt Attiya Gamri. Ze plaatst een felrode klapstoel pontificaal op het podium. De lege stoel staat symbool voor de afwezigheid van vrouwen.
Gamri (44 jaar, grijs broekpak) is voorzitter van de Vrouwen in de PvdA (ViP) en rijdt al weken rond met de stoel in haar achterbak. Bij elke PvdA-bijeenkomst met uitsluitend mannen op het podium krijgt de zetel een prominente plek.
Vandaag is dat – symbolisch – onder het glazen plafond in een Amsterdamse loods, waar Lodewijk Asscher en Diederik Samsom de show stelen.
Want de politiek is nog lang geen afspiegeling van de samenleving. De komende verkiezingen in maart is er slechts één vrouwelijke lijsttrekker: Marianne Thieme. Het aantal vrouwelijke Tweede Kamerleden ligt al jaren rond de 38 procent.
Gamri legt zich daar niet bij neer: ‘We moeten met de vuist op tafel slaan en dit niet accepteren.’ Ze zal niet rusten tot er evenveel vrouwen als mannen in de blauwe zetels zitten. Een kijkje in haar kweekvijver laat zien waarom het zo lastig is dat te realiseren.
Waarom er niet meer vrouwen zitten
Vorige week won Asscher de strijd om het PvdA-lijsttrekkerschap van Samsom. Attje Kuiken volgt Samsom als fractievoorzitter - tot de verkiezingen zijn er dus twee vrouwelijke fractieleiders in de Kamer. Maar voor de functie van PvdA-lijsttrekker waren precies nul vrouwelijke kandidaten.
Onvoorstelbaar voor de partij die ooit de Rooie Vrouwen in het partijbestuur opnam, vindt Gamri. Voor de partij die al in 1987 naar 50 procent vrouwen op de lijst streefde. En voor de partij die in de jaren negentig een multi-etnisch vrouwennetwerk had.
‘Het onderwerp is niet meer sexy,’ zegt Gamri. Ze merkt dat mensen er niet graag over praten, ‘vooral mannen niet.’ Tien jaar geleden stond in het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie 2006 – 2010 nog een streven naar minimaal 45 procent vrouwen in politieke posities, dat werd nooit gehaald.
De leiding van de PvdA had zich al uitgesproken voor Asscher, Samsom of Aboutaleb. Dan moet je wel lef hebben om daar als vrouw je naam aan toe te voegen
Daarom vaart Gamri haar eigen koers. Sprak ze afgelopen zomer met wel tien vrouwen met bestuurservaring over het lijsttrekkerschap. Ze kon geen van hen overtuigen zich kandidaat te stellen. Gamri: ‘De leiding van de PvdA had zich al uitgesproken voor Asscher, Samsom of Aboutaleb. Dan moet je wel lef hebben om daar als vrouw je naam aan toe te voegen.’
Vrouwen twijfelen ook meer, zegt Gamri. Of ze wel capabel genoeg zijn, of ze het wel kunnen combineren met hun zorgtaken, of ze hun vaste baan wel willen opgeven voor een onzekere plek in de partijpolitiek en of ze wel in de (negatieve) belangstelling willen staan.
Er moet dus veel meer steun komen voor vrouwen die een stap naar voren willen zetten, meent Gamri. ‘Als een vrouw een gooi wil doen naar het lijsttrekkerschap, zegt niemand: ‘Leuk, ga eens met Spekman praten!’ In plaats daarvan is de vraag: ‘Zou je dat nou wel doen?’
De ideale Kamerkandidaat - wie is dat?
Jarenlang hanteerde de PvdA streefcijfers, maar de afgelopen paar verkiezingen verslapte de aandacht ervoor. ‘Emancipatie en diversiteit staan veel minder hoog op de agenda dan in vorige parlementen. Dat zie je terug in het Kamerlandschap,’ constateert politicoloog Liza Mügge, die diversiteit in de Tweede Kamer onderzoekt.
Vooral bij de linkse en sociaaldemocratische partijen, zoals de PvdA en GroenLinks, ziet Mügge ruimte voor streefcijfers en diversiteitsnetwerken. Liberale partijen, zoals de VVD en D66, geloven meer dat emancipatie de verschillen vanzelf wegneemt.
Ondertussen is de meerderheid van de PvdA-fractie die zich niet nogmaals verkiesbaar stelt vrouw. ‘Ze hebben genoeg van het haantjesgedrag in de Kamer of vinden de combinatie met hun gezin of mantelzorgtaken lastig,’ zegt Gamri, die ze stuk voor stuk sprak. Een gebrek aan coaching werd ook als oorzaak genoemd.
Dus heeft Gamri zich sufgebeld, ge-appt en genetwerkt om nieuwe, talentvolle vrouwen te stimuleren voor het Kamerlidmaatschap. ‘We zijn een alternatief voor het old boys’ network dat de politiek domineert.’ Want hoe getalenteerd een persoon ook is, zonder connecties met de poortwachters van de partij blijft iemand onzichtbaar, blijkt ook uit onderzoek. Geen bewuste onwil vanuit de partij, denkt ze, maar een diepgewortelde voorkeur voor het bekende.
