Rutger Bregman bouwt mee aan Utopia
Dag 1
Mijn eerste dag in Utopia. Ik kan nog steeds niet helemaal geloven dat ik geselecteerd ben. Sinds ik de oproep op tv voor het eerst zag, wilde ik al meedoen. Ik was ook al groot fan van het boek, dus dit is een logisch gevolg.
Als je een nieuwe maatschappij wil beginnen, dan ben ik natuurlijk je man. In de huidige samenleving zijn veel te veel irrationele zaken vanzelfsprekend geworden. Het is vrijwel onmogelijk om daar verandering in te brengen.
Hoe anders is dat hier! In een kleinschaliger en eerlijke back-to-basic-samenleving kom je geen bankencrisis of privacyschandalen tegen! Alles is bevraagbaar. Dat gezeur op de vierkante millimeter in Nederland was ik al een tijdje zat, eindelijk is er ruimte om de bestuursvormen helemaal om te gooien. De wereld is weer kneedbaar. Binnen een maand is Utopia bereikt.
Ik baal er wel van dat ik mijn slaapzak ben vergeten.
Ik vertelde op de kerstborrel aan David Van Reybrouck over deze kans en zijn ogen gingen stralen. Hij was superjaloers! ‘Loting,’ fluisterde hij. ‘Organiseer democratie door loting!’
Zelf wil ik zo snel mogelijk gaan praten over de lengte van de werkweek. Die kunnen we zo efficiënt mogelijk maken. Het afschaffen van grenzen zal hier wellicht lastig worden. Wel vind ik dat we een serieus gesprek moeten hebben over de alternatieven voor democratie. Geen alleenheerschappij, maar ook geen tirannie van de meerderheid.
Veel mensen in Nederland vinden het maar saai of moeilijk om actief na te denken over een betere wereld. Daarom praat ik gewoonlijk liever niet met mensen. Mensen zijn het tegenovergestelde van ideeën.
Hoe fantastisch is het dat ik nu vijftien geestverwanten ga ontmoeten. Mensen die, net als ik, een nieuwe samenleving willen beginnen. Ik wil dan ook veel gaan luisteren. Zestien weten meer dan één. Over een kwartiertje ga ik mijn mede-Utopisten leren kennen. Ik heb er zin in!
Dag 2
Slecht geslapen. Het is koud in de loods.
Stroeve eerste dag. Het gesprek dat ik begon over bestuursvormen werd al snel afgekapt. Ik begon te vertellen over de ideeën van David, maar toen riep Paul (een aannemer) heel hard ‘wie wil er een wc?’ en toen stak iedereen z’n hand op. ‘Nou. Geregeld. Doen we dat.’
Pardon?!
Ik stelde ook voor om allemaal parttime te gaan werken, maar dat vond iedereen ‘lui’. Toen heb ik maar gezegd dat ik de koeien ging melken en heb ik even gehuild in de schuur.
Het lijkt alsof de onbesproken premissen van de Nederlandse samenleving niet eens bevraagd worden. Alsof we gewoon Nederland na gaan bouwen. Ik heb aan een paar mensen gevraagd wat hun visie op Utopia is.
Harold zei: ‘Ik vind het gewoon belangrijk dat we naar elkaar luisteren’. Hakim: ‘Beetje surveilleren, alles.’
Billy mompelde iets als: ‘Ik wil vooral diepgang in mezelf vinden.’
Veel mensen hadden het ook over ‘winnen’. Ik zei: ‘We winnen als we een stabiele, duurzame samenleving hebben opgestart!’ Charlotte keek me enigszins verward aan en zei: ‘Ja, maar ik bedoel winnen voor de televisie.’
Dag 3
Heel slecht geslapen. Nachtmerries gehad over SBS-volk dat me aanvalt.
Bij de bewonersvergadering opperde ik om van het verdiende geld (we gaan kaas maken en die verkopen) alles in één pot te stoppen en het niet te verdelen. Waarom zouden we in deze samenleving individueel geld nodig hebben?
Giorgio lachte me uit. Andrea zei: ‘De mensen die het hardst werken krijgen het meeste geld. Dat lijkt me logisch.’ Toen zei Giorgio: ‘Ja, maar Rutger wil parttime werken, vandaar dat hij dit voorstelt.’ Iedereen lachte me uit.
Rienk zei in de middag tegen mij: ‘Als dit programma over een jaar is afgelopen, ben ik weer dakloos.’
Toen snapte ik het: dit is geen Utopia. Dit is een camping. De bedoeling is niet om daadwerkelijk een samenleving op te zetten, maar om een beperkte tijd te overleven. Het is Expeditie Robinson zonder eiland.
Toen snapte ik het: dit is geen Utopia. Dit is een camping. Expeditie Robinson zonder eiland
Maar dan doen we het fout!! We hebben 10.000 euro in een kluis liggen. Dat is bijna 30 euro per dag. Als we op grote schaal inkopen, is daar best van rond te komen. Dan kunnen we het gewoon uitzitten. Hoeven we ook geen kaas te verkopen.
Toen ik dit alles tegen Rienk vertelde, stond opeens John de Mol achter me. Hij vroeg of ik even meeliep. ‘Ik wil even met je praten,’ zei hij.
Ik vroeg me af of hij mijn idee zo goed vond dat hij me tot leider van Utopia zou gaan uitroepen.
In het kantoortje kreeg ik koffie en John zei: ‘Wij hebben het idee dat het niet helemaal werkt; jij in dit format. Dat je niet constructief meedenkt.’
Ik zei dat ik hartstikke constructief meedacht. John zei: ‘Ik ga je een geheim verklappen: dit programma heet Utopia omdat dat cool klinkt. Omdat dat de show wat intellectuele pfzazz meegeeft. Maar onze kijkers zijn natuurlijk niet echt geïnteresseerd in al die vage ideeën van je.’ Toen zei hij nog wat dingen die ik niet echt meer gehoord heb.
Dag 4
Inpakken.
Rob mailen of ik m’n baan terug mag.