Kan ik er een rekening openen? En 12 andere vragen over de Wereldbank
De Wereldbank. Iedereen kent de naam, bijna niemand weet wat er precies gebeurt. En om eerlijk te zijn, wij wisten het ook niet. Dus reisden we naar Washington, om meer te weten te komen over deze machtige organisatie. Allereerst: dertien vragen en antwoorden.
In het centrum van Washington DC staat een kantoorkolos van glas en beton, waar met gouden letters The World Bank Group op geschreven staat. Over wat hier precies huist, bestaan twee verhalen.
- Hier huist de invloedrijkste organisatie op het gebied van ontwikkeling en armoedebestrijding ter wereld.
- Hier huist een neoliberaal monster dat arme landen wereldwijd aan de schuldenketting legt.
Wij waren dit jaar bij de jaarvergadering van de Wereldbank, om uit te zoeken welk verhaal klopt. We spraken er in anderhalve week tijd zo’n dertig mensen, binnen en buiten de organisatie. De komende weken schrijven we over onze bevindingen.
Maar we beginnen bij het begin. Want je hebt vast wel eens gehoord van de Wereldbank, maar wat die club precies doet? Dat is voor de meeste mensen - tot voor kort ook voor ons - een raadsel.
Daarom vandaag: een explainer. Wat is de Wereldbank eigenlijk? Kan je er een rekening openen? En is het hetzelfde als het IMF?
1. Kan ik er een rekening openen?
Nee. De Wereldbank is een bank voor landen. Ze heeft twee raisons d’être, die ze zelf de ‘tweelingdoelen’ noemen:
- Extreme armoede uitroeien. Ofwel: ervoor zorgen dat voor 2030 minder dan 3 procent van de wereldbevolking van minder dan 1,90 dollar per dag leeft.
- Gedeelde welvaart bevorderen. Ofwel: overal ter wereld de levensstandaard van de onderste 40 procent van de bevolking verbeteren.
Op drie manieren probeert ‘de Bank’ (zoals de medewerkers hun club liefkozend noemen) die doelen te bereiken. Ten eerste geeft ze advies aan overheden over hoe ze hun economie kunnen doen groeien en armoede kunnen terugdringen. Ten tweede doet ze onderzoek naar armoede en andere ontwikkelingsvraagstukken. Tot slot doet ze - bovenal - wat veel huis-tuin-en-keukenbanken ook doen: geld uitlenen. Niet aan jou of ons, maar aan landen. En nee, die kunnen er ook geen rekening openen.
2. Hoe is de Wereldbank ontstaan?
Die leningen, daar is het allemaal mee begonnen. Het is 1944, Europa ligt in puin en de wereldeconomie op haar gat. In het Amerikaanse plaatsje Bretton Woods komen vertegenwoordigers van 44 landen bijeen met één doel: de internationale economie erbovenop helpen.
Aan het eind van de vergadering is de wereld twee instituties rijker: de Internationale Bank voor Reconstructie en Ontwikkeling (IBRD) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De eerste zal leningen verstrekken aan Europese landen voor de wederopbouw na de oorlog, de tweede zal het internationale betalingssysteem weer op de rit krijgen.
De IBRD is nog altijd de kern van wat we nu de Wereldbank noemen. In 1947 verstrekt deze haar eerste lening: 250 miljoen dollar - omgerekend een dikke 5 miljard euro in 2016 - aan Frankrijk.
3. Die wederopbouw is wel klaar. Waarom bestaat de Wereldbank dan nog steeds?
Veel landen die vijftig jaar terug geld leenden van de IBRD - zoals Oostenrijk, Singapore en Nederland - hebben dat nu niet meer nodig. Maar er zijn natuurlijk genoeg andere landen die hulp kunnen gebruiken, zoals de oud-koloniën in Azië en Afrika.
In 1960 werd een nieuwe instelling opgericht: de International Development Association (IDA). Wanneer we het tegenwoordig over ‘de Wereldbank’ hebben, bedoelen we eigenlijk die twee instellingen: de IBRD en de IDA.
De IDA is er voor de allerarmste landen, die via commerciële banken geen geld kunnen lenen - als je in de bijstand zit krijg je immers ook geen hypotheek
De IDA is er voor de allerarmste landen ter wereld, denk aan Somalië, Cambodja, Afghanistan en Haïti. Voor die landen is het vaak onmogelijk om via commerciële banken geld te lenen - als je in de bijstand zit krijg je immers ook geen hypotheek. Daarom krijgen ze van de IDA een lening met 0 procent of een hele lage rente en een lange afbetaalperiode.