In haar kweekvijver ontdekt Gamri de Amsterdamse Mala Eckhardt, in wie ze de ideale Kamerkandidaat herkent: veertien jaar politieke ervaring in Amsterdam Zuidoost, sterke banden met de Surinaams-Hindoestaanse gemeenschap en de drive om de samenleving te verbeteren. Maar Eckhardt twijfelt.
Vanaf mei voeren de twee lange gesprekken. Over de voor- en nadelen van de Kamerpolitiek. Over het effect op Eckhardts privéleven. En over de bijdrage die ze aan de samenleving zou kunnen leveren. Eckhardt: ‘Het streelde mij dat de voorzitter van de ViP zei: ‘Jij moet de Kamer in, je hebt ervaring en je weet wat er in de samenleving speelt.’’
Gamri weet de vinger op de juiste plek te leggen. Ze overtuigt Eckhardt om te solliciteren bij de kandidatencommissie. ‘Ik houd er rekening mee dat ik bedreigd kan worden. Het scheelt dat ik geen kinderen heb,’ zegt Eckhardt. De heftige reacties op Sylvana Simons hebben bij haar veel losgemaakt.
Pas als Eckhardt haar brief inlevert, houdt Gamri op met het aansporen. Nu spreken ze over hoe een goede verkiezingscampagne op te zetten.
Hoe andere partijen dit doen
Gamri lijkt onvermoeibaar. Naast haar ViP-voorzitterschap is ze directeur van een thuiszorgorganisatie. ‘Ik ben als vluchteling naar Nederland gekomen. Alles wat ik heb bereikt in mijn leven heb ik te danken aan andere mensen die het mij gunden. Dat doe ik graag terug.’
Toen Gamri net begon bij de ViP kreeg ze een telefoontje van Mariëtte Hamer, die zestien jaar voor de PvdA in de Kamer zat en tien jaar geleden fractievoorzitter was. ‘Jouw rol is doorslaggevend voor het succes van vrouwen,’ zei Hamer. Nu werken ze nauw samen door vrouwelijk talent naar elkaar door te verwijzen.
Iedereen is gelijk, dus waarom een aparte groeps-vertegenwoordiging?
ViP is niet het enige netwerk in de politiek dat opkomt voor de emancipatie. Het CDA Vrouwenberaad, Liberaal Vrouwennetwerk (VVD), FemNet (GroenLinks), het Els Borstnetwerk (D66) en Inclusief (Christen Unie) zijn de vrouwennetwerken van andere politieke partijen. Elk netwerk heeft een eigen werkwijze, die aansluit bij de ideologie van de partij.
Bij GroenLinks zijn ze minder bezig met het scouten van vrouwen, maar drukken ze hun stempel inhoudelijk op het verkiezingsprogramma. ‘Het aantal vrouwen op de landelijke lijst is bij ons niet zo’n probleem,’ zegt FemNet-voorzitter Jeroni Vergeer. ‘Mede doordat we veel vrouwelijke leiders en rolmodellen hebben, zoals Femke Halsema.’
Voor D66 en de VVD wringt zo’n vrouwennetwerk nog weleens met het liberaal gelijkheidsbeginsel - iedereen is gelijk, dus waarom een aparte groepsvertegenwoordiging? En bij het CDA kreeg Marja van Bijsterveld, toen ze partijvoorzitter was, de opdracht mee om het Vrouwenberaad op te heffen. Ze besloot anders, want het netwerk bleek juist ideaal als er nog vrouwen nodig waren voor de kandidatenlijst.
‘Vrouwen moeten de noodzaak inzien’
Het Kamerlidmaatschap is een functie met macht en invloed, er zijn maar honderdvijftig zetels en de concurrentie is groot. Vrouwen zijn in die strijd minder zichtbaar. Het is wat Gamri het wittemannenbolwerk noemt, dat vrouwen lijkt te benadelen. Maar dat is slechts de helft van het verhaal.
Vrouwen aarzelen ook meer. Ze denken langer na over of ze wel écht de kamer in willen. Het CDA Vrouwenberaad droeg vijftig vrouwelijke kandidaten aan voor de kandidatenlijst, maar lang niet allemaal solliciteerden vervolgens.
En dan is de kweekvijver met mannen groter, zo bleek in 2010. Een golf van verontwaardiging ging door Nederland toen minister-president Mark Rutte zijn kabinet presenteerde. ‘Rutte heeft aan drie vrouwen genoeg,’ kopte Het Parool.
Wat bleek: Rutte had juist veel vrouwen gevraagd, maar een aantal weigerde. Uit principe, omdat ze niet met de PVV in een coalitie wilden zitten. Er waren nog genoeg mannen die daar minder problemen mee hadden.
‘Vrouwen moeten de noodzaak inzien om zich kandidaat te stellen én de cultuur binnen partijen moet veranderen,’ zegt Gamri.
Zij strijdt door. Haar doel: voor de vólgende verkiezingen in ieder geval één vrouwelijke kandidaat-lijsttrekker bij de PvdA. Ze klapt de rode stoel in en loopt naar de uitgang. De zoektocht naar de ideale kandidaat begint nu.