De IBRD geeft leningen aan midden-inkomenslanden - zoals Argentinië, Maleisië en Libanon - tegen een hogere rente dan de IDA. Sinds de oprichting van de IBRD ging het meeste geld naar India, daarna naar Brazilië, China, Mexico en Indonesië.*
Afgelopen jaar leende de IBRD 23 miljard Amerikaanse dollar uit, tegenover 13 miljard van de IDA.* In het grote plaatje is dat helemaal niet zoveel geld. Slechts 5 procent* van het kapitaal dat naar ontwikkelingslanden vloeit, komt van de Wereldbank. De rest komt onder andere uit de private sector. Maar de invloed van de Wereldbank reikt verder dan alleen geld. Daarover lees je meer bij vraag 9.
4. Waarvoor kunnen landen die leningen gebruiken?
Landen kunnen bij de Wereldbank terecht voor twee soorten leningen.
- Projectleningen, die overheden gebruiken om specifieke projecten te betalen. Denk aan energiecentrales, wegen, scholen of ziekenhuizen.
- Beleidsleningen, die overheden gebruiken om hun ambtelijk apparaat beter te laten functioneren. Denk aan sociale wetgeving schrijven, een kadaster opzetten, of rechtbanken verbeteren.
Sinds 2012 experimenteert de Wereldbank ook met resultaatleningen. Die hebben hetzelfde doel als beleidsleningen maar worden op een andere manier uitgekeerd: niet in één klap, maar stapsgewijs. Pas wanneer bepaalde resultaten behaald zijn, keert de Wereldbank het volgende deel van de lening uit. Als er bijvoorbeeld genoeg kinderen zijn gevaccineerd, of als een bepaald percentage mensen toegang heeft tot schoon drinkwater.*
Naast leningen zijn er ook nog subsidies waarmee overheden snel kunnen reageren op crises (zoals natuurrampen), of innovatieve projecten kunnen uitproberen.
5. Ehm, even tussendoor: wat is dan het verschil met het IMF?
‘Het Fonds’ en ‘De Bank’ - zoals het IMF en de Wereldbank in Washington DC worden genoemd - werden tegelijk geboren en zijn tegenwoordig letterlijk buren. De hoofdkantoren van deze organisaties zitten pal naast elkaar in het centrum van DC. Ieder jaar organiseren ze samen hun jaarvergadering.
Het verschil tussen de twee is als tussen een schip (de Wereldbank) en een reddingsboot (het IMF), vertelt Alan Gelb van het Centre for Global Development. Waar het IMF meer kortetermijnleningen geeft in tijden van crisis, richt de Wereldbank zich op ontwikkeling op de lange termijn.
6. Waarom zouden landen bij de Wereldbank willen lenen?
Allereerst voor de gunstige voorwaarden, zoals een lage rente. Maar er zijn tegenwoordig genoeg andere partijen waar landen kunnen lenen, zeker nu de rente wereldwijd zo laag is.
De stempel van de Wereldbank is een seintje naar andere investeerders dat het project in de haak is.
Wat is het voordeel van lenen bij de Wereldbank? Ten eerste, vertrouwen. De stempel van de Wereldbank is een seintje naar andere investeerders dat het project in de haak is. Ten tweede, kennis. Bij een lening krijg je niet alleen de centen, maar ook alle knowhow van een organisatie die al decennia werkt aan ontwikkeling en allerlei experts in dienst heeft.
7. Hoe werkt de onderhandeling over die leningen?
De Wereldbank komt met een eisenpakket aan de onderhandelingstafel. Zo doet de Bank een zogenaamde ‘systematische landenanalyse,’ die de belangrijkste aandachtspunten per land onderzoekt.
Neem Bolivia. Daarover concludeert de analyse* dat de economie te veel leunt op natuurlijke hulpbronnen zoals gas. Om de economie te verbeteren zou het land ook private investeringen moeten aantrekken, vindt de organisatie. Een project wat daarbij helpt, zou de Wereldbank wel willen financieren.
Maar natuurlijk heeft de overheid ook een checklist. Zo heeft Bolivia een socialistische regering, die waarschijnlijk niet staat te springen om een grotere rol van het (buitenlandse) bedrijfsleven. Tegelijkertijd zien zowel de regering als de Wereldbank misschien wel mogelijkheden op het gebied van betere infrastructuur, wat ook weer goed is voor het bedrijfsleven.
8. Dat advies, dat onderzoek en die financiering moet heel wat geld kosten. Hoe betaalt de Wereldbank dat allemaal?
Een deel van het geld komt van de aandeelhouders van de Wereldbank. Dat zijn geen bedrijven of individuen, maar landen. 189 landen om precies te zijn. Een ander deel betaalt de Wereldbank door zelf geld te lenen op de internationale markt.
Wanneer dit geld vervolgens weer wordt uitgeleend aan midden-inkomenslanden maakt de Bank winst op het renteverschil. Het grootste deel van die winst gaat naar de leningen en giften aan arme landen, via de IDA. Maar dat is nog niet genoeg. Daarom gaat de Wereldbank elke drie jaar met de pet rond bij alle aandeelhouders, om extra geld op te halen.
9. Hoe groot is de macht van de Wereldbank?
Zoals gezegd, de omvang van Wereldbank valt best mee. Maar haar invloed gaat verder dan dollars, en is vaak indirecter van aard. Dat soort ‘zachte’ macht kun je moeilijk vaststellen, er is immers geen wereld zónder Wereldbank waarmee je de huidige wereld kunt vergelijken.
Maar economen zijn het er wel over eens dat de Wereldbank een belangrijke rol speelde bij bijvoorbeeld:
- het promoten van universeel basisonderwijs;
- het liberaliseren van landbouw in veel ontwikkelingslanden;
- het verschuiven van overheidsgeld in ontwikkelingslanden van ziekenhuizen in steden naar klinieken op het platteland;
- het vereenvoudigen van de procedures om een nieuw bedrijf op te richten;
- het verzamelen van data over armoede.
10. Wie heeft de macht in de Wereldbank?
De macht ligt bij de aandeelhouders, de landen dus. Hoe meer aandelen een land heeft, hoe groter hun stemrecht. Bij de oprichting van de Bank zijn de aandelen verdeeld naar de grootte van de economie.
De Verenigde Staten heeft verreweg de belangrijkste stem: 16,4 procent. Daarna volgen Japan (7,1 procent), China, (4,6 procent) en Duitsland (4,2 procent).* Omdat voor de grootste beslissingen 85 procent van de stemmen nodig is, heeft de VS praktisch een vetostem.
Nu zul je denken: dit klinkt niet echt als een goede afspiegeling van de huidige verhoudingen in de wereldeconomie. China’s economie is groter dan die van Japan. En wat te denken van India (3,0 procent van de stemmen), Italië (2,7 procent) en Brazilië (1,8 procent)?
Ontwikkelingslanden lobbyen al jaren voor meer stemrecht. In 2010 werd er voor het laatst iets veranderd: toen mochten landen voor het eerst in meer dan twintig jaar méér geld inleggen bij de Bank, waardoor ook de stemverhoudingen konden verschuiven.* Ontwikkelingslanden kregen toen een dikke 3 procent meer stemmen.
11. Wie bestuurt de Wereldbank?
De aandeelhouders worden vertegenwoordigd in een bestuur van 25 directeuren. Nederland ‘deelt’ bijvoorbeeld een directeur met twaalf andere landen. Deze directeuren keuren leningen goed, gaan over het beleid binnen de Bank en zijn verantwoordelijk voor alle lopende zaken.
Boven dit bestuur staat de president - altijd een Amerikaan - die voor vijf jaar wordt aangesteld. De huidige president is Jim Yong Kim, een Koreaans-Amerikaanse arts en antropoloog.
12. Wat voor mensen werken er?
Bij de Wereldbank werken 11.000 mensen met 174 nationaliteiten.* Daarvan zit zo’n 40 procent buiten Washington DC - op een van de 129 kantoren over de hele wereld. Zo’n 38 procent van de managers in de bank is vrouw.*
Zoals te verwachten bij een bank is de meest voorkomende diersoort: de econoom.
De medewerkers zijn bijna altijd hoogopgeleid en hebben allerlei achtergronden, van bosbouw tot antropologie, van bestuurskunde tot econometrie.
Zoals te verwachten bij een bank is de meest voorkomende diersoort: de econoom. Met een flinke focus op data. Zoals socioloog en Wereldbankmedewerker Michael Woolcock ons vertelde: ‘Kijk, zelfs het gebouw ziet eruit als een spreadsheet!’
13. Waarom heeft de Wereldbank zo’n slecht imago?
Veel van haar slechte reputatie komt door haar werk in de jaren tachtig. Toen stelde ze als voorwaarde voor het geven van de beleidsleningen - toen ‘structurele aanpassingsleningen’ - strenge eisen aan landen. Zo moesten ze staatsbedrijven privatiseren, handelsbarrières opheffen en de markt dereguleren. Die maatregelen zouden economische groei moeten brengen. Vaak bleef die echter uit. Ontwikkelingslanden bleven achter met enorme schulden die ze niet konden terugbetalen.
Bovendien werden de leningen in veel gevallen gebruikt als een wapen in de Koude Oorlog, vertelde de voormalig hoofdeconoom van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2000 op de Franse televisie: ‘In veel gevallen werden de leningen gebruikt om overheden te corrumperen tijdens de Koude Oorlog. Het maakte niet uit of het geld de welvaart in het land verbeterde, maar of het geld tot stabielere geopolitieke situatie leidde.’*
De structurele aanpassingsleningen van de jaren tachtig werden in 2004 omgedoopt tot beleidsleningen. Volgens de Wereldbank stelt ze nu minder strenge eisen en geeft de landen zelf meer verantwoordelijkheid.*
Is de Wereldbank een neoliberale duivel? Een verlengstuk van Amerika? Zadelt ze arme landen op met enorme schulden? Daar meer over in ons volgende stuk.
De serie over de Wereldbank werd mede mogelijk gemaakt door het European Journalism Center